Aantal dienstweigeraars in Israël neemt snel toe sinds augustus

Leestijd: 4 minuten

Vrijdag 5 september 2025 – 07:19 uur – Bron: Redactie Wereld/Lode Vanoost- Beeld: MB/RSN Kim Shaftner

-Tel Aviv- Sinds premier Benjamin Netanyahu zijn plan aankondigde om Gaza-stad volledig te bezetten, is het verzet tegen de genocide in Israël zelf snel toegenomen. Augustus kende het hoogst aantal dienstweigeraars in één maand sinds 1948. Steeds meer dienstplichtigen noemen de definitieve bezetting van Gaza een illegaal bevel en weigeren het op te volgen.

Sinds de aankondiging van de nieuwe aanval op Gaza-stad heeft de overheid meer dan 60.000 nieuwe dienstplichtigen opgeroepen om de bezetting van Gaza uit te breiden. Dat heeft tot een aanzienlijke toename van het aantal dienstweigeraars geleid.

Behalve voor Palestijnen met Israëlische nationaliteit en orthodoxe Joden geldt in Israël een dienstplicht voor iedereen vanaf 18 jaar, voor jongens 32 maanden, voor meisjes 24 maanden. Daarna volgen nog tijdelijke oproepingsbevelen tot de leeftijd van 40 jaar.

De Israëlische overheid publiceert geen cijfers over dienstweigeraars, maar organisaties als het Refuser Solidarity Network (zie hieronder) stellen een duidelijke toename vast via hun kanalen. Het netwerk telde in augustus 350 jonge Israëli’s die openlijk weigeren hun oproepingsbevel te gehoorzamen. Meer dan duizend anderen doen dat zonder er ruchtbaarheid aan te geven.

Ayana Gertsmann en Yuval Peleg. Foto: Refuser Solidarity Network

Open brief van de 18-jarige dienstweigeraars Ayana Gertsmann en Yuval Peleg (27 augustus 2025).

Bovendien neemt ook het burgerverzet tegen de oorlog in Gaza toe. Tijdens de tweede helft van augustus 2025 kwamen meer dan 400.000 mensen op straat in Tel Aviv alleen om een einde aan de oorlog te eisen, naast tienduizenden betogers in andere steden. Velen van hen komen voor het eerst in hun leven op straat.

Het gaat nog altijd om relatief beperkte aantallen dienstweigeraars in verhouding tot de meer dan 169.000 beroepssoldaten en een reserve aan 465.000 dienstplichtigen. Net als de acties voor het weigeren van legerdienst in Europa in de jaren 1970 tot 1990, wijzen deze cijfers echter op een evolutie. Toen ging het ook over relatief kleine aantallen, wat uiteindelijk tot een feitelijke afschaffing van de dienstplicht leidde.

Zionistisch dilemma

Jonge dienstweigeraars zijn echter ook Joods-Israëli’s. Hen zwaar straffen stelt het regime voor een dubbel probleem. Eerst en vooral zou dat botsen met hun internationaal gepropageerde imago van ‘enige democratie in het Midden-Oosten’. Maar bovenal is het bestraffen van de eigen jongeren bijzonder onpopulair bij de bevolking.

Die terughoudendheid om streng op te treden tegen eigen burgers geldt echter in twee richtingen. Soldaten die openlijk oorlogsmisdaden begaan – zoals het executeren met nekschot van zwaargewonde Palestijnse betogers – worden hoogstens bestraft met administratieve maatregelen, als er al een gerechtelijke procedure wordt gestart.

Dienstweigeraars jarenlang opsluiten is echter evenmin een optie. Dat kan immers alleen maar campagnes veroorzaken voor hun bevrijding, die internationale weerklank zouden krijgen. Israël wil te allen tijde vermijden dat intern politiek verzet tegen de bezetting en de kolonisatie internationaal bekend raakt.

Ondanks het relatief geringe risico op ernstige bestraffing, zetten toch relatief weinig dienstplichtigen de stap naar weigering. De sociale druk is in Israël zeer groot. Legerdienst wordt door de meeste Israëli’s als een erezaak gezien.

De overheid treedt in eerste instantie zeer voorzichtig op. Dienstweigeraars worden een eerste maal naar huis gestuurd om enkele weken later terug opgeroepen te worden. Ze worden dan vervolgens enkele dagen tot weken opgesloten, waarbij ze met zachte hand worden aangesproken om hun beslissing te herzien.

Israël wil te allen tijde vermijden dat intern politiek verzet tegen de bezetting en de kolonisatie internationaal bekend raakt.

Uiteindelijk volgen toch ‘zware straffen’ van zes tot acht maanden, wat in vergelijking met de strafmaat voor Palestijnen peanuts is. Temeer omdat ze niet terechtkomen in de foltergevangenissen voor Palestijnen. De leefomstandigheden tijdens hun gevangenisstraf zijn vergelijkbaar met die in een West-Europees land.

Een aantal van deze dienstweigeraars geven hun verzet tegen de praktijken van de bezetting, de kolonisering en de apartheid als motief voor hun beslissing. Zij pleiten meestal ook voor één staat met gelijke rechten voor alle inwoners. Niet alle dienstweigeraars doen dit om deze redenen. Er zijn er ook bij die ethische gewetensbezwaren hebben tegen gewapende legerdienst.

Daarnaast zijn er anderen die niet bereid zijn hun leven te riskeren voor de bezetting en de kolonisatie, maar daarom geen pro-Palestijnse motieven hebben. Een aantal van hen meent dat hun land een vreedzame onderhandelde manier moet vinden om een staat voor Joden alleen mogelijk te maken.

Op 2 september hebben een honderdtal reservisten op een persconferentie verklaard dat ze weigeren deel te nemen aan de definitieve bezetting van Gaza-stad. Dit is volgens hen een illegaal bevel, dat komt van een “messianistische regering zonder legitimiteit”. “Zijn enige doel is politieke overleving.”

Israëlische vredesorganisaties

Er zijn verschillende organisaties in Israël actief, die onder meer dienstweigeraars helpen en ondersteunen. Ook bij hen is de motivatie voor hun acties zeer verscheiden. Zo is er het Refuser Solidarity Network. Dit is een Joods-Israëlische organisatie die ijvert voor internationale ondersteuning van jonge Israëli’s die weigeren hun wettelijk verplichte legerdienst te vervullen. Het netwerk werd opgericht in 2003 en steunt naast dienstweigeraars ook activisten tegen de bezetting van Palestina.

Het netwerk verzamelt fondsen voor de organisatie van betogingen aan de gevangenissen, voor de kosten van advocaten en voor mediacampagnes. Naast het netwerk zijn nog meerdere andere organisaties in Israël actief in het verzet tegen het regime van apartheid, bezetting en kolonisering.

Beeld: Refuser Solidarity Network

B’tselem dat ‘evenbeeld’ betekent bijvoorbeeld inventariseert schendingen van de Palestijnse mensenrechten in de bezette gebieden. Breaking the Silence zijn voormalige soldaten die getuigenissen verzamelen van soldaten over hun mishandelingen van de Palestijnse bevolking. En Peace Now is de oudste vredesbeweging in Israël en volgt de uitbreiding van de koloniale nederzettingen in de bezette gebieden.

Yesh Din (betekent: ‘er is een wet’) focust dan weer op landonteigeningen en misdaden van kolonisten, Machsom Watch (dat staat voor ‘checkpoint watch’) zijn Joods-Israëlische vrouwen die de dagelijkse mishandelingen van Palestijnen aan de checkpoints monitoren, en Combatants for Peace brengt Palestijnen en Israëli’s samen voor geweldloze acties.

Tot slot steunt Gisha (‘toegang en attitude’ in het Nederlands) Palestijnen die willen reizen tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever. En Rabbis for Human Rights  zetten juist Joodse theologische argumenten in voor de verdediging van Palestijnse mensenrechten. Het bestaan en werk van deze organisaties tonen dat er, ook binnen Israël, een hardnekkige en moedige tegenstem klinkt tegen oorlog, bezetting en apartheid.