<
header class=”encabezado”>
-Parijs- De aartsbisschop van Toulouse, Guy de Kerimel, heeft voor rumoer gezorgd nadat hij een priester, die in 2006 was veroordeeld voor verkrachting van een minderjarige, tot diocesaan kanselier heeft benoemd. De prelaat verdedigt zijn beslissing als “een daad van barmhartigheid”.
De Kerimel krijgt zware kritiek omdat hij een priester die eerder was veroordeeld voor de verkrachting van een 16-jarige jongen, heeft benoemd tot kanselier van het bisdom. Deze beslissing heeft geleid tot verontwaardiging bij slachtofferorganisaties, in de diocese en daarbuiten.
Bisschop De Kerimel benoemde pater Dominique Spina met ingang van 1 september a.s. tot kanselier en bisschoppelijk afgevaardigde voor huwelijken, volgens een decreet dat op 2 juni op de website van het aartsbisdom werd gepubliceerd. De benoeming werd bekendgemaakt op 7 juli, toen het regionale dagblad La Dépêche du Midi over de kwestie berichtte.
Verkrachting
Pater Spina werd in 2006 door het Hof van Beroep van Tarbes veroordeeld voor de verkrachting van een 16-jarige leerling in 1993, toen hij geestelijk verzorger was aan de school Notre-Dame de Bétharram. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, waarvan hij er vier uitzat en één jaar voorwaardelijk.
Monseigneur De Kerimel verdedigt zijn controversiële keuze in een interview met persagentschap AFP. Hij zegt dat hij voor “de kant van de barmhartigheid” heeft gekozen door Spina te benoemen. Spina werd niet ontslagen na zijn veroordeling, maar kreeg een baan bij de diocesane archiefdienst, aldus dagblad Le Monde.
Aanstootgevend
De beslissing heeft tot verontwaardiging binnen de kerk geleid. “Wat aanstootgevend is, is dat dit een priester is die veroordeeld is voor verkrachting van een minderjarige. Het is onacceptabel”, vertelde een katholiek uit Toulouse aan La Dépêche du Midi .
De katholieke website Tribune Chrétienne noemde de benoeming “verrassend” en merkte op dat het “ernstige twijfels” oproept over de consistentie van de inzet van de kerk om misbruik te bestrijden, vooral in het licht van het landelijke misbruikrapport dat in 2021 werd gepubliceerd.
De zaak roept ook kerkrechtelijke kwesties op, aangezien de Codex van Canoniek Recht bepaalt dat diocesane kanseliers personen moeten zijn “van een onberispelijke reputatie en boven elke verdenking verheven.”