Palestijnen in Israël mag staatsburgerschap worden ontnomen

Leestijd: 2 minuten
Zaterdag 06 augustus 2022 -06:05 – Bron: TRF – Beeld: Publiek domein
 -Tel Aviv- Het Israëlisch Hooggerechtshof staat toe dat Palestijnse inwoners van Israël het staatsburger­schap mag worden ontnomen als sprake is van een ‘schending van loyaliteit aan de staat’. De uitspraak komt voort uit de zaak tegen Ala’a Zayoud, een Palestijnse inwoner van Israël die in oktober 2015 een aanslag pleegde waarbij vier Israëli’s gewond raakten. In 2016 werd Zayoud veroordeeld tot 25 jaar cel.

Daarnaast besloot Israëls minister van Binnen­landse Zaken hem het staatsburgerschap te ontnemen. Nadat de Israëlische organisaties Adalah en de Association for Civil Rights in Israel (ACRI) daartegen beroep aantekenden belandde de zaak bij het Hooggerechtshof.

Het Hooggerechtshof oordeelde dat het ontnemen van het staatsburgerschap aan ‘een persoon die een daad heeft gepleegd die neerkomt op een schending van loyaliteit aan de staat Israël’ niet inconstitutioneel is – zelfs al maakt het die persoon stateloos.

Recht aller rechten
Adalah en ACRI benadrukken dat het recht op staatsburger­schap juist geldt als het ‘recht aller rechten’, aangezien het de basis vormt voor een scala aan grond­rechten. Niet voor niets is het intrekken van staatsburgerschap in strijd met het internationaal recht.

De twee organisaties toonden bovendien aan dat de wet discriminatoir wordt ingezet. Sinds 2008 werd toepassing ervan in 31 gevallen overwogen, zonder uitzondering op Palestijnse inwoners van Israël. Adalah en ACRI overlegden een lijst met voorbeelden van ‘Joodse terreur’ tegen Palestijnen, die in geen enkel geval leidden tot een procedure, laat staan tot het besluit tot intrekking van het staatsburgerschap.

Permanente verblijfsvergunning
Het Hooggerechtshof stelde als voorwaarde voor het stateloos maken van een persoon dat hem door het ministerie van Binnenlandse Zaken een permanente verblijfs­vergunning dient te worden verleend. Die ‘permanente’ status is echter verre van geruststellend. Zo hebben de Israëlische autoriteiten sinds het begin van de bezetting in 1967 de permanente verblijfsvergunning van zo’n 15.000 Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem ingetrokken en hen uit de stad verbannen.

Witwasser van illegale politiek
Het recente besluit van het Hooggerechtshof moet in die context worden gezien. Het verschaft de staat een extra instrument om zich van Palestijnse burgers te kunnen ontdoen. Het besluit heeft dan ook niets van doen met rechtvaardigheid, maar zegt vooral iets over de rol van het Israëlische rechtssysteem als witwasser van een naar alle maatstaven illegale politiek.