-Heerlen- Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal van 2025 af met 2 duizend en het aantal werklozen nam met 13 duizend toe. De spanning op de arbeidsmarkt nam hierdoor af; voor elke 100 werklozen zijn er 97 openstaande vacatures. Voor het eerst in vier jaar zijn er minder vacatures dan werklozen. Het aantal banen daalde met 7 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Aan het einde van het derde kwartaal stonden er 387 duizend vacatures open, een daling van 2 duizend. Het aantal vacatures daalt al drie jaar bijna ieder kwartaal. De meeste vacatures zijn in de handel, de zorg en de zakelijke dienstverlening. Deze drie bedrijfstakken zijn goed voor ruim de helft van alle openstaande vacatures.
Vacatures in financiële dienstverlening nemen meest af
In de meeste bedrijfstakken zijn ongeveer evenveel vacatures als een kwartaal eerder. In de financiële dienstverlening daalde het aantal openstaande vacatures met 2 duizend naar 8 duizend aan het eind van het derde kwartaal. In de handel nam het aantal vacatures met 1 duizend toe tot 72 duizend.
Meer vacatures vervuld
In het derde kwartaal ontstonden er 356 duizend nieuwe vacatures, dat is 9 duizend meer dan in het tweede kwartaal. In totaal werden 358 duizend vacatures vervuld, 4 duizend meer dan een kwartaal eerder.
Vacaturegraad neemt af
De vacaturegraad nam het afgelopen kwartaal af van 44 naar 42. Dit betekent dat er per duizend banen van werknemers 42 vacatures openstonden. De bedrijfstak met de hoogste vacaturegraad bleef de bouw (79). Al langere tijd is de vacaturegraad in het onderwijs het laagst. In het derde kwartaal ging het om 16 vacatures per duizend banen.
Aantal banen gedaald
In het derde kwartaal daalde het aantal banen met 7 duizend, een daling van 0,1 procent. Het aantal banen in de cultuur, recreatie en overige diensten daalde met 11 duizend. In de ICT nam het aantal banen met 5 duizend af. Ook in de uitzendbureaus, de handel, vervoer en horeca en de zakelijke dienstverlening (excl. uitzendbureaus) daalde het aantal banen (-4 duizend).
In de landbouw en visserij nam het aantal banen in het derde kwartaal met 8 duizend toe. In het openbaar bestuur en de zorg kwamen er 5 duizend banen bij.
Opnieuw minder zelfstandigenbanen
Werknemers en zelfstandigen werkten in het derde kwartaal in totaal ruim 3,7 miljard uur. Dat is—gecorrigeerd voor seizoeninvloeden—0,2 procent meer dan het kwartaal ervoor. Het aantal zelfstandigenbanen daalde met 30 duizend (-1,2 procent) naar ruim 2,4 miljoen en het aantal gewerkte uren van zelfstandigen daalde met 1,3 procent. Bij werknemers nam het aantal banen toe met 24 duizend (0,3 procent), naar 9,2 miljoen. Het aantal gewerkte uren bij werknemers steeg met 0,7 procent.
Meer vaste en flexwerknemers, minder zzp’ers
Van de 9,8 miljoen mensen met betaald werk in het derde kwartaal waren er ruim 5,6 miljoen werknemers met een vaste arbeidsrelatie. Dat zijn er 37 duizend meer dan een kwartaal eerder. Bijna 2,7 miljoen werknemers hebben een flexibele arbeidsrelatie, dit zijn er 7 duizend meer dan een kwartaal eerder. Het aantal flexwerknemers daalde van het tweede kwartaal van 2023 tot en met het derde kwartaal van 2024 met ruim 100 duizend. Sindsdien nam het aantal flexwerknemers weer toe met 34 duizend.
In het afgelopen kwartaal waren er ruim 1,5 miljoen zelfstandigen. Zij werken alleen als zelfstandige of hebben ook nog een werknemersbaan maar werken de meeste uren als zelfstandige. In het derde kwartaal van 2025 waren er 33 duizend zelfstandigen minder dan een kwartaal eerder. Deze daling is met 22 duizend het grootst onder zzp’ers. De daling van het aantal zzp’ers werd ingezet in het eerste kwartaal.
Werkloosheid toegenomen
In het derde kwartaal waren 399 duizend mensen werkloos, dat is 3,9 procent van de beroepsbevolking. Hiermee is de werkloosheid hoger dan een kwartaal eerder, toen ging het nog om 386 duizend werklozen en 3,8 procent. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn. De werkloosheid nam vooral toe bij 25-plussers. Onder jongeren van 15 tot 25 jaar nam deze iets af.
Stromen in en uit werkloosheid
Het aantal werklozen in het derde kwartaal van 2025 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.
Aan de ene kant steeg de werkloosheid doordat mensen op zoek gingen naar werk maar niet direct een baan vonden (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Deze stroom was groter dan de tegenovergestelde stroom van werkloos naar niet-beroepsbevolking. Per saldo was er daardoor in het derde kwartaal van 2025 een toestroom van 39 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking. Dit is meer dan in het vorige kwartaal (32 duizend).
Aan de andere kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het derde kwartaal terug met 26 duizend. Dit is minder dan in het vorige kwartaal (36 duizend). Doordat de toestroom vanuit de niet-beroepsbevolking met 39 duizend hoger was dan de uitstroom van werklozen naar werk van 26 duizend nam het aantal werklozen toe met 13 duizend.
Toename langdurig werklozen
Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, nam in het derde kwartaal toe van 59 duizend naar 63 duizend. Ook het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten nam toe, van 327 duizend naar 336 duizend. Het percentage langdurig werklozen steeg hiermee van 15 naar 16 in het derde kwartaal.
Meer onderbenutte deeltijders
Deeltijdwerkers die meer uren willen werken zitten niet in de werkloosheidscijfers. Het aantal onderbenutte deeltijders neemt nu drie kwartalen op rij toe, naar 541 duizend. In het vierde kwartaal van 2024 ging het nog om 504 duizend. Zij werken in deeltijd, en geven aan meer uren te willen werken en hiervoor ook direct beschikbaar te zijn.
Ook mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht (183 duizend) óf die niet direct zouden kunnen beginnen (106 duizend), zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd.


 
                     
                     
                    


















 
         
      
    
          
    
  