Anglicaanse Kerk laat oliebedrijven vallen: “Het geduld is op”

De “Church of England” is een grootinvesteerder, goed voor een slordige 10,3 miljard pond (12 miljard euro). Het pensioenfonds van de kerk beheert nog eens 3,2 miljard pond (3,7 miljard euro). Beide fondsen weerstaan al jaren aan druk van klimaatactivisten om investeringen in fossiele industrie af te bouwen. De kerk vond het beter om met de oliebedrijven in dialoog te gaan en als investeerder druk uit te oefenen.

Shell

Maar recent schrapte de nieuwe Shell-baas Wael Sawan de plannen van zijn bedrijf om de olieproductie stelselmatig te verminderen. Shell wil nu jaarlijks tot 2030 evenveel olie blijven oppompen.  In februari had ook oliebedrijf BP al een gelijkaardig besluit genomen. 

Dat lijkt de druppel voor de Church of England. In een verklaring laat de kerk weten dat ze beslist het investerings- en pensioenfonds vrij te maken van alle investeringen in grote olie- en gasbedrijven. Het gaat onder meer om BP, Eni, ExxonMobil, Repsol, Shell en Total. 

Ook alle andere bedrijven die voornamelijk betrokken zijn bij olie-exploratie, productie en raffinaderij zullen gebannen worden, tenzij ze oprecht in lijn proberen te komen met de 1,5-graaddoelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs. 

Wetenschap en geloof

“Het is onze plicht om de creatie van god te beschermen, en energiebedrijven hebben een speciale verantwoordelijkheid om ons te helpen bij een rechtvaardige transitie naar een koolstofarme economie”, zegt Justin Welby, Aartsbisschop van Canterbury. 

Volgens Welby heeft de kerk lang aangedrongen bij de bedrijven om de klimaatverandering ernstig te nemen en in lijn te komen met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs: fossiele brandstoffen uitfaseren, investeren in schone energie en een geloofwaardig pad uitstippelen naar netto-nuluitstoot. “Er is wat vooruitgang geboekt, maar lang niet genoeg”, zegt hij. “We volgen niet alleen de wetenschap, maar ook ons geloof. En beide zeggen ons actie te ondernemen voor klimaatgerechtigheid.”

Divestment

Steeds meer investeerders beslissen om te ‘desinvesteren’ en hun investeringen weg te halen uit fossiele brandstoffen en steenkool in het bijzonder. De ‘divestment’-beweging ontstond aan universiteiten, maar kreeg al snel navolging bij overheids- en pensioenfondsen. Wereldwijd hebben nu al 1592 instellingen, met een gezamenlijke portefeuille van meer dan 40.000 miljard dollar, zich aangesloten.

Opvallend is dat de groei aan snelheid wint: waar het bij het begin van de campagne nog twee jaar kostte om de eerste kaap van 2000 miljard dollar aan portefeuilles binnen te halen, werd de meest recente 2000 miljard in amper zes maanden gevonden. De cijfers houden enkel rekening met beleggers die zich formeel achter de campagne scharen. Vermoedelijk is de trend dus nog sterker, omdat beleggers ook in stilte van koers kunnen veranderen.