-Heerlen- In 2024 is voor het eerst meer dan de helft van de uitkeringen van de Algemene Ouderdomswet (AOW) gefinancierd uit algemene middelen oftewel belastinggeld. Dit betekent dat premie-inkomsten de AOW-uitkeringen steeds minder dekken. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over 2024 van de overheidsfinanciën.
Personen die in Nederland verzekerd zijn voor de AOW en een inkomen hebben, betalen premies die worden gebruikt om de uitkeringen te dekken. Sinds 2000 zijn de AOW-premie-inkomsten gestegen van 20,5 miljard euro naar 23,4 miljard euro in 2024 (14 procent). De AOW-uitgaven namen in dezelfde periode toe van 19,1 miljard euro tot 51,9 miljard euro (172 procent).
Fiscalisering van de AOW
Sinds 2001 zijn de AOW-premies niet meer toereikend om de volledige uitkeringen te dekken. Het verschil tussen de AOW-uitkeringen en de AOW-premies vult het Rijk aan met algemene middelen. In 2001 ging het om 0,7 miljard euro, ongeveer 4 procent van de totale dekking van de AOW-uitkeringen. De bijdrage uit algemene middelen groeide in de daaropvolgende jaren geleidelijk. Dit proces wordt ook wel de fiscalisering van de AOW genoemd. In 2024 werd de AOW voor het eerst voor meer dan de helft gefinancierd uit algemene middelen (28,5 miljard euro, bijna 55 procent).
Stijging AOW-uitkeringen en stagnerende premieontvangsten
De fiscalisering van de AOW wordt veroorzaakt doordat de ontvangsten langzamer stijgen dan de uitgaven. De sneller stijgende AOW-uitgaven komen vooral door de vergrijzing, waardoor er steeds meer ouderen zijn. Daarnaast zijn de uitkeringen zelf verhoogd, omdat ze gekoppeld zijn aan het wettelijke minimumloon. De premie-inkomsten stijgen veel minder dan de uitgaven, doordat de overheid de premies niet aan de uitgaven heeft gekoppeld. De overheid past zodoende de grondslag voor de premies en het tarief niet aan de groei van de uitgaven aan.
Het aandeel van de AOW-uitkeringen dat het Rijk vanuit algemene middelen aanvult, neemt een steeds groter deel van de overheidsuitgaven in beslag. In 2024 was de bijdrage uit algemene middelen goed voor bijna 6 procent van de overheidsuitgaven, terwijl deze in 2000 nog vrijwel nihil was.