Kim Putters: ‘Er is meer maatschappijvisie nodig’

Leestijd: 5 minuten
Maandag 27 juni 2022 -13:20 – Bron: Karel Feenstra – Beeld: publiek domein
 -s Gravenhage-Na negen jaar verlaat Kim Putters het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) om het voorzitterschap van de SER van Mariëtte Hamer over te nemen. Twee grote instituten, middenin de Nederlandse samenleving. Er staat in Nederland veel op het spel. Grote thema’s als duurzaamheid, woningbouw, energievoorziening en kansenongelijkheid moeten met grote urgentie aangepakt worden. Overheid en burgers zouden daarbij de handen ineen moeten slaan. Maar het onderlinge vertrouwen is laag.

 

Kim Putters bepleit bij zijn afscheid van het SCP een nieuw ‘sociaal contract’, dat gaat over wat burgers, overheden, bedrijven en instellingen in de komende jaren van elkaar mogen verwachten, en welke rechten, plichten en vrijheden daarbij horen. Feitenkennis van maatschappelijke ontwikkelingen – het domein van samenwerkingspartners SCP en CBS – is daarbij onontbeerlijk.

Hoe belangrijk is het SCP in de Nederlandse politiek-bestuurlijke omgeving?

‘Het SCP is, net als het CBS, een onmisbaar kennisinstituut in de Nederlandse politiek-bestuurlijke omgeving. Ik hoop dat het ook in de toekomst de stem van burgers, maar vooral ook de leefsituatie en werkelijkheid van mensen bij beleid en politiek op tafel blijft leggen. Dat is in zichzelf al van heel grote waarde. Als dat namelijk niet structureel en op vaste plekken zou gebeuren, dan komen al die inzichten niet op de plek waar beslissingen genomen worden. Kennisdeling is niet van toeval afhankelijk, politici en beleidsmakers moeten luisteren. Niemand kan zeggen dat iets niet gedeeld of gezegd is. Dat is een belangrijke schakel in de werking van onze democratische rechtsstaat en in het bijzonder van de rijksdienst. Als het SCP nog niet bestond dan zou ik het oprichten, het is meer nodig dan ooit.’

Met wat voor gevoel trekt u de deur bij het SCP achter u dicht?

‘Het SCP is een prachtige organisatie met slimme en betrokken onderzoekers en medewerkers, waar ik negen jaar lang met ongelooflijk veel plezier heb gewerkt. Samen hebben we keer op keer bij beleidsmakers en politici de stem van de samenleving op tafel gelegd. Over maatschappelijke scheidslijnen, over tevredenheid met het leven, over perspectieven voor de toekomst. Ik vertrek met een enorm trots gevoel, omdat het doorgronden van wat zich in onze samenleving voltrekt op basis van feiten en gedegen analyses in ons land ertoe doet. De politiek wordt voortdurend de spiegel voorgehouden.’

Wat is de relatie tussen het SCP en het CBS?

‘Het werk van het SCP en het CBS is heel complementair. Cijfers, data en kwalitatief onderzoek vullen elkaar naadloos aan, geven elkaar meer waarde. Na negen jaar ervaring bij het SCP pleit ik er voor om die ‘mixed methods’ nog veel vaker toe te passen. Het is immers onmogelijk om de ingewikkelde maatschappelijke werkelijkheid met alleen cijfers te begrijpen. Want wat gaat er achter die cijfers schuil? Daar is dan meer kwalitatief onderzoek voor nodig, in een zoektocht naar mechanismen en verklaringen voor vraagstukken als ongelijkheid of ervaren discriminatie. Het is ook geen kwestie van harde data en zachte duiding. Sommige zaken kunnen lange termijn of zacht lijken – bijvoorbeeld hoe vertrouwen in de politiek of in elkaar zich ontwikkelt – en dat krijg je op enig moment keihard in het gezicht terug als je het zicht erop onderweg verloren bent. Een vurig pleidooi dus voor mixed methods, en constructieve dialoog tussen disciplines en methodieken.’

Hoe kijkt u terug op de samenwerking met het CBS?

‘Het CBS is voor een planbureau als het SCP een van de belangrijkste samenwerkingspartners, eigenlijk de belangrijkste! De samenwerking op het terrein van dataverzameling, maar ook het na– en meedenken over de vraagstukken van de toekomst en hoe we die met elkaar kunnen blijven doorgronden en onderzoeken, maakt dat we het ook echt als teamwork zien en ervaren. Zo hebben we rond het onderzoeken van brede welvaart met elkaar stappen kunnen zetten, maar is het CBS ook betrokken bij onze nieuwe data–infrastructuur ‘Nederland in Beeld’. Medewerkers hebben al jarenlang goede contacten en weten elkaar makkelijk te vinden. En ook op directieniveau is er regelmatig contact en is er een open, constructieve samenwerking. Ik kijk daar met plezier op terug.’

Wat zouden het CBS en het SCP met elkaar moeten afspreken om een relevante bijdrage aan het publieke discours te kunnen blijven leveren?

‘De huidige samenwerking met kracht en plezier voortzetten. Nederland mag trots zijn op het CBS en de verzameling van feiten en inzichten over onze samenleving en economie. En Nederland mag ook trots zijn op het SCP dat met data van het CBS en ook eigen dataverzameling de verbinding naar het beleid en de politiek maakt. Dat is complementair en blijft zeker relevant. Het is wel van belang om ook de dataverzameling en de manier van kijken naar data steeds weer tegen het licht te houden. Maatschappelijke vraagstukken veranderen, en als dataverzameling veroudert en niet meer de kern van die kwesties pakt dan loop je achter de feiten aan. We zullen dus steeds opnieuw de bereidheid moeten hebben elkaar in de ogen te kijken en de vraag te stellen: doen we nog het goede en doen we dat goed genoeg?’

Ondanks de grote hoeveelheid beschikbare feiten en cijfers en de vele kundige onderzoeksinstituten die maatschappelijke ontwikkelingen in kaart brengen en duiden, lijkt het maatschappelijke debat alleen maar meer door emoties gevoed. Hoe verklaart u dat?

‘We leven in een wereld die steeds meer en steeds sneller gebeurtenissen deelt en communiceert, waarbij het onderscheid steeds lastiger te maken is tussen feit en fictie, korte en lange termijn, maar ook tussen groot en klein leed. Veel berichtgeving en debat vindt plaats in het hier en nu, kortstondig en steeds heftiger gebracht. In die omgeving is het niet altijd eenvoudig om rust en vertraging in te bouwen. De coronacrisis liet bijvoorbeeld zien dat de korte termijn effecten en de druk om gelijk te handelen het zicht op lange termijn effecten voor samenleving en economie belemmert. Het is de taak van de wetenschap om zich daar niet in mee te laten slepen, maar om steeds andere perspectieven en vergezichten op tafel te leggen. Dat zullen we wel steeds persoonlijker en toegankelijker moeten doen. Mensen willen een boodschap best vertrouwen, maar dan moet ook de boodschapper met gezag en vertrouwen de boodschap over kunnen brengen en zich kunnen verantwoorden over de onderbouwing ervan. Investeren in sterke en verantwoorde wetenschapscommunicatie is de komende jaren cruciaal voor de plek van wetenschap in onze samenleving en in het maatschappelijke debat.’

In uw laatste boek ‘Het einde van de BV Nederland’ bepleit u een nieuw sociaal contract, een overheid met visie en het herstel van het onderlinge vertrouwen tussen burgers en overheid. Hoe kan dat tot stand komen?

‘Inderdaad, er is meer maatschappijvisie nodig die de richting wijst hoe we met elkaar met de vraagstukken van duurzaamheid en inclusie om willen gaan naar de toekomst toe. Het sociaal contract is overdrachtelijk bedoeld, maar geeft aan wat burgers, overheden, bedrijven en instellingen op weg naar die toekomst van elkaar mogen en moeten kunnen verwachten. Dat is niet zomaar een makkelijk verhaal, het vraagt geven en nemen. Solidariteit vraagt offers van iedereen. Onze samenleving verandert snel en met forse impact. Deze periode is een overgang van type samenleving. Dat gebeurt eens in de zoveel tijd. Alle sociale, economische en politieke relaties en systemen staan onder druk staan en kraken en schuren soms. Dat is begrijpelijk, want het loslaten van oude patronen gaat niet zo makkelijk. Twee grote kwesties spelen daarbij nu steeds een rol, namelijk hoe kunnen we een meer duurzame manier van samenleven en omgaan met onze leefomgeving en het klimaat ontwikkelen, opdat ook generaties na ons kunnen leven. En daarnaast is de vraag hoe inclusief die samenleving is, wie mee kan doen en wie niet in alle snelheid en veranderingen.’

Met andere woorden: het zijn complexe vragen, vooral omdat ze vanuit alle lagen van de samenleving beantwoord moeten worden?

‘Ja, het sociaal contract is van iedereen, niemand is er alleen de eigenaar van. De politiek kan het ons dus ook niet zomaar opleggen. Er is dialoog nodig, samenwerking met burgers en bedrijven. Onze traditie van polderen kan daarbij helpen, we hebben instanties als de SER en sectorale overleggen. Maar ook burgerberaden en andere manieren om mensen bij die toekomst te betrekken zijn cruciaal, om de samenleving in een verhaal over ons land mee te nemen. In wat voor land willen we leven over vijftien tot twintig jaar? De wetenschap is ook een cruciale partner in het sociaal contract, want kennis en inzicht helpen, net als het verkennen van oplossingen voor ingewikkelde kwesties, net als hun effectiviteit en het draagvlak ervoor.’

Wat gaat u nu doen?

‘Eerst deze zomer goed uitrusten en op me in laten werken hoe mooi de periode is geweest die ik samen met het SCP mocht oplopen. U vindt deze zomer een dankbaar mens aan de Hollandse kust, en wellicht nog ergens anders.’

Famous last words voor het SCP?

‘Prof. dr. Karen van Oudenhoven krijgt de mooiste baan van Nederland met geweldige collega’s, en haar toekomstige collega’s krijgen een geweldige directeur!’