Albert Verlinde is lyrisch over de plannen voor de musical die in mei en juni 2022 wordt uitgevoerd in een van de hallen van MECC Maastricht. 80 voorstellingen, 7 dagen per week, meer dan 75 acteurs en dat twee maanden lang. “Het is een droom die uitkomt”, zegt Verlinde. “Een samenwerking tussen een vrije producent en Toneelgroep Maastricht. Het idee voor de spektakelmusical heb ik al jaren en nu wordt dit eindelijk werkelijkheid. Het toeval wil dat Servé Hermans, artistiek directeur van Toneelgroep Maastricht, ook al jaren rondliep met het idee iets met ‘Dagboek van een herdershond’ te doen. Nu kunnen wij dit samen oppakken en is er een mooie samenwerking ontstaan. Albert Verlinde Producties en Servé Hermans produceren de musical gezamenlijk. Servé tekent voor de regie.”
Bijna heel Nederland zat voor de televisie toen de KRO de 16-delige televisieserie onder regie van Willy van Hemert uitzond in 1978. De rol van Kapelaan Erik Odekerke werd gespeeld door de Vlaamse acteur Jo de Meyere. In de serie wordt de jonge en naïeve Kapelaan Erik Odekerke in 1914 in een Limburgse gemeente geplaatst. Door zijn sociale bewogenheid en zijn verlegenheid steekt hij sterk af bij zijn baas, Pastoor Bonhomme. De laatste is conservatief en Odekerke komt als gevolg van zijn naïviteit regelmatig in botsing met de lokale bevolking.
Inspiratie voor de musical komt deels uit de eigen jeugd van Verlinde, die hij doorbracht in Susteren. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw zat Verlinde in Susteren op de basisschool. Jongens en meisjes gescheiden. “Ik zong in het koor bij de Pater met wie we ook op bedevaart naar Banneux gingen”, vertelt de theaterproducent. Het was nog echt het strenge, Katholieke zuiden. Het mooie van Dagboek van een herdershond is dat de tv-serie zich afspeelt in Limburg ten tijde van de opkomst van de mijnen in het Katholieke zuiden. Het openen van de mijnen en ook de aankondiging van de sluiting door Joop den Uyl speelden zich af in een tijdsbestek van één mensenleven. Dat is ook de beginscène van de musical. Kapelaan Odekerke luistert naar de radio naar de toespraak van de premier waarin het einde van de mijnen wordt aangekondigd.
“Van het mijnverleden is nu vrijwel niets meer terug te zien in Limburg, terwijl de mensen nog steeds nostalgische gevoelens hebben aan die tijd. Elke Limburger heeft wel ‘iets’ met de mijnen. Dat gevoel komt met de musical terug”, zegt Verlinde. Regisseur Servé Hermans zegt dat ‘Dagboek van een herdershond’ de ziel van de zuiderling laat zien. “We leven nu, maar de Limburger ontleent zijn identiteit deels aan het rijke Roomse leven. Iedereen weet, daar kom ik vandaan, uit dat dorp met die kerk in het midden. De opkomst van de mijnen zorgde voor welvaart, maar was ook tegelijkertijd een bedreiging voor het rijke Roomse leven. Boeren verkochten hun grond aan de staat om mijnbouw mogelijk te maken. Arbeiders verruilden werken op het land voor werk ondergronds. Al die aspecten willen we in de musical laten zien.”
Op dit moment wordt gewerkt aan het script. Vanaf augustus/september volgen de audities voor de rolverdeling. In het speciale pop-up theater in het MECC is straks plaats voor 1800 toeschouwers per voorstelling.
