Pastoor protesteert bij vleesfabriek tegen ‘moderne slavernij’

Leestijd: 2 minuten
-COESFELD (D) (KNA) De Priester en mensenrechtenactivist Peter Kossen heeft zaterdag met een aangekondigde een-mans-actie, tegen de arbeidsvoorwaarden in vleesfabrieken en slachthuizen gedemonstreerd.

Bijna drie uur lang stond hij met protestborden met teksten als ‘Stop moderne slavernij’ ” voor de poort van de firma ‘Westfleisch’ in het Duitse stadje Coesfeld. De slachterij werd afgelopen vrijdag per direct gesloten, nadat meer dan 100 personeelsleden als positief uit een Coronavirustest kwamen.

“Dts is nog maar het begin”, zei Kossen tegen Katholischen Nachrichten-Agentur (KNA): “Wij moeten de openbaarheid zoeken en aan de alarmbel trekken, het blijkt dat men niet op de bedrijven kan blijven vertrouwen.” Dat betreft niet alleen ‘Westfleisch’, maar ook vele andere vleesverwerkende bedrijven. Hij hoopt, dat de deelstaat Niedersachsen nu ‘bijdraait’ en ook andere slachthuizen en bedrijven “beter controleert en waar nodig sluit”.

Seizoenarbeiders waren niet beschermd tegen virus

“Een radicale verandering in het systeem is noodzakelijk”, voegt de theoloog toe. Onder andere moet het Corona-voorschrift ‘Een mens – een ruimte’ ook in de vleesindustrie worden ingevoerd. Momenteel worden de, veelal buitenlandse werknemers, in grote gebouwen met slaapzalen ondergebracht, waar vaak barre hygiënische toestanden heersen. Bovendien worden velen van hen “in volgepropte bussen naar het werk gebracht”, wat het infectierisico verder verhoogd.

Seizoenarbeiders in de vleesindustrie en landbouw zijn in de regel onbeschermd tegen het virus, aldus Kossen. Hun leefomstandigheden moeten ingrijpend worden aangepakt. Verdere besmettingen zijn niet uitgesloten. De autoriteiten moeten dergelijke bedrijven “bij de kladden pakken”, opdat deze voor menswaardige arbeidsomstandigheden zorgen. Bij voorbeeld moeten zij vrije hotelcapaciteit en andere alternatieven voor een betere huisvesting benutten.

Ook dient er controle plaats te vinden, volgens de Pastoor, of de werknemers na de verplichte sluiting van de bedrijven wel doorbetaald worden. Zij zijn vaak bij dubieuze uitzendbedrijven of onderaannemers in dienst en daardoor werkzaam onder dubieuze omstandigheden, die men juist in deze tijden hard moet aanpakken, aldus Kossen: “Als de politiek het wil, kan zij dat controleren en regelen.”