Het is “te vroeg”, dat te kunnen zeggen; De Notre-Dame is “altijd nog in gevaar”, zei Georgelin tegenover Franse media. Hij is hoopvol gestemd, maar nog steeds geldt, dat wij de toestand van de gewelven in de gaten moeten houden.
Het beeldbepalende monument in de Franse hoofdstad werd in april 2019 door een grote brand sterk beschadigd, vermoedelijk veroorzaakt door werkzaamheden aan het dak. De houten kap uit de middeleeuwen, delen van de gewelven en diverse toevoegingen uit de 19e eeuw werden vernield. Staatspresident Emmanuel kondigde nog tijdens de brand aan dat de Kathedraal zou worden herbouwd en in 2024 weer zal stralen.
Kort daarna benoemde hij Georgelin tot zijn gevolmachtigde voor de restauratie. De maatregelen om het restant van het gebouw veilig te stellen duren voort. De eerst-volgende klus is om de steigers van voor de brand af te breken. Deze complexe klus geldt als zeer gevaarlijk voor de stabiliteit van de gewelven. De eigenlijke wederopbouw moet in 2021 beginnen. Bijna een miljard Euro is door in totaal 320.000 donateurs toegezegd, maar nog niet volledig ontvangen, bij lange na niet zelfs.
De co-ordinatrice van Duitse zijde bij de wederopbouw, de voormalige Keulse Dom-restaurateur/conservator Barbara Schock-Werner, zei een aantal dagen geleden, dat in haar ogen, de wederopbouw van de Notre-Dame nog wel enkele decennia kan duren. Maar ondanks alle problemen blijft zij optimistisch, dat de beroemde Kathedraal op een dag er weer net zo bijstaat, als voor de brand.
