Kabinet erkent extra leed uithuisgeplaatste kinderen

Leestijd: 3 minuten

 

Maandag 30 juni 2025 – 14:20 uur – Bron: Redactie Binnenland/Min. van V & J – Beeld: MB

-’s Gravenhage- Het kabinet erkent het extra leed dat kinderen hebben ervaren door zowel de toeslagenaffaire als daaropvolgende uithuisplaatsingen. In een brief aan de Tweede Kamer reageren de staatssecretarissen Rechtsbescherming, Herstel en Toeslagen, en Jeugd, Preventie en Sport op het rapport ‘Erfenis van onrecht’ van de commissie Toeslagen en Uithuisplaatsingen. Het kabinet  kondigt concrete maatregelen aan om de jongeren te ondersteunen.

“Deze jongeren zijn eerst geraakt door onterechte terugvorderingen van de Belastingdienst en vervolgens door uithuisplaatsing toen de oorzaken van gezinsproblemen onvoldoende werden herkend,” aldus staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken. “Het systeem van jeugdhulp en jeugdbescherming heeft uithuisplaatsingen bij hen niet kunnen voorkomen.”

Pijnlijke conclusies vragen om daadkrachtig handelen

Het rapport laat zien dat dat terugvorderingen door de Belastingdienst in veel gevallen leidden tot schulden, armoede en stress, waardoor gezinsproblemen ontstonden of vergrootten. Door tekortkomingen in wijkteams, jeugdhulp en jeugdbescherming werden de financiële oorzaken onvoldoende herkend, waardoor uithuisplaatsingen volgden die mogelijk voorkomen hadden kunnen worden.

“Deze jongeren dragen de negatieve impact nog elke dag met zich mee,” benadrukt staatssecretaris Herstel en Toeslagen Sandra Palmen “Wij zien en horen jullie en erkennen dat er door toedoen van de overheid veel leed is aangericht. Daarom willen we de jongeren helpen met wat zij het hardst nodig hebben.”

Drieledige aanpak: erkennen, ondersteunen, leren

Het kabinet erkent dat deze kinderen extra zijn getroffen door fouten van de overheid. De precieze vormgeving en invulling van deze expliciete erkenning, inclusief excuses, wil het kabinet met de betrokken partners en organisaties én met jongeren zelf uitwerken in een zorgvuldig proces. Ook wordt de bestaande kindregeling uitgebreid en verbeterd.

Er komt een landelijk steunpunt voor álle ouders en jongeren die mentale hulp zoeken. Daarnaast komt er een nieuwe regeling voor jongeren die uit huis zijn geplaatst en hulp willen bij opleiding en ontwikkeling. Het onafhankelijke Ondersteuningsteam dat gedupeerde ouders en kinderen helpt die met een uithuisplaatsing te maken hebben gehad, wordt voortgezet.

Het kabinet wil leren van de fouten die zijn gemaakt, onder andere door een integrale gezinsaanpak, versterking van rechtsbescherming in de jeugdbescherming en een cultuuromslag waarbij het vertrouwen in gezinnen centraal staat.

Jongeren centraal bij uitwerking

Het is belangrijk om het vertrouwen van de getroffen gezinnen terug te winnen. Daarom worden jongeren zelf nauw betrokken bij het uitwerken van de maatregelen. Zij krijgen een actieve rol, ook in de uitvoering, bijvoorbeeld in contact met lotgenoten of bij het geven van voorlichting aan jeugdhulporganisaties.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Het kabinet wil voorkomen dat gezinnen opnieuw hetzelfde leed ervaren en neemt lessen uit het rapport van Commissie Hamer mee. Het rapport benadrukt dat complexe problemen in gezinnen samenhangend moeten worden aangepakt en dat de jeugdsector gezinsgerichter moet werken.

“In de Hervormingsagenda Jeugd is afgesproken dat sterke lokale teams beter kijken naar wat jongeren en gezinnen écht nodig hebben. Hun situatie en leefwereld staan daarbij centraal. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor het kabinet, stelt Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, Judith Tielen”.

Deze beweging sluit aan bij het verbeteren van de jeugdbescherming via het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Het kabinet wil minder uithuisplaatsingen en betere, samenhangende hulp.

Samenwerking met ketenpartners

Organisaties als de Raad voor de Kinderbescherming, Gecertificeerde Instellingen en de Rechtspraak hebben eigen reflectietrajecten doorlopen en concrete verbetermaatregelen ingezet.
“We pakken dit gezamenlijk op,” concludeert Struycken. “Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dit leed niet opnieuw ontstaat en dat getroffen kinderen de ondersteuning krijgen die zij verdienen voor hun herstel en toekomst.”

Het kabinet informeert de Kamer voor eind 2025 over de voortgang van alle maatregelen.