-Rome- De omstreden Duitse curiekardinaal Gerhard Ludwig Müller heeft gewaarschuwd dat bisschoppen katholieken die de voorkeur geven aan de viering van de ‘Tridentijnse mis’ ertoe kunnen aanzetten zich aan te sluiten bij de sektarische Lefebvrische SSPX beweging. Hij heeft van sommige bisschoppen gehoord “dat katholieken die de nieuwere vorm van liturgie afwijzen, thuis kunnen blijven of naar de Lefebvrianen kunnen gaan”, aldus Müller, volgens het persbureau KNA.
Maar het is niet de traditionele Mis die de kerk verdeelt. De oorzaak is eerder de spanningen tussen conservatieve en liberale stromingen binnen de rooms-katholieke kerk. Deze hebben zich sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) verdiept, vooral met betrekking tot de interpretatie van de vereiste hervormingen, aldus Müller, die van 2012 tot 2017 prefect was van de Congregatie voor de Geloofsleer in het Vaticaan.
De voortdurende toepassing van het document “Traditionis custodes” dat Paus Franciscus in 2021 publiceerde en dat de viering van de zogenaamde ‘Oude Mis’ ernstig beperkte, heeft deze spanningen ook verder doen toenemen. Volgens Müller is er een conflict tussen degenen die leerstellige en liturgische continuïteit willen behouden en degenen die pleiten voor een meer pastorale en inclusieve benadering.
De ‘Oude Mis’, die een priester viert met zijn rug naar de gelovigen toe en grotendeels in het Latijn spreekt aan het hoofdaltaar, werd na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) geleidelijk vervangen door een vernieuwde liturgie in de rooms-katholieke Kerk. Müller wil nu duidelijkheid van Paus Leo en roept deze op de oude mis weer toe te staan.
De SSPX, opgericht door aartsbisschop Marcel Lefebvre (1905-1991), verwerpt de meeste hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie. De belangrijkste twistpunten zijn liturgie, godsdienstvrijheid en oecumene. Aangezien de Sociëteit geen wettelijke status in de kerk heeft, is zij voor de wijding afhankelijk van haar eigen ongeldig gewijde bisschoppen.
Tegenbeweging
Vanaf midden jaren 1960 stroomden seminaristen die ongelukkig waren met de vernieuwingen van het Concilie, samen rondom Lefebvre. Aartsbisschop Lefebvre had zich inmiddels teruggetrokken in een Romeins klooster, maar zag zich genoodzaakt de seminaristen toch te helpen. Deze wilden graag dat Lefebvre voor hen in een aparte congregatie zou zorgen. De seminaristen waren teleurgesteld in de overige seminaries en congregaties. In 1970 richtte Lefebvre in het bisdom Fribourg de priesterbroederschap St. Pius X op. Hij vestigde zich in een seminarie in Econe met zijn groep seminaristen.
De Priesterbroederschap groeide doorheen de jaren 1970 tot een tegenbeweging van bepaalde tendensen binnen de rooms-katholieke kerk. Zij verwierp delen van het Tweede Vaticaans Concilie en celebreerde de liturgie steeds volgens de Tridentijnse ritus. Paus Paulus VI verbood echter iedere tegenwerking van de door hem geleide vernieuwingen in de liturgie en theologie. Lefebvre werd vermaand door Paulus VI met de brief Cum te, waarin Paulus VI Lefebvre opriep onvoorwaardelijk de moderniseringen door te voeren en zijn traditionalistisch apostolaat tegen de veranderingen van het Concilie te staken. De Priesterbroederschap van Lefebvre weigerde de in 1969 ingevoerde Nieuwe Liturgie (Novus Ordo Missae) van Paulus VI aan te nemen. Zij hield vast aan de Tridentijnse ritus voor de viering van de Mis. Het Latijn bleef gebruikt in het seminarie van Lefebvre. Over de gehele wereld zouden Lefebvres priesters kapellen en missiestaties oprichten waar zij de Tridentijnse mis opdroegen. De aartsbisschop zou zelf ook over geheel de wereld reizen om het vormsel toe te dienen aan de kinderen van gelovigen.
Conflict
In 1976 werd Lefebvre gesuspendeerd. Hij had het verbod genegeerd, dat het Vaticaan hem kort tevoren had opgelegd. Daarin werd geëist, dat Lefebvre op zou houden met de wijding van priesters voor zijn seminarie en de oude Mis.
Er zou een ernstig conflict ontstaan tussen het Vaticaan en Lefebvre. Gezien zijn vorderende leeftijd streefde Lefebvre echter naar een compromis met de inmiddels aangetreden Paus Johannes Paulus II. Lefebvre vroeg een bisschop te mogen wijden om zijn priesterbroederschap te kunnen blijven voorzien van priesters en de overige Sacramenten.
Het conflict kwam tot een hoogtepunt in 1986 toen de Paus in Assisi een interreligieuze bijeenkomst organiseerde waarbij hij de vertegenwoordigers van alle godsdiensten uitnodigde om te bidden voor de wereldvrede, doch ieder voor zijn eigen god. Dat was een nieuwigheid in de rooms- katholieke kerk. Zo zetten bijvoorbeeld de boeddhisten een boeddhabeeldje op het tabernakel van het altaar van de Franciscusbasiliek te Assisië om hun mantra-eredienst te houden. De Paus vond echter zijn initiatief een uitstekend voorbeeld van een toepassing van de teksten van Vaticanum II over de godsdienstvrijheid. Hij vroeg dat iedere bisschop in de wereld hem zou navolgen, wat dan ook onder meer gebeurde in talloze steden over de hele wereld. Vervolgens besloot men ook in Assisië om een Parlement van Religies op te richten om mee te werken aan een betere wereld. Dit parlement werd georganiseerd in 1993 door mgr. Bernardin in Chicago, waar in het Palmer Hotel 7000 vertegenwoordigers van 250 verscheidene religieuze groepen samen kwamen. Deze navolging van de paus in verband met de interreligieuze dialoog en samenkomsten werd sindsdien “de geest van Assisië” genoemd.
Lefebvre vond dat dit absoluut onmogelijk was volgens de rooms-katholieke traditie en dat het tegen het eerste gebod van God was (“Bovenal bemin één God, gij zult geen vreemde goden aanbidden, Ik ben een jaloerse God”). Daarom vond hij dat hij niet meer op Rome kon rekenen voor het behoud van zijn zogenaamd “experiment van de Traditie” en besloot bisschoppen te wijden, liefst met, maar indien nodig, zonder toelating van Rome.
Verder richtte de kritiek van Lefebvre zich tegen de”godsdienstig onverschilligheid dat volgens hem uit het decreet Dignitatis humanae sprak. Lefebvre was voorstander van het christendom als godsdienst van de Europese landen en van de sociale heerschappij van Christus Koning, die volgens Lefebvre erkend zou moeten worden door wetgever en door de Rooms-Katholieke Kerk te erkennen als ware godsdienst – ook op staatkundig en politiek niveau. De traditionalistische aartsbisschop was voorstander van vereniging met de afgescheiden oosterse kerken, maar alleen zonder enig compromis met de katholieke geloofsleer. Lefebvre preekte ook vurig over de noodzaak van de bekering en missionering van moslims en joden.
Excommunicatie
Nochtans probeerden zowel de Paus als Lefebvre tot een overeenkomst te komen. Zo tekende Lefebvre in mei 1988 een protocol met Joseph Ratzinger, waarin Lefebvre de wijding van één bisschop werd toegestaan.
Omdat de Heilige Stoel in de weken na de ondertekening van de overeenkomst vrijwel elke kandidaat verwierp die Lefebvre voor de bisschopsfunctie aandroeg, besloot Lefebvre zelf een beslissing te nemen. Lefebvre was er inmiddels van overtuigd, dat het Vaticaan het probleem van zijn priesterbroederschap biologisch wilde oplossen: wachten met de bisschopswijding door oneindig uitstellen totdat Lefebvre zelf zou sterven. In deze overtuiging wijdde Lefebvre op 30 juni 1988 tezamen met de Braziliaanse emeritus–bisschop De Castro Mayer vier van zijn priesters tot bisschop, zonder toestemming van het Vaticaan. In het motu proprio Ecclesia Dei Afflicta werd hij daarop door Paus Johannes-Paulus II geëxcommuniceerd.
- Door het voltrekken van deze daad, ondanks het formele monitum – waarschuwing gestuurd door de kardinaal-prefect van de Congregatie voor Bisschoppen op 17 juni j.l., hebben mgr. Lefebvre en de priesters Bernard Fellay, Bernard Tissier de Malerais, Richard Williamson en Alfonsus de Galarreta de zeer zware straf van de excommunicatie opgelopen, zoals voorzien in de kerkelijke discipline.
 
Berouw over de bisschopswijdingen “gedaan in een noodtoestand voor het overleven van mijn dierbare Heilige Roomse Kerk” zou Lefebvre tot zijn dood niet tonen. Hijzelf, zijn aanhangers, maar eveneens belangrijke kerkjuristen en kardinalen uit kringen van het Vaticaan, zagen en zien de excommunicatie van 1988 als niet opgelopen ofwel ongeldig; zij zagen en zien een schisma als onbestaand. Kardinaal Castrillón Hoyos bevestigde de laatste bewering in november 2005, toen hij verklaarde dat men niet van een schisma kan en mag spreken.
In 1989 veroorzaakte aartsbisschop Lefebvre nog een rel door op TV te waarschuwen voor de “isla,isering van Frankrijk” en de “kolonisatie” van stadsdelen door moslim-immigranten. Lefebvre verklaarde de Franse regering op te roepen tegen de islamisering op te treden, om te voorkomen, dat vrouwen en kinderen van christelijke Fransen in slavernij zouden worden weggevoerd naar de Arabische wereld; hij verklaarde negatieve ervaringen met de politieke islam in delen van Afrika te hebben opgedaan. Lefebvre werd voor zijn uitspraken veroordeeld wegens aanzetten tot haat en discriminatie.
Overlijden
In 1991 overleed Lefebvre in een Zwitsers ziekenhuis, omringd door zich priester noemdende volgelingen. Hij werd met een pompeuze en dure uitvaartliturgie bijgezet in de crypte van het seminarie te Econe. Hij wordt door ultra-conservatieve ‘katholieken’ als een heilige vereerd, als degene aan wie zij het overleven van hun overgeleverde ‘rooms-katholiek geloof’ en van de traditionele Romeinse liturgie te danken hebben.
De traditionalistische aartsbisschop Lefebvre moet niet verward worden met zijn volle neef kardinaal Joseph-Charles Lefebvre, die volgens sommigen zelfs eerder modernistische opvattingen had.


                    
                    
                    

















         
      
    
          
    
  