-Fribourg- De katholieke liefdadigheidsinstelling Kerk in Nood heeft een nieuwe aanval van de islamistische groepering ADF in Ntoyo (Noord-Kivu, DRC) veroordeeld, waarbij minstens 64 doden zijn gevallen. De organisatie betuigt haar solidariteit met de slachtoffers, hekelt het toenemende geweld tegen christenen en roept de internationale gemeenschap op om dringend beschermende maatregelen te nemen.
De Pauselijke stichting betuigt haar diepe ontsteltenis en solidariteit met de families die getroffen zijn door de brute aanval die plaatsvond tussen 8 en 9 september in de stad Ntoyo, parochie van Sint-Jozef van Manguredjipa, in de provincie Noord-Kivu, in de Democratische Republiek Congo.
De aanval, toegeschreven aan de gewapende groep ADF (Allied Democratic Forces), kostte volgens lokale bronnen dicht bij de stichting minstens 64 mensen het leven, van wie velen werden gedood tijdens een wake. De aanvallers gebruikten vuurwapens en hamers en staken gericht een aantal huizen in brand, wat wijst op een vooropgezette terreurstrategie. De lokale autoriteiten zijn begonnen met het begraven van de slachtoffers en het nemen van nieuwe veiligheidsmaatregelen.
De in Oeganda gevestigde ADF is een islamistische opstandelingengroep die zich sinds 2019 formeel heeft aangesloten bij Islamitische Staat (IS) en zich heeft geïntegreerd in de Centraal-Afrikaanse Provincie (IS-CAP). De groep is verantwoordelijk voor meerdere bloedbaden in Oost-Congo, gekenmerkt door extreem geweld tegen burgers, met name christenen.
De situatie in Congo verslechtert
Deze aanval volgt op een reeks recente wreedheden die door Kerk in Nood zijn gemeld. Op 27 juli werden minstens 40 mensen, onder wie veel jongeren, gedood tijdens een gebedswake in een kerk in Komanda, Ituri. In februari werden in een protestantse kerk in Lubero meer dan 70 lichamen gevonden, waarvan velen geboeid en onthoofd.
De situatie in Oost-Congo is alarmerend. Het geweld is toegenomen in Noord- en Zuid-Kivu, wat heeft geleid tot massale ontheemding en een ernstige humanitaire crisis. Hoewel verschillende provincies al jaren in staat van beleg zijn, met de aanwezigheid van Congolese strijdkrachten (FARDC), Oegandese troepen (UPDF) en de VN-missie (MONUSCO), gaan de aanvallen door. De Nationale Bisschoppenconferentie van Congo (CENCO) heeft gehekeld dat de bevolking in deze gebieden nog steeds slachtoffer is van moorden en ontvoeringen en beschrijft de gebeurtenissen als “haatdragende bloedbaden” tegen onschuldige gelovigen.
Kerk in Nood benadrukt nogmaals haar betrokkenheid bij de kerk in de Democratische Republiek Congo, een van de tien landen die de meeste hulp van de stichting ontvangen, en vraagt om gebeden voor de slachtoffers van deze laatste aanval, hun families en de gehele christelijke gemeenschap.
Het roept de internationale gemeenschap ook op om dringend actie te ondernemen. Het is absoluut noodzakelijk om burgers te beschermen, godsdienstvrijheid te garanderen en te werken aan duurzame vrede in deze regio, die geteisterd wordt door meer dan 120 milities en gewelddadige groeperingen die straffeloos opereren in de oostelijke provincies van de Democratische Republiek Congo, waaronder Ituri, Noord-Kivu, Zuid-Kivu en Tanganyika.