Kerkmusici maken zich zorgen over de toekomst van koren en organisten

Volgens een telefonische rondgang langs een 20-tal parochies zijn de kerkkoren in de afgelopen tien jaar ruim gehalveerd in ledental, vooral vanwege leeftijd of overlijden. Aanwas is er nauwelijks. Niets stoot jongeren in de kerk zo af als koor- en orgelmuziek.

19e Eeuw

“Historisch gezien is het zo dat alle koren eigenlijk uit de 19e eeuw komen en het lijkt er op dat daar nu definitief een eind aan komt, het spreekt eenvoudig weg niet meer aan”, zegt kerkhistoricus/musicus Arend Velema uit Wezep. “Wij ervaren dit ook met het parochies en gemeentes, waarvan het functioneren, veel meer dan 30 of 40 jaar geleden, duidelijk in vraag wordt gesteld.”

Volgens Velema is het afwachten wat er van overblijft. “Ik weet zeker dat koormuziek zal blijven. Maar wellicht heel anders, bijvoorbeeld kleine ensembles van hooguit 5 personen. Misschien komen er ook nieuwe instrumentale groepen, want dat merkten wij ook in coronatijd. Er zijn veel mensen die geïnteresseerd zijn om iets met hun instrument in de kerk te doen en zij zijn er ook meer bij betrokken. Zij kunnen dan het groeiend gebrek aan organisten opvangen. In sommige gevallen zijn er al compleet nieuwe formaten ontwikkeld.”

Nieuwe pandemie en verwarming

In Europa wordt ernstig rekening gehouden met een nieuwe pandemie in de herfst. Kerken hebben de overheid geadviseerd bij een eventuele pandemie soepeler te zijn richting kerken. De kerken zijn hoger in bouw, de aerosolvervuiling is daardoor beduidend lager, daardoor kan men veiliger zingen, zeker met kleine ensembles.

“Maar als het in de winter tien graden is in de kerken, wat denkbaar is, dan denk ik dat veel van de oude mensen zeker niet meer zullen komen. Er spelen zoveel factoren een rol. Hoe dat precies gaat, weet alleen de Heere”, aldus Velema.