Bisschop Schneider en de gay-prides

Leestijd: 7 minuten

COLUMN: Hulpbisschop Athanasius Schneider schreef onderstaand commentaar op de overal opduikende gay prides vanuit katholieke overtuiging

In de afgelopen decennia verspreidden zich “gay pride” parades over vele steden van de Westerse wereld. Het duidelijke doel van dit steeds maar groeiende verschijnsel is het overnemen van stadpleinen van alle steden van de Westerse wereld en op de lange termijn de steden van heel de wereld met uitzondering van de islamitische landen omdat men bang is van voorspelbare gewelddadige tegenacties. Deze demonstraties worden gehouden met enorme financiële en logistieke inspanningen, begeleid door de propaganda die ondersteund wordt door de meest invloedrijke krachten van het publieke leven, namelijk de politieke elites, de sociale media en machtige economische en financiële instellingen. Een dergelijke unanieme steun van de kant van deze openbare instellingen was typisch bij historische totalitaire systemen met de bedoeling een bepaalde ideologie aan de samenleving op te leggen. De zogenaamde “gay pride” demonstraties lijken onmiskenbaar op de propagandamarsen van de diverse totalitaire politieke regimes uit het verleden.
Er is echter een erg belangrijke stem in het publieke leven die zich nog niet officieel, of voor een groot gedeelte, heeft aangesloten bij dat eensgezinde koor van steun voor de zogenaamde “gay pride” parades. Deze stem is die van de katholieke Kerk. Het totalitarisme van de homoseksuele genderideologie probeert zijn meest ambitieuze doel te bereiken en dat is het veroveren van het laatste bastion van verzet, dat is de katholieke Kerk.
Ondertussen is ongelukkigerwijs het doel als enigszins bereikt. We hebben immers kunnen zien dat een groeiend aantal priesters, en zelfs bisschoppen en kardinalen publiekelijk op verschillende manieren hun steun uitdrukken voor deze totalitaire marsen, “gay pride” genoemd. Deze priesters, bisschoppen en kardinalen worden daardoor vertegenwoordigers en verdedigers van een ideologie die een directe belediging betekent van God en van de waardigheid van de menselijke persoon, geschapen als man en vrouw, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God.
Genderideologie of de ideologie van de homoseksualiteit betekent een opstand tegen het scheppingswerk van God dat zo bewonderenswaardig wijs en liefdevol is. Het is een opstand tegen de schepping van de mens in twee geslachten – man en vrouw – die elkaar noodzakelijk en wonderbaar aanvullen. Homoseksuele of lesbische handelingen ontheiligen het mannelijk of het vrouwelijk lichaam wat de tempel van God is. Inderdaad zegt de Heilige Geest: “Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten. Want de tempel van God is heilig en die tempel zijt gij” (1 Kor. 3, 17) De Heilige Geest verklaart in de Heilige Schrift dat homoseksuele daden schandelijk zijn, omdat zij ingaan tegen de natuur zoals die door God geschapen is: “Daarom heeft God hen overgeleverd aan onterende hartstochten. Hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke. Eveneens hebben de mannen de natuurlijke gemeenschap met vrouwen opgegeven en zijn in lust voor elkaar ontbrand: mannen plegen ontucht met mannen. Zo ontvangen zij aan den lijve het verdiende loon voor hun afdwaling. En daar zij het niet de moeite waard hebben geacht God te erkennen, heeft God hen prijsgegeven aan hun nietswaardige gezindheid zodat zij alles doen wat niet te pas komt.” (Rom. 1, 26-28) De Heilige Geest verklaart dan dat mensen die ernstig zondige daden stellen, ook homoseksuele daden, het eeuwig leven niet zullen beërven: “Weet gij niet dat zij die onrecht plegen het koninkrijk Gods niet zullen erven? Maakt uzelf niets wijs! Hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders, dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, oplichters, zij zullen het koninkrijk Gods niet erven.” (1 Kor. 6, 9-10)
Toch heeft de genade van Christus zulk een macht dat zij een afgodendienaar, een echtbreker of een praktiserende homoseksueel kan omvormen tot een nieuwe mens. De geciteerde tekst uit het woord van God gaat verder: “” En sommigen van u zijn dat wel geweest, maar nu zijt gij rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.” (1 Kor. 6, 11) Geconfronteerd met deze waarheid en de werkelijkheid betreffende de genade schijnt het licht van de hoop en de werkelijke vooruitgang helder op het anti-goddelijke en anti-menselijke toneel van de ideologie en de praktijk van homoseksualiteit; dat wil zeggen de hoop en de werkelijke mogelijkheid dat iemand die homoseksuele handelingen stelt omgevormd kan worden tot een nieuwe mens, geschapen in de waarheid van de heiligheid: “Maar gij hebt de Christus zo niet leren kennen! Want gij hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderricht naar de waarheid die in Jezus is: dat gij de oude mens van uw vroegere levenswandel, die te gronde gaat aan zijn bedrieglijke begeerten, moet afleggen en dat geheel uw denken zich moet vernieuwen. Bekleedt u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid.”(EF. 4, 20-24) Deze woorden van God zijn de enige boodschap van hoop en bevrijding die een christen, en meer nog een priester en een bisschop moeten brengen aan mensen die homoseksuele daden stellen of de genderideologie propageren.
Het totalitarisme en de onverdraagzaamheid van de genderideologie vragen ook volgens hun eigen logica totalitaire volgzaamheid. Alle sectoren van de samenleving, en dus ook de katholieke kerk, moeten daarom verplicht worden op een of andere manier de acceptatie van deze ideologie uit te drukken. Een van de meest verspreide en concrete middelen om deze ideologie op te leggen ligt in de zogenaamde “gay pride” parades.
Het kan niet worden uitgesloten dat de katholieke Kerk in de niet al te verre toekomst geconfronteerd zal worden met een situatie die te vergelijken is met de situatie van vervolging door  het Romeinse Keizerrijk in de eerste drie eeuwen, toen een volgen van de totalitaire ideologie van de afgodendienst ook voor christenen verplichtend was. In die tijd bestond de toetsing of de controle van een dergelijke aanhankelijkheid in de burgerlijke en politiek correcte handeling van enkele wierookkorrels branden voor het beeld van een afgod of van de keizer.
Nu wordt in plaats van het branden van enkele wierookkorrels het gebaar van solidariteit met de “gay pride” parades aangeboden door een warm welkom van de clerus en zelfs door een speciale gebedsdienst ter ondersteuning van de vermeende rechten op homoseksuele activiteiten en de verspreiding van hun ideologie. Wij zijn getuige van het ongelooflijke scenario waarin sommige priesters en zelfs bisschoppen, zonder te blozen, al wierookkorreltjes offeren aan de afgod van de homoseksualiteit of genderideologie voor het applaus van de machtigen van deze wereld, dat wil zeggen voor het applaus van de politici, de sociale mediagianten en de machtige internationale organisaties.
Wat is het correcte antwoord van een christen, een katholiek, een priester en een bisschop op het zogenaamde “gay pride” fenomeen? Op de eerste plaats moet men met liefde de goddelijke waarheid verkondigen over de schepping van de menselijke persoon, de waarheid verkondigen van de objectieve psychologische en seksuele ongeordendheid van homoseksuele tendensen en dan praten over de waarheid betreffende de mensen in nood en discrete hulp voor mensen met homoseksuele neigingen zodat zij zorg ontvangen en bevrijding van hun psychologische handicap.
Dan moet men ook de goddelijke waarheid verkondigen betreffende het zwaar zondige karakter van homoseksuele daden en de homoseksuele leefstijl omdat die tegen de wil van God zijn. Men moet met echt broederlijke bezorgdheid de goddelijke waarheid verkondigen betreffende het eeuwig verloren gaan van de zielen van praktiserende en  niet berouwvolle homoseksuelen.
Daarenboven moet men burgerlijke moed tonen en alle beschikbare vreedzame en democratische middelen gebruiken om te protesteren tegen de minachting voor de christelijke overtuigingen en tegen het publiek vertoon van mensonterende schunnigheden. Men moet protesteren tegen het opdringen – aan de bevolkingen van hele steden – van marsen gekenmerkt door politiek-ideologische strijdbaarheid. Het belangrijkste echter ligt in de geestelijke middelen. Het krachtigste en waardevolste antwoord ligt uitgedrukt in publieke en private oefeningen van eerherstel aan de goddelijke heiligheid en majesteit, die zo ernstig en publiek beledigd wordt door zogenaamde “gay pride” parades.
Nauw verbonden met de oefeningen van eerherstel is het vurig gebed voor de bekering en het eeuwig heil van de zielen van de organisatoren en activisten van de homo-ideologie en met name voor de zielen van de beklagenswaardige mensen die de homoseksualiteit in praktijk brengen.
Mogen de volgende woorden van de pausen kracht geven aan het juiste katholieke antwoord op het zogenaamde “gay-pride” fenomeen.
Paus Johannes Paulus II protesteerde tegen de “gay pride” parade in Rome in 2000 met de woorden: “Ik voel mij verplicht te spreken over de bekende [gay pride] demonstraties die de afgelopen dagen in Rome gehouden zijn. In naam van de Kerk van Rome kan ik slechts mijn diepe droefheid uitspreken bij….. de aanval op de christelijke waarden van een stad die zo dierbaar is aan de harten van de katholieken over heel de wereld. De Kerk kan niet zwijgen over de waarheid omdat ze dan tekort zou schieten in haar trouw aan God de Schepper en niet zou helpen onderscheid te maken tussen goed en kwaad. (Angelustoespraak, 9 juli 2000).
De huidige paus, paus Franciscus, heeft bij verschillende gelegenheden gewaarschuwd tegen het gevaar van de genderideologie toen hij bijv. zei:
“U, Irina, noemde een grote vijand van het huwelijk in onze tijd: de gendertheorie. In onze tijd is er een wereldoorlog die het huwelijk wil vernietigen. In onze tijd is er een ideologische kolonisatie die, niet met wapens maar met ideeën, vernietiging brengt. Daarom is het nodig dat wij onszelf verdedigen tegen ideologische kolonisatie.” (Ontmoeting met priesters, religieuzen, seminaristen en pastorale werkers, Tbilisi op 1 oktober 2016).
Bij een andere gelegenheid zei hij:
“Wij maken op het ogenblik een moment mee van vernietiging van de mens als beeld van God. Ik zou met dit aspect willen besluiten omdat achter dit alles ideologie zit. In Europa, Amerika, Latijns-Amerika, Afrika, in sommige landen van Azië vinden er echte vormen van ideologische kolonisatie plaats. En een ervan – ik zal het duidelijk bij name noemen – is de ideologie van de gender. In onze tijd wordt kinderen – kinderen! – op school geleerd dat iedereen zijn of haar geslacht kan kiezen. Waarom leren ze dat? Omdat de boeken gegeven worden door de personen en de instellingen die u geld geven. Deze vormen van ideologische kolonisatie worden dan ook gesteund door invloedrijke landen. En dat is vreselijk! In een gesprek met paus Benedictus, die in goede gezondheid is en scherp van geest, zei hij tegen mij: ‘Heiligheid, dit is het tijdperk van de zonde tegen God de Schepper’. Hij is zeer scherp van geest. God schiep man en vrouw; God schiep de wereld op een bepaalde manier…. en wij doen net het tegenovergestelde. God gaf ons dingen in een ‘ruwe’ staat, zodat we een cultuur kunnen scheppen; en dan vormen wij met deze cultuur dingen die ons terug brengen in deze ‘ruwe’ staat! De bedenking van paus Benedictus moet ons aan het denken zetten: ‘Dit is het tijdperk van de zonde tegen God de Schepper’. (Ontmoeting met de Poolse bisschoppen bij gelegenheid van 31ste Wereldjongerendag,Krakau , 27 juli 2016).
De echte vrienden van de mensen die mensonterende activiteiten organiseren en voorstaan gedurende de zogenaamde “gay pride” parades, zijn die christenen die zeggen:
– Ik zal geen korreltje wierook branden voor de afgod van de homoseksualiteit en de gendertheorie, zelfs als – God verhoede het! – mijn pastoor of mijn bisschop dat zouden doen.
– Ik zal private en publieke oefeningen van eerherstel doen en voorbeden zeggen voor de eeuwige redding van de zielen van allen die homoseksualiteit promoten en in praktijk brengen.
– Ik zal niet bang zijn van het nieuwe ideologische totalitarisme van de genderideologie, want Christus is met mij. En omdat Christus al de totalitaire regimes van het verleden heeft overwonnen, zal Hij ook het totalitarisme van de genderideologie in onze eigen tijd overwinnen.
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat!
28 juli 2018
+ Athanasius Schneider, Hulpbisschop van het aartsbisdom van de Allerheiligste Maria in Astana.
Foto: EWTN