Toon van Oeffelt promoveert op studie over geschiedenis van abdij Kloosterrade-Rolduc

Leestijd: 2 minuten
Donderdag 10 november 2022 – 11:01 uur – Bron: Redactie kerk/OU – Beeld: Prive
 -Rolduc- Op DV vrijdag 18 november 2022 om 16.00 uur verdedigt Toon van Oeffelt zijn proefschrift met als titel ‘Nicolaas Heyendal (1658-1733) en zijn voortzetting van de Annales Rodenses’.

In de Continuatio Annalium Rodensium zet koorheer Nicolaas Heyendal (1658-1733) het verhaal van de Annales Rodenses, de anonieme kroniek van de abdij Kloosterrade – Rolduc vanaf de stichting in 1104 tot en met 1157, voort tot aan het jaar 1701. Bijzonder is dat Heyendal twee versies heeft geschreven van de Continuatio, die wezenlijk van elkaar verschillen. De aard en eigenheid van de tweede versie is het onderwerp van het proefschrift van Toon van Oeffelt, waarop hij vrijdag 18 november 2022 promoveert aan de Open Universiteit In Heerlen.

Heyendal schrijft de eerste versie van de Continuatio in de periode 1692 tot 1700. Na voltooiing stelt hij vast dat hij personen en gebeurtenissen in een verkeerde samenhang heeft geplaatst. Daarop maakt hij tussen 1707 en 1712 een nieuwe, veel uitgebreidere versie. Deze versie onderscheidt zich van de eerste, doordat de auteur onder meer andere archieven doorspit en meerdere geschiedschrijvers raadpleegt. Met zijn proefschrift wijdt Toon van Oeffelt nu voor het eerst een diepgaande studie aan dit manuscript.

Waardevolle informatie

De Continuatio Annalium Rodensium is niet alleen een belangrijke bron voor de bestudering van de geschiedenis van de abdij Kloosterrade – Rolduc, ook voor de lokale (Kerkrade en Herzogenrath) en regionale (Landen van Overmaas, Limburg) geschiedenis biedt zij waardevolle informatie en geeft ze een boeiend beeld van het leven van de koorheren binnen en buiten de abdij in de beschreven periode.

Heyendal

Vanwege de andere methodiek die Heyendal gebruikt bij het schrijven van de tweede versie van de Continuatio, is de vraag naar de eigenheid van dit manuscript centraal komen te staan in het proefschrift van Van Oeffelt. Ook de persoon Heyendal, zijn (levens-, geschied-, mens-)visie, zijn beschouwingen en zijn positie binnen de gemeenschap van augustijner koorheren in Kloosterrade, heeft hij daarbij onder de loep genomen.

Herziene versie

Van Oeffelt concludeert onder meer dat de benaming ‘continuatio’ (voortzetting) slechts in beperkte mate kenmerkend is voor de eigenheid van de tweede versie. Door de methodiek en de visie waarmee Heyendal ruim vijf eeuwen abdijhistorie opnieuw heeft benaderd, kan deze versie niet langer worden beschouwd als middeleeuws. Eerder past het document binnen de historiografie zoals die zich aan het eind van de zeventiende eeuw heeft ontwikkeld. Ook kan de herziene versie van de Continuatio worden gezien als de presentatie van een abdij die in 1700, na eeuwen van bloei en verval, is herrezen en aan het begin staat van een nieuwe hoogtijperiode.