Vaticaandocument belast wijlen Paus Benedictus XVI

Leestijd: 3 minuten
Woensdag 22 februari 2023 – 06:01 uur – Bron: Redactie Kerk/ADN/Correctiv – Beeld: Publiek domein
 -Vaticaanstad- Een dossier over seksueel misbruik door een Priester eind jaren zeventig: Toenmalig Kardinaal Joseph Ratzinger ontkende destijds ooit iets te hebben geweten van de misdaden in zijn Aartsbisdom München en Freising. Een briefwisseling bewijst nu het tegendeel. Lees verder onder de reclame>


Uit een voorheen onbekende brief blijkt dat Joseph Ratzinger, als hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer, in ieder geval in 1986 op de hoogte was van het door Peter H. gepleegde misbruik. Niettemin bleef hij als Priester werkzaam.

Als hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer, wist de toenmalige Kardinaal Joseph Ratzinger en latere Paus Benedictus XVI in 1986 over de zedendelicten van Pastoor Peter H. met minderjarige jongens, zo blijkt uit onderzoek van onderzoeksjournalisten van het collectief ‘ Correctiv’. dat de correspondentie in heeft kunnen zien. Wijlen Paus Benedictus heeft altijd ontkend Priester H. gekend te hebben.

Brief toont aan: Ratzinger wist van sexueel misbruik

Uit een briefwisseling uit 1986 blijkt dat de toenmalige Kardinaal Joseph Ratzinger informatie had over het seksueel misbruik van de voormalig Priester H. In die tijd schreef de plaatsvervangend Vicaris-Generaal van het Aartsbisdom München en Freising, Bernhard Egger, in augustus 1986 een brief aan het Vaticaan om toestemming te vragen voor de toenmalige priester H. om de Mis te vieren met druivensap in plaats van wijn vanwege  alcoholintolerantie.

Navraag

Kort daarvoor was H. door de rechtbank Ebersberg tot een voorwaardelijke straf veroordeeld wegens meervoudig kindermisbruik. Navraag van onderzoeksjournalisten van ‘Correctiv’ en omroep ARD bij het Aartsbisdom München en Freising bracht naar boven dat de brief van het Aartsbisdom óók melding maakte van seksuele misdrijven tegen kinderen “die werden gepleegd onder invloed van alcohol”.

Dit bewijst dat Ratzinger informatie had over het meervoudig seksueel misbruik van de veroordeelde dader H., die toch werkzaam mocht blijven in het pastoraat. Ratzingers toestemming werd op verzoek van het Aartsbisdom schriftelijk gegeven en persoonlijk ondertekend door Ratzinger, destijds hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer in het Vaticaan.

Heftige publieke discussie

Sinds het schandaal rond Priester Peter H. in 2010 openbaar werd, heeft de verantwoordelijkheid van wijlen Emeritus Paus Benedictus XVI in de zaak H. in Duitsland tot een heftige publieke discussie geleid. De voormalig Priester H. zou in de Bisdommen Essen en München tientallen jaren lang zeker 29 jongens seksueel hebben misbruikt – waarvan  hoge geestelijken op de hoogte waren.

Zij gaven H. steeds weer een nieuwe parochie, hoewel het misbruik binnen de Kerk bekend was en er ook dossiers over waren aangelegd. In 1980 werd H. overgeplaatst naar München, de toenmalige Aartsbisschop van München en Freising was Joseph Ratzinger. Hij verklaarde kort voor zijn overlijden niet op de hoogte te zijn over de zaak H.

Een jaar na de briefwisseling benoemde het Aartsbisdom München en Freising H. in de Beierse parochie Garching an der Alz, waar H. opnieuw jongens misbruikte. De verantwoordelijkheid van de overleden Paus voor H. speelt over een paar weken (28 maart) ook een rol in de civiele procedure bij de rechtbank in Traunstein. Andreas Perr, een slachtoffer van H. in de Beierse parochie, klaagt H. en ook de erfgenamen van wijlen Paus Benedictux XVI aan. Ondaks het overlijden van Joseph Ratzinger besloot de Duitse justitie de zaak toch op de rol te zetten, zie ook eerdere berichtgeving hierover.