Vergrijzing speelt Lourdes parten
Het meest beroemde en genoemde Maria-bedevaartsoord is nog steeds Lourdes in Zuid-Frankrijk. Maar de Bisschop van de Diocese waaonder Lourdes valt, vraagt zich hardop af “hoe lang nog”?
In de afgelopen kleine tien jaar is het aantal bezoekers, dat uit de ganse wereld komt, bijna gehalveerd. In 2010 kwamen een ‘dikke’ 800.000 bedevaarders Lourdes bezoeken, het afgelopen jaar noteerden wij 450.000. Steeds meer Bedevaarders komen individueel en steeds minder in groepsverband. Wij kunnen stellen dat de helft van de pelgrims de reis naar Lourdes als eenling maakt. Het aantal Franse bedevaarders daalde met iets meer dan een kwart, zegt Mgr. Nicolas Brouwet, de Bisschop van Lourdes.
Terwijl de Europeanen steeds minder komen is er toch ook een stijging uit ‘nieuwe landen’. Zo is er een flinke groei van bedevaarders uit Aziatische landen, vooral uit de Filipijnen en óók uit Zuid-Amerika komen, mede door de daling in vliegtarieven, steeds meer bezoekers. De tijd dat treinen vol Nederlanders en Vlamingen kwamen is voorbij, de vergrijzing speelt Lourdes parten. Mensen raken op een leeftijd dat de lange reis fysiek niet meer lukt. De nieuwe generatie bejaarden heeft weinig tot niets meer met Kerk en geloof en de meeste zorgverzekeraars, die vroeger de reis (deels) vergoeden, zijn daar van af gestapt. Ook de ‘concurrentie’van andere bedevaartsoorden zoals Kevelaer en Heede in Duitsland en Banneux in Vlaanderen is duidelijk merkbaar. Lees verder onder de foto>
Middenstand in mineur
De plaatselijke middenstand die vrijwel volledig ‘draait’ op de bedevaarders, merkt ook de teruggang. Hotels moeten steeds meer moeite doen om kamers te verhuren en winkeliers in devotionalia merken dat steeds meer mensen kijken maar hun devotionalia thuis via internet kopen.
Om het bedevaartsoord elke dag weer te kunnen laten zijn wat het is, moet er diep in de buidel worden getast, zegt de econoom van de Diocese Guillaume de Vulpian: Jaarlijks hebben wij 30 miljoen euro nodig om alle activiteiten uit te kunnen voeren.
Bron: ADN/Foto: Archief/Bisdom Osnabrück
