-Vaticaanstad- Paus Leo XIV heeft in een nieuwe apostolische brief de eenheid van de kerken aangekaart en de wegen naar het herstel ervan uitgezet. Het document, dat zondag werd gepubliceerd, draagt de titel “In unitate fidei” (In de eenheid van het geloof). Het herdenkt het oecumenische Concilie van Nicea, dat 1700 jaar geleden de grondslagen van het christelijk geloof legde die vandaag de dag nog steeds gelden voor alle kerken. Als onderdeel van zijn bezoek aan Turkije, dat donderdag begint, zal Leo XIV, samen met de oecumenische patriarch van de Orthodoxe Kerk, Bartholomeüs I, ook de plaats van het Concilie bezoeken, de huidige stad Iznik.
De 10 pagina’s tellende brief, die gisteren door de Paus werd ondertekend, begint als volgt: “In de eenheid van het geloof dat sinds het begin van de kerk is verkondigd, zijn christenen geroepen om samen in eenheid op weg te gaan en met liefde en vreugde de gave die zij hebben ontvangen te bewaren en te delen.” Dit komt tot uiting in de bewoordingen van de Geloofsbelijdenis van Nicea, waarin het geloof in Jezus Christus als de Zoon van God wordt beleden,.
De Paus kondigde de brief zondag om 12.00 uur aan het einde van een grote mis op het Sint-Pietersplein af. In de Apostolische Brief onderschrijft de paus expliciet het recente document van de Internationale Theologische Commissie getiteld “Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser: 1700e verjaardag van het Oecumenische Concilie van Nicea”. Het werd op 16 december 2024 gepubliceerd door kardinaal Víctor Manuel Fernandez, prefect van het Dicasterie voor de Geloofsleer, met goedkeuring van paus Franciscus (2013-2025).
In zijn brief bevestigt Leo XIV dat de Geloofsbelijdenis van Nicea, voor het eerst geformuleerd in de 4e eeuw, de kern van het christelijk geloof vormt en alle christenen verenigt. Er wordt gesproken “niet over een verre, onbereikbare, onwrikbare God”, maar over een God “die dichtbij ons komt en ons op onze weg vergezelt”, omdat: dankzij de incarnatie van God in Jezus Christus, “we de Heer ontmoeten in onze behoeftige broeders en zusters”.
Tegen het einde van de tekst legt Leo XIV uit hoe hij de wegen naar de christelijke eenheid ziet: “Dit betekent niet een terugkeer naar de oecumene van vóór de verdeeldheid, noch een wederzijdse erkenning van de huidige status quo van de veelheid aan kerken en kerkelijke gemeenschappen, maar veeleer een toekomstige oecumene van verzoening op de weg van dialoog, van uitwisseling van onze gaven en spirituele schatten. Het herstel van de eenheid onder christenen verarmt ons niet, maar verrijkt ons juist. Deze inspanning kan, net als in Nicea, alleen worden bereikt via een geduldig, langdurig en mogelijk moeilijk pad van luisteren en wederzijdse openheid.”
