Paus eist terugtrekking alle (bank)tegoeden bij externe banken. Alleen nog IOR

Leestijd: 2 minuten
Dinsdag 23 augustus 2022 – 14:44 – Bron: Redactie kerk/KNA/VN – Beeld: PB
  -Vaticaanstad- Alle activa en liquide middelen van de Heilige Stoel moeten worden overgedragen aan de eigen Vaticaanse Bank IOR. De Paus beval dit in een brief. Voor de betrokken instellingen van de Heilige Stoel is een deadline gesteld.

Het Pauselijk bevel houdt in dat de instellingen van de Heilige Stoel vanaf 1 september 30 dagen de tijd krijgen om hun liquide middelen van bestaande andere rekeningen over te schrijven naar de IOR, het ‘Instituut voor Religieuze Werken’.

Bovendien wil de Paus dat alleen de IOR mag optreden als ‘vermogensbeheerder en beheerder van overige goederen van de Heilige Stoel’. Hieruit kan een preciezere scheiding worden afgeleid van de activiteiten van de IOR en de Vaticaanse goederenadministratie APSA. Deze laatste beheert op zijn beurt het onroerend goed van het Vaticaan en andere bestaande activa van het Vaticaan.

Strengere en uniforme investeringsstrategie

Ongeveer een maand geleden had de Heilige Stoel al een strengere en uniforme investeringsstrategie opgelegd. Dit moet ervoor zorgen dat financiële investeringen “bijdragen aan een eerlijkere en duurzamere wereld” en – zonder financiële speculaties – worden geleid door een “moreel en cultureel” principe. Bij de publicatie van de strategie werd gesteld dat alle Curie-instellingen hun financiële gelden en investeringen moeten toevertrouwen aan de Vaticaanse Bank IOR.

Het investeringsbeleid van het Vaticaan heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk voor negatieve krantenkoppen gezorgd. Met name de strafzaak voor investeringen in een luxe vastgoedproject in Londen krijgt veel aandacht. Tien medewerkers en adviseurs van het Vaticaan zijn in deze zaak aangeklaagd.

Het ‘Instituut voor Religieuze Werken’ (Istituto per le Opere di Religione, IOR) wordt in de volksmond ook wel de ‘Vaticaanbank’ genoemd. De IOR is echter slechts in beperkte mate een bank. Het biedt tal van reguliere bankdiensten niet aan, zoals het verstrekken van leningen. Volgens de statuten is het hoofddoel van het instituut, dat in 1942 werd opgericht, het beheer van kapitaal, waarvan de opbrengst bestemd is voor de werken van de kerk en voor Christelijke naastenliefde in alle delen van de wereld.

 

 

 

 

 

 

 

 

Als “Vatikanbank” wird landläufig das “Institut für die religiösen Werke” (Istituto per le Opere di Religione, IOR) bezeichnet. Das IOR ist jedoch nur im eingeschränkten Sinne eine Bank. Einige bankentypische Dienstleistungen wie die Vergabe von Krediten bietet es nicht an. Hauptzweck des 1942 gegründeten Instituts ist laut Statuten die Verwaltung von Kapital, dessen Erträge “für Werke der Kirche und für christliche Wohltätigkeit in allen Teilen der Welt bestimmt sind”.