Schatkistbewaker Vaticaan verwelkomt anti-corruptieregels

Leestijd: 2 minuten
De leider van de Vaticaanse afdeling vermogensbeheer, Bisschop Nunzio Galantino
Maandag 03 mei 2021 06:51- Bron: KNA Foto: PB
  -Rome- De leider van de Vaticaanse afdeling vermogensbeheer, Bisschop Nunzio Galantino, is blij met de door Paus Franciscus ingevoerde nieuw financiële codex. De nieuwe regels dienen er toe, reeds bestaande voorschriften in de strijd tegen corruptie en bedrog te concretiseren.

“Wij letten nu nog meer op de details”, zegt Galantino in een interview met dagblad ‘Avvenire’ afgelopen weekeinde. Alleen dan is het mogelijk, corrupt gedrag effectief te bestrijden. De afgelopen donderdag gepubliceerde codex omvat strengere regels en meer toezicht, in het bijzonder op leidinggevenden in de Curie. Het is hen in de toekomst verboden om geld te beleggen in belastingparadijzen of ethisch bedenkelijke investeringen aan te gaan.

‘Rijk van het kwaad’

Tevens wordt het per direct, voor alle medewerkers, verboden om geschenken met een waarde van meer dan 40 Euro aan te nemen. Ook moet iedere leidinggevende onder ede verklaren, dat zij niet betrokken zijn of waren, in zaken als corruptie, bedrog, terrorisme, witwassen van geld, belastingontduiking of uitbuiting van minderjarigen. Het Motu Proprio van de Paus is een toevoeging op dat van juni 2020, waarin hij nieuwe regels invoerde voor het aanbesteden van opdrachten en of werkzaamheden. Galantino wijst op onwaarheden in sommige media, welke het Vaticaan als ‘rijk van het kwaad’ bestempelen, waar alleen Franciscus tegen corruptie en misstanden vecht. Dat komt niet overeen met de realiteit.

Met het oog op een reeks van financiële schandalen, die het Vaticaan in de afgelopen jaren op zijn grondvesten deed schudden, zegt Galantino: “Niemand hier ontkent het bestaan van twijfelachtige praktijken.” Het Vaticaans justitie-apparaat is juist uiterst fanatiek bezig met het ‘boven water krijgen ‘van misstanden. Ten slotte dient een goed en transparant financieel beheer ook bij aan de geloofwaardigheid en het aanzien van de Kerk.