De Raad schrijft: “Uit het geheel van de wetsvoorstellen spreekt een verharding van het beleid. Vluchtelingen zullen hiervan het eerst en het meest slachtoffer zijn. Wij menen dat we daarnaast ook onszelf als samenleving tekort doen als we vreemdelingen steeds meer als een bedreiging gaan zien.”
Met een verwijzing naar Leviticus 19 vers 34 (God vraagt van ons om de vreemdeling lief te hebben als onszelf) schrijft de Raad zich niet voor te kunnen stellen dat “onrechtmatig verblijf en hulpverlening aan onrechtmatig hier verblijvende vreemdelingen strafbaar gesteld zou kunnen worden”.
De Raad benoemt in zijn brief ook de situatie van gezinnen met kinderen die na jarenlange procedures in ons land geworteld zijn geraakt, maar alsnog met uitzetting worden bedreigd. Het kerkasiel in Kampen vraagt daar al sinds november 2024 onafgebroken aandacht voor.
Samen met deze brief stuurt de Raad aan de Kamerleden ook het document ‘Maar wij geloven – geloven in tijden van verharding’, dat werd opgesteld in oktober 2024 in reactie op het regeerakkoord van het nu gevallen kabinet.
Kinderpardon
Een aantal ngo’s die zich specifiek voor de belangen en rechten van vluchtelingkinderen en alleenstaande minderjarige asielzoekers inzet (waaronder Defence for Children, Childsupporto, STIL, ASKV en ook INLIA) heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer opgeroepen om het Amendement van2e Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) te steunen. Deze toevoeging aan de Vreemdelingenwet voorziet in een toelatingsgrond voor in Nederland geworteld geraakte kinderen, in lijn met art 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) dat het belang van het kind vooropstelt. De indiener van het amendement stelt daarom voor om bij de beoordeling van het verblijf “geworteldheid van kinderen een zwaarwegend criterium te laten worden”.
