Het Jubeljaar staat nu in het teken van de Missionaire en Migrantenwereld, zei de Paus, “het is een prachtige gelegenheid om in ons het bewustzijn van de missionaire roeping opnieuw aan te wakkeren, die geboren wordt uit het verlangen om de vreugde en troost van het Evangelie te brengen aan iedereen, vooral aan hen die een moeilijke geschiedenis doormaken.” Hij voegde eraan toe: Ik denk in het bijzonder aan onze migrantenbroeders en -zusters, die hun thuisland hebben moeten verlaten. Vaak laten zij hun geliefden achter, hebben zij nachten van angst en eenzaamheid doorgemaakt en hebben zij discriminatie en geweld aan den lijve ondervonden.
De Heilige Vader verwees naar het lijden dat verschillende delen van de wereld treft en naar de schijnbare afwezigheid van God te midden van al dat lijden. “In het licht van deze duistere scenario’s komt de roep die zo vaak in de geschiedenis tot God is geuit, weer boven: Heer, waarom grijpt U niet in? Waarom lijkt U afwezig?” Hij citeerde de profeet Habakuk: “Hoe lang, Heer, moet ik om hulp roepen en hoort U niet? […] Waarom laat U mij onrecht zien en kijkt U naar onderdrukking?”
Herinnerend aan een catechese van Benedictus XVI, herhaalde de Paus deze vraag: “God zwijgt, en deze stilte kwelt de ziel van de biddende mens, die onophoudelijk roept, maar geen antwoord vindt. […] God lijkt zo ver weg, vergeetachtig, zo afwezig.” Hij benadrukte echter dat het antwoord van de Heer een belofte van verlossing is die, hoewel vertraagd, toch komt: “Wie geen oprecht hart heeft, zal verloren gaan, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.”