-Queensland- Nu de VS onder Trump volop inzetten op fossiele brandstoffen en zich terugtrekken uit internationaal overleg, lijkt de klimaattop in Brazilië al bij voorbaat een mislukking. Toch zijn er ook tekenen voor voorzichtig optimisme, schrijft Matt McDonald, hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Queensland.
In zijn warrige toespraak voor de Verenigde Naties vorige maand beschreef de Amerikaanse president Trump klimaatverandering als “het grootste bedrog ooit op de wereld gepleegd”.
Die bewering mist natuurlijk elke motivatie en druist compleet in tegen het overweldigende wetenschappelijke bewijs. Het is ook weinig waarschijnlijk dat hij de aanwezigen heeft overtuigd: ze leken verbijsterd door een toespraak die eerder geschikt was voor een campagnebijeenkomst dan voor een presidentiële toespraak tot wereldleiders.
Maar aan de vooravond van de cruciale wereldwijde klimaattop in Brazilië (COP30) roept de toespraak wel deze vraag op: wat betekent de tweede Trump-regering voor de strijd tegen de klimaatcrisis?
Steenkool
Trump steunt niet alleen klimaatontkenners en desinformatie – hij maakt ook zijn campagnebelofte waar om de Amerikaanse fossiele brandstofsector agressief te steunen. In zijn woorden: “Drill, baby, drill”. Of meer recent: “Mine, baby, mine”.
Al meteen na zijn inauguratie ondertekende hij een presidentieel decreet om de VS terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs, het VN-verdrag dat de wereldwijde temperatuurstijging tot ruim onder de 2 graden Celsius wil beperken.
Vorige maand nog kondigde de president een plan aan dat 13 miljoen hectare federale grond openstelt voor mijnbouw en honderden miljoenen aan federale subsidies vrijmaakt voor steenkoolprojecten.
Dat is niet alles: hij liet ook klimaatgegevens van overheidssites verwijderen en zette de directe overheidsfinanciering voor klimaatonderzoek en -monitoring vrijwel volledig stop.
En hij heeft de Inflation Reduction Act uitgehold, het belangrijkste klimaatinitiatief van de regering-Biden om grootschalige investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren.
Alles bij elkaar zullen die ingrepen verantwoordelijk zijn voor naar schatting 7 miljard ton extra emissies in vergelijking met een scenario waarin de VS hun klimaatafspraken waren nagekomen.
Dit is uiteraard slecht nieuws. Maar wat zijn de gevolgen voor de internationale klimaatsamenwerking?
Donkere wolken
Het is duidelijk dat 7 miljard ton extra emissies een klimaatprobleem zijn. Volgens sommige schattingen gaat het om een vijfde van het wereldwijde koolstofbudget als we de Parijse doelstelling van minder dan 2 graden Celsius willen halen.
En wanneer ’s werelds machtigste staat, grootste economie en op één na grootste uitstoter van broeikasgassen zich terugtrekt uit het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (UNFCCC), dan voorspelt dat uiteraard weinig goeds voor internationale klimaatactie.
Het roept de vraag op hoe Brazilië als organisator van de klimaattop de deelnemende landen zal kunnen motiveren om nieuwe, strengere emissiedoelen te stellen als rijke landen zoals de VS zich terugtrekken. Er is een reëel risico dat het Amerikaanse standpunt de druk wegneemt op andere landen met een hoge uitstoot, zoals de Golfstaten of Rusland.
En er zal opnieuw hard onderhandeld worden over klimaatfinanciering – financiële middelen voor de ondersteuning van klimaatactie. Die financiering rond krijgen zal nog veel ingewikkelder worden gezien Trumps “America First”-aanpak, die beleid dat de Amerikaanse belangen dient, altijd prioritair stelt.
En toch: er zijn nog steeds redenen om optimistisch te zijn.
Leiderschap zonder de VS
Een eerste reden voor voorzichtig optimisme is dat de wereldwijde emissies hun piek lijken te hebben bereikt en voor het eerst sinds de Industriële Revolutie op het punt staan te dalen.
De reden: wereldwijde recordinvesteringen in hernieuwbare energie. Want ondanks de agressieve Amerikaanse subsidies voor fossiele brandstoffen verandert de energiemarkt snel. De wereldwijde energie-investeringen zullen in 2025 waarschijnlijk op een recordbedrag afklokken, maar steenkool, olie en aardgas laten de eerste daling zien sinds de Covid-pandemie.
En er zijn tekenen dat andere landen, met name China, de Amerikaanse aftocht als een kans zien. Vorige maand kondigde Peking voor het eerst in de geschiedenis een uitstootdoelstelling aan (7 tot 10 procent in 2035). China bouwt weliswaar nog altijd kolencentrales, maar het voegt ook meer zonne- en windcapaciteit toe dan de rest van de wereld samen.
China wil zich mogelijk profileren als verantwoordelijke wereldleider, in tegenstelling tot de VS. Dat zou de Chinese strategische belangen kunnen dienen in regio’s die zeer kwetsbaar zijn voor klimaateffecten, zoals de Stille Oceaan.
En tot nog toe zijn er geen aanwijzingen dat landen de terugval van de VS gebruiken als excuus om zich terug te trekken uit de internationale samenwerking. Sinds Trumps aankondiging heeft geen enkel land zich teruggetrokken uit het klimaatakkoord van Parijs.
Ter vergelijking: toen de regering-Bush in 2001 aangaf dat de VS het Kyotoprotocol niet zouden ratificeren, volgde Australië al snel dat voorbeeld. Maar in 2025, slechts enkele maanden nadat de VS zich uit Parijs hadden teruggetrokken, legde de Australische premier Anthony Albanese een hogere emissiedoelstelling vast.
En zelfs in eigen land betekent Trumps beleid niet het einde van klimaatinspanningen. Californië, waar gouverneur Gavin Newsom Trumps communicatiestijl op sociale media parodieerde, heeft al een van ’s werelds grootste systemen van emissiehandel.
Californië is ook een klimaatpartnerschap aangegaan met Brazilië om de samenwerking in de aanloop naar COP30 verder te bevorderen.
Al bij al zijn er redenen voor voorzichtig optimisme – zelfs hoop – dat de rest van de wereld zich zou kunnen verenigen zonder Amerikaans leiderschap.
COP-onderhandelingen in het vizier
Onderhandelaars bij de COP30-onderhandelingen van volgende maand zullen te maken krijgen met enorme uitdagingen, die alleen maar urgenter zijn geworden door het klimaatstandpunt van de regering-Trump.
Maar de ervaring uit het verleden leert dat moeizaam bevochten COP-onderhandelingen een sterk momentum voor wereldwijde actie kunnen creëren door internationale aandacht te vestigen op het klimaat.
Misschien kunnen ze de druk op de VS opvoeren om weer mee te doen, of op zijn minst klimaatactivisten binnen de VS in staat stellen hervormingen door te voeren ondanks de bemoeienis van president Trump.
–Deze analyse is oorspronkelijk verschenen bij MariaBode partner The Conversation.