-Brussel- Mensen ademen waarschijnlijk veel meer microplastics in dan tot nog toe werd gedacht: tot 68.000 stuks per dag als ook de allerkleinste partikels meegerekend worden. En die dringen tot diep in de longen binnen.
Microplastics zitten zowat overal: in de bodem en het water, maar ook in de lucht. Die alomtegenwoordigheid doet de bezorgdheid toenemen, aangezien ze bij inademing in de longen terechtkomen en een risico vormen voor onder meer het immuunsysteem en de organen.
Tot nog toe heeft het onderzoek zich vooral op de ‘grotere’ microplastics gefocust: stukjes met een diameter van 20 tot 200 micrometer (een duizendste van een millimeter). Maar het zijn vooral de nog kleinere deeltjes, minder dan 10 micrometer in diameter, die sneller door de longen worden opgenomen.
Luchtmonsters
Om het risico in te schatten verzamelden onderzoekers luchtmonsters in hun eigen appartementen en auto’s. Vervolgens maten ze de concentraties microplastics, ook die met een diameter van 1 tot 10 micrometer.
Uit die metingen blijkt een mediane concentratie gedetecteerde microplastics in de appartementen van 528 deeltjes per kubieke meter lucht. In de auto ligt die nog veel hoger: 2238 deeltjes per kubieke meter. Van alle gevonden deeltjes was 94 procent kleiner dan 10 micrometer.
Als die metingen gecombineerd worden met eerder onderzoek over de blootstelling aan microplastic binnenshuis, schatten de wetenschappers dat volwassenen zo’n 3200 microplasticdeeltjes per dag inademen met een diameter van 10 tot 300 micrometer. Maar voor de kleinste partikels ligt dat een pak hoger: 68.000 deeltjes van 1 tot 10 micrometer per dag. Dat is zo’n honderd keer hoger dan eerdere schattingen.
Hersenen, placenta en testikels
Intussen stapelen de onderzoeken zich op die microplastics vinden in menselijke organen. Begin vorig jaar vonden Amerikaanse onderzoekers de deeltjes in elke menselijke placenta die ze onderzochten. Enkele maanden later vond een gelijkaardig onderzoek ze in alle onderzochte testikels. Ze zijn ook al ontdekt in de lever, nieren en de darmen.
En begin dit jaar vond een studie in Nature nog veel hogere niveaus in de hersenen. Ook daar bleek het om erg kleine varianten te gaan, amper twee tot drie keer zo groot als virussen.