Olijvenoogst op Westoever gaat gepaard met kolonistengeweld

Leestijd: 3 minuten
Maandag 11 oktober 2021 22:02 – Bron: ADN/TRF – Beeld: PB
  -Tel Aviv- Ieder jaar gaat de olijvenoogst in de bezette Palestijnse gebieden, die in oktober en november plaatsvindt, gepaard met een toename van kolonistenaanvallen op boomgaarden van Palestijnse boeren.

Ook afgelopen week was het op verschillende plekken op de Westelijke Jordaanoever weer raak. Op 6 oktober staken Israëlische kolonisten een aantal olijfbomen in brand tussen de dorpen Jorish en Qudra, nabij de Israëlische nederzetting Majdolim. Daarnaast stal een groep kolonisten uit Har Brakha, een nederzetting in de buurt van de stad Nablus, olijven uit een boomgaard in Kafr Qalil. Op 8 oktober hakten kolonisten meer dan honderd olijfbomen om in Tarqoumia, ten noordwesten van Hebron.

Niet alleen de bomen, maar ook de Palestijnse boeren en hun families die voor de oogst in de boomgaarden aanwezig zijn, worden door kolonisten aangevallen. Op 8 oktober werd een groep Palestijnse boeren door kolonisten uit hun boomgaard in het dorp Khirbat Yamoun gejaagd. Ghassan Daghlas, een medewerker van de Palestijnse Autoriteit die verantwoordelijk is voor het monitoren van de illegale Israëlische nederzettingen, verklaarde dat de aanwezige Israëlische soldaten er niets aan deden om de Palestijnse boeren te beschermen. Vorige week voerden Israëlische kolonisten daarnaast tot driemaal toe aanvallen uit op Palestijnse herders in de noordelijke Jordaanvallei. De Palestijnse herders werden gedwongen hun schapen elders te laten grazen.

Toename kolonistengeweld

In de eerste helft van 2021 werden er 416 aanvallen op Palestijnen of hun bezit geregistreerd. Dat is meer dan het dubbele aantal dan in dezelfde periode in 2020, en zelfs meer dan er het hele jaar 2019 werd gerapporteerd. Deze toename is grotendeels te verklaren doordat de Israëlische autoriteiten de kolonisten geen strobreed in de weg leggen. Uit onderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din, door Jannie Schipper aangehaald in een reportage in het NRC over het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever, blijkt dat van de onderzoeken naar anti-Palestijnse incidenten tussen 2005 en 2019 zo’n 91 procent werd afgesloten zonder dat het tot een aanklacht kwam.

Israëlisch protest tegen kolonistengeweld kop in gedrukt

De grootschalige aanval van illegale Israëlische kolonisten op het Palestijnse dorp Khirbat al-Mufkara op 28 september, was voor een groep Israëlische mensenrechtenorganisaties aanleiding voor een campagne. De organisaties hadden op 3 oktober een advertentie geplaatst op bussen van twee grote Israëlische busbedrijven, Egged en Dan, waarin werd verwezen naar de aanval van 28 september: ‘Een 3-jarige Palestijnse jongen is gewond geraakt bij een terroristische aanslag. De tijd is gekomen om het geweld van de kolonisten te stoppen.’ In de advertentie verwees de coalitie, die onder andere bestaat uit Breaking the Silence, Yesh Din, Zazim, en Peace Now, ook naar minister van Defensie Benny Gantz en de minister van Openbare Veiligheid Omer Bar-Lev. ‘Gantz, Bar-Lev, dit valt jullie aan te rekenen’, aldus de advertentie.

De busbedrijven besloten echter al snel om de advertentie te verwijderen. Avner Gvaryahu, de directeur van Breaking the Silence, verklaarde dat Egged en Dan bedreigingen hadden ontvangen van rechtse groeperingen en daarop hadden besloten de advertentie te verwijderen. Beide busmaatschappijen ontkennen dit. Volgens Egged was de advertentie ‘per ongeluk’ geplaatst omdat die niet was goedgekeurd door het management. Wel liet het busbedrijf weten dat het van mening was dat de campagne ‘verdeeldheid zaaide’ en dat de bussen van Egged niet bedoeld zijn voor ‘polariserende’ politieke advertenties. In het verleden heeft Egged wel toegestaan dat er controversiële anti-abortus advertenties op zijn bussen werden vertoond.

https://youtu.be/AgXW7EZrY1k