Lockdown veroorzaakt rattenplaag in steden

Leestijd: 3 minuten
Maandag 15 februari 2021-13:41- Bron: ADN – Foto PB
  -Amsterdam- Knaagdieren zoals ratten worden door de horecasluiting afgesneden van hun traditionele voedselbronnen. De dieren kunnen wel tegen een stootje en zullen niet alleen overleven, maar ook uitzwermen in de zoektocht naar eten. Ongediertebestrijders waarschuwen om het rattenprobleem niet te laten liggen. De eeuwenoude plaag die de stedelijke mens belaagt dreigt zelfs voor eens en altijd te veranderen door de pandemie.

Met name de bruine rat geldt als een van de meest succesvolle diersoorten op aarde. De kleine zoogdieren verspreidden zich eeuwen geleden vanuit Mongolië en China naar elke uithoek van de wereld door mee te reizen op de eerste handelsschepen. Vandaag ben je in een stad nooit op minder dan 10 meter afstand van een rat. Dat zorgt ons voor steeds meer problemen. De rat staat bekend als ziekteverspreider en in de Verenigde Staten alleen al zijn ze elk jaar goed voor zo’n 19 miljard dollar aan gebouwschade.

Het rattenprobleem neemt ook in hoog tempo toe. Door de klimaatverandering zien wij mildere winters in onze streken. Hierdoor kunnen er meer ratten overleven terwijl de langdurige vrieskou vroeger hun getallen decimeerde. Dat merkten de grootste steden van de planeet het eerst op. Vorig jaar kreeg Chicago voor het zesde jaar op rij de titel van ‘Meest rattige stad’ van de VS. Rattenpopulaties groeien er zo hard dat de stad in 2016 al officieel de oorlog verklaarde aan de knaagdieren.

Door de lockdown is het probleem snel uit de hand aan het lopen in alle grote steden op aard. Restaurants en cafés voorzien de beesten normaal van een vaste voedselbron met hun afval. Nu die vaste stekjes wegvallen, moeten de ratten nieuwe oorden opzoeken. Ze zwermen massaal uit om nieuwe territoria met voedsel te zoeken.

Hormonale populatiecontrole

Volgens ongediertebestrijders kennen de Amerikaanse steden wel populaties die niet te vergelijken zijn met onze Europese steden. ‘Wij hebben dat soort problemen minder mede door een andere afvalverwerking. Ook krijgen de dieren door menselijke activiteit een bepaald stressniveau. Daardoor komt er een hormonale rem op de voortplanting, zelfs al is er genoeg voedsel en is er mogelijkheid om te nesten aanwezig. Eigenlijk een hormonaal gestuurde populatiecontrole dus. Keukens en opslagplaatsen worden op dit moment niet gebruikt. Het is stil, kalm en meestal donker, dus valt die stressfactor voor de knaagdieren weg. Ze gaan dan ook meer nakomelingen voortbrengen en dat kan bij horecazaken die een tijd dicht waren straks voor onaangename verrassingen zorgen.

Men zou denken dat de beestjes juist met grote sterftes kampen tijdens voedseltekorten in de lockdown. Maar niets is minder waar. Een gemiddelde muis heeft maar een paar gram voedsel nodig per dag. Een rat heeft iets meer dan 20 gram nodig, maar een tiende van hun gemiddeld gewicht. Dat is bijna niets. In die inactieve keukens kunnen zij dus nog makkelijk verpakt en droog voedsel vinden. Zij heten dan ook niet voor niets knaagdieren. Om een constante groei van de tanden bij te benen moeten die diertjes constant aan dingen knagen. Een plastic verpakking of zelfs een etiket op een glazen bokaal zijn voor hun tanden helemaal geen probleem.

Voorkomen nog altijd beter dan genezen

Een belangrijke strategie is het dichten van gaten in gebouwen die ratten en muizen kunnen gebruiken als doorgangen. ‘Een gaatje van zes millimeter volstaat al voor de meeste knaagdieren. Zolang ze hun schedel er door krijgen, kan de rest volgen. De diertjes kunnen hun skelet en borstkas namelijk inklappen om te volgen.

Een rat wurmt zich door een hele kleine opening.

Ongediertebestrijders zitten momenteel in een vreemde positie. Enerzijds zijn zij tijdelijk hun horecaklanten kwijt, anderzijds moeten zij opdraven voor problemen met ongedierte op nieuwe plaatsen. Lokale gemeentebesturen bellen ongediertebestrijders steeds vaker op om hun rattenprobleem aan te pakken. De ratten die al uitgezwermd zijn, zullen in hun nieuwe habitat blijven en zich daar ontwikkelen. Er gaat zeker een hoger aantal knaagdieren zijn na de pandemie op plaatsen waar die zich vroeger niet bevonden. Dat betekent dus meer knaagschade en meer gezondheidsproblemen.