De Winstparadox

Leestijd: 2 minuten
 “De winstparadox” is een nieuw boek van de Belgische econoom Jan Eeckhout. Op maat geschreven van wie wil weten hoe de “vrije markt” sinds 1980 onderuit gehaald werd door een handvol megabedrijven, en wat de politieke en sociale gevolgen van die machtsgreep zijn.

De concentratiebeweging en de groei van marktmacht zijn een zaak van de voorbije vier decennia, zo toont het onderzoek van de Belgische econoom Jan Eeckhout in De winstparadox aan.

Die vier decennia zijn exact de periode van de Washington Consensus of van de neoliberale ideologie. Een groot deel van het politieke spectrum raakte daarin overtuigd van de stelling dat de markt best zo vrij mogelijk gelaten werd en dat de overheid zo weinig mogelijk moest reguleren.

Technologische revolutie

Eeckhout is professor Economie aan de Pompeu Fabra Universiteit van Barcelona. Ddaarvoor was hij docent onder andere aan de University of Pennsylvania, University College London, Princeton University en New York University. De econoom wijst niet in de eerste plaats naar deregulering en liberalisering als verantwoordelijke motor achter deze evolutie. Hij wijst wél naar de technologische revolutie, met haar snelheid, schaal en netwerkeffecten.

‘Terwijl hoge winsten voor bedrijven zouden moeten leiden tot een beter leven voor iedereen die er werkt, gebeurt exact het tegenovergestelde.’

 

‘Het proces is vergelijkbaar met wat er anderhalve eeuw geleden gebeurde, met de uitbouw van de eerste spoorlijnen en elektriciteitsnetwerken. Vervoer per huifkar was veel concurrentiëler, maar veel minder efficiënt.

Treinreis

De snelheid, het comfort en het volume van het spoor verdrongen paard en kar, maar heel snel werd duidelijk dat de eerste investeerder meteen een monopolie verwierf – want een tweede spoor parallel leggen had economisch geen zin.

Gevolg was dat de treinreis veel duurder verkocht kon worden dan wanneer er echt concurrentie zou zijn geweest. De treinreis was tien keer goedkoper dan met paard en kar, maar werd verkocht aan negen keer de kostprijs. Dat kon, omdat er geen concurrentie mogelijk was.’
De consequenties van toenemende marktmacht zijn veelvuldig en vooral negatief. De impact voor werkenden is in elk geval desastreus. In De Winstparadox vat de auteur het zo samen:

‘Terwijl hoge winsten voor bedrijven zouden moeten leiden tot een beter leven voor iedereen die er werkt, gebeurt exact het tegenovergestelde: zoveel te hoger de winsten en zoveel te breder de kloof tussen dominante bedrijven en de rest, zoveel te slechter het resultaat voor werkenden.’

Kleine waarschuwing voor vakbonders en andere linkse lezers: Eeckhout verwerpt het kapitalisme niet dat in zijn gemondialiseerde vorm de scheefgetrokken marktmacht van de giganten en dus ook de ondraaglijke ongelijkheid gecreëerd heeft. Hij verdedigt het kapitalisme en de vrije markt tegen hun eigen excessen.
Zijn oplossing is niet “links” (hij wil méér vrije markt, al stelt hij duidelijk dat die afgedwongen en bewaakt moet worden door een krachtige overheid), ze is wel zeer relevant en goed gedocumenteerd.

De winstparadox is een aanrader voor wie zich zorgen maakt over de economische en politieke macht (of over de belachelijke ruimtereizen) van de superrijken. Een goed maatschappelijk debat heeft nood aan veel perspectieven, bij voorkeur zoals dat van Eeckhout: gedreven door maatschappelijk belang, gebouwd op kennis van zaken, en helder uitgelegd bovendien.

Klik op onderstaande boekcover voor meer info of om te bestellen>