De Europese uitbesteding van migratiecontrole is wreed, kost handenvol geld en werkt niet

Leestijd: 5 minuten

O P I N I E 

door

Barah Mikaïl, politicoloog aan de IE Universiteit in Madrid

  • EU laat migratiebeheer steeds meer aan buurlanden 
  • Aanpak kost handenvol geld, werkt niet en vermindert standing van EU in de wereld
  • Opinie door Barah Mikaïl, politicoloog aan de IE Universiteit in Madrid.

 

-Madrid/IPS- Europa leunt steeds meer op andere landen om de irreguliere migratie aan banden te leggen. Die aanpak kost de EU niet alleen handenvol geld en invloed, maar slaagt er ook niet in het probleem aan te pakken, schrijft Barah Mikaïl, politicoloog aan de IE Universiteit in Madrid.

De Europese aanpak van migratie leunt sterk op de uitbesteding van grensbewaking aan niet-lidstaten, vooral in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (de zogenaamde MENA-landen). Veel uiterst rechtse politici zijn erg enthousiast over dat beleid en al negentien lidstaten hebben in een brief opgeroepen om “verder te gaan dat het EU-migratiepact” en het migratiebeleid nog meer uit te besteden.

De aanpak is in theorie tweeledig: Europa stuurt geld naar de MENA-regeringen om aan de ene kant het aantal vertrekken vanuit hun landen te beperken, en anderzijds de levensomstandigheden eigen land te verbeteren, waardoor mensen überhaupt minder geneigd zijn om te vertrekken.

In de praktijk gaan veel van die middelen naar gewelddadige en soms zelfs dodelijke anti-migratiemaatregelen buiten de Europese jurisdictie. Die uitbesteding van mensenrechtenschendingen druist in tegen de Europese waarden van vrijheid, rechtvaardigheid en waardigheid, en brengt de Europese invloed als morele macht in het gedrang.

De kortzichtige, dure en ineffectieve strategie ondermijnt uiteindelijk de Europese geloofwaardigheid en slagkracht op het wereldtoneel. Ze schaadt het regionale en internationale aanzien van de unie en legt de inherente Europese hypocrisie bloot. En ze slaagt er niet in om de irreguliere migratie te beperken of de oorzaken van het probleem aan te pakken. Wat de aanpak wel heeft gedaan, is tienduizenden levens in gevaar gebracht, geruïneerd of zelfs beëindigd.

Het verlies van levens is stuitend: uit een onderzoek in 2023 door de EU zelf blijkt dat tussen januari en juli 2022 elke dag vijf migranten zijn omgekomen in de Middellandse Zee, en in totaal 29.734 mensen als vermist zijn opgegeven.

Dure en ineffectieve strategie

De Europese uitbesteding van grensbewaking kan teruggeleid worden tot begin de jaren 2000, maar kwam pas echt op stoom tijdens de migratiecrisis van 2015. Sindsdien zijn enorme sommen naar buurlanden gegaan onder het mom van “migratiebeheer”.

De grootste brok is afkomstig van het Asiel-, Migratie- en Integratiefonds, goed voor 9,9 miljard euro voor de periode 2021 tot 2027 – een duidelijke groei tegenover de 3,14 miljard tussen 2014 en 2020.

Daarnaast zijn er specifieke deals en partnerschappen afgesloten. Zo is er het akkoord van 6 miljard tussen de EU en Turkije dat de migratie moest beperken. In de praktijk gaf het Turkije vooral een hefboom over de EU. Er was een pakket van 210 miljoen euro voor Mauritanië  tot 2027, en er is een miljard beloofd aan Libië voor de periode 2024-2027.

Maar ondanks al die financiële engagementen blijft de irreguliere migratie naar de EU stijgen. Eind vorig jaar klokte die volgens de Internationale Organisatie voor Migratie af op 264.000 irreguliere aankomsten, een duidelijke stijging tegenover 2022 (190.000) en 2021 (150.000).

Wreedheid en lijden

Recent zijn verschillende onderzoeksrapporten gepubliceerd over praktijken in Mauritanië, Marokko en Tunesië waarbij migranten (onder wie kinderen en zwangere vrouwen) naar afgelegen woestijngebieden gebracht en daar worden achtergelaten.

Hoewel Brussel elke betrokkenheid bij die praktijken ontkent, hebben volgens mediaberichten “twee hooggeplaatste bronnen bij de EU gezegd dat het onmogelijk is om helemaal te controleren waarvoor het Europese geld uiteindelijk gebruikt wordt.”

Door het beleid uit te besteden aan autocratische regimes die bereid zijn tot dergelijke wrede methoden, in plaats van de oorzaken aan te pakken, compromitteert de EU haar waarden, wakkert ze interne verdeeldheid aan en schaadt ze haar reputatie op het vlak van mensenrechten.

De aanpak ondermijnt de capaciteit van de EU om internationaal te ijveren voor mensenrechten, democratie en de rechtstaat, en vermindert de morele standing en de strategische autonomie van de EU.

Een voorbeeld: de samenwerking van de EU met Libië om de migratie langs de Middellandse Zee te beperken. Ondanks goed gedocumenteerde mensenrechtenschendingen in Libische detentiecentra – inclusief foltering, dwangarbeid en seksueel geweld – blijft de EU investeren in opleiding en financiële steun aan de Libische kustwacht om migrantenboten te onderscheppen en ze terug te brengen naar die centra.

De laatste weken zijn ook berichten opgedoken over ernstige wantoestanden tegen migranten in het Noord-Afrikaanse land, onder meer over mannen die verkocht zijn op slavenveilingen. Het wijst op de extreme wreedheid tegen mensen op de vlucht die vast komen te zitten in het land.

Maar de EU blijft vasthouden aan het partnerschap. Ze zegt zo levens te redden op zee, maar blijft blind voor de nachtmerrie waar de migranten mee te maken krijgen als ze teruggevoerd worden naar Libië.

Migratie bewapenen

Cruciale veiligheidsfuncties toevertrouwen aan instabiele en autocratische regimes maakt de EU ook kwetsbaar voor politieke crises en manipulatie van de migrantenstromen.

Tijdens de Arabische Lente van 2011 dreigde de Libische leider Moammar Kadhafi bijvoorbeeld een ‘stroom’ van migranten te ontketenen als Europa de demonstranten bleef steunen.

Sindsdien heeft ook Turkije een soortgelijke strategie gevolgd, ondanks nog eens 3 miljard euro aan steun bovenop de migratieovereenkomst van 2016. En verder naar het noorden wordt ook Wit-Rusland beschuldigd van dat soort praktijken aan de grens met Polen, als vergelding voor EU-sancties.

EU-financiering wordt op die manier makkelijk gemanipuleerd door regeringen die op zoek zijn naar financiële steun. De overtuiging dat geld alleen mensen ervan kan weerhouden hun land te verlaten, gaat voorbij aan het feit dat er fundamentele veranderingen van binnenuit nodig zijn in die landen. Als het geld eenmaal is overgemaakt, is er weinig dat autoritaire regeringen ervan weerhoudt het te gebruiken om hun regimes te consolideren in plaats van hervormingen door te voeren die de burgers ten goede komen.

De Europese zelfsabotage

Door haar eigen waarden te compromitteren, afhankelijkheid van onbetrouwbare regimes te creëren en zichzelf bloot te stellen aan risico’s, vermindert de EU de eigen capaciteit om als een sterke en overtuigende leider op te treden op het internationale toneel. Als Europa geloofwaardig wil blijven, de eigen principes hoog wil houden en invloedrijk wil blijven in de wereld, dan moet het een principiële en holistische aanpak hanteren in migratiebeheer.

Ook het idee dat harde akkoorden rond uitbesteding de uiterst rechtse sentimenten in Europa kunnen sussen, zou wel eens op een desillusie uit kunnen draaien. In de plaats van de oorzaken van migratie aan te pakken, kunnen dergelijke reactieve maatregelen de Europese geloofwaardigheid verder aantasten in de ogen van hun de eigen burgers en de internationale gemeenschap. De afkalvende macht, in combinatie met een duidelijk onvermogen om de eigen waarden hoog te houden, is brandstof voor uiterst rechtse partijen en hun bondgenoten.

Om haar waarden hoog te houden en haar mondiale positie te versterken heeft de EU nood aan een meer evenwichtige aanpak gestoeld op principes. Er zijn veel manieren waarop dat kan: steun aan zinvolle democratische hervormingen in de MENA-landen; een sterkere verantwoordingsplicht afdwingen op het gebied van migratiebeheer en vooral; veilige migratieroutes om migranten minder afhankelijk te maken van irreguliere trajecten en mensensmokkelaars.

De huidige strategie faalt op alle punten jammerlijk. Het komt eigenlijk neer op geld gooien naar het probleem. Geld dat, als het op juist wordt gespendeerd, mensenlevens kan redden, de levensstandaard en de economieën van de MENA-landen kan verbeteren en de drijfveren kan verminderen om die landen überhaupt te verlaten.