De grote Peter R. de Vries: Moedig en strijdbaar, óók voor migranten

Leestijd: 5 minuten
Donderdag 8 juli 2021 06:45 – Bron: Redactie binnenland/P.R. de Vries- Foto: Publiek domein
  -Diemen- Peter (R)udolf de Vries, geboren in een gereformeerd gezin in het Katholieke Aalsmeer op 14 november 1956. Hij brak als journalist decennia geleden door bij dagblad ‘De Telegraaf’. Maar hij werd voornamelijk bekend door zijn eigen televisieprogramma ‘Peter R. de vries, misdaadverslaggever’ dat in 2012 na 17 jaar stopte. Sindsdien geniet hij vooral de reputatie van standvastig aanjager van cold cases en is hij een veel geziene gast in praatprogramma’s waarin hij zijn licht laat schijnen over tal van onderwerpen.

De Vries geldt als een vrolijke en beminnelijke man, nam afstand van het gereformeerde geloof, deed een poging in de politiek te komen, maar zag er op het laatste moment toch van af. Onrecht in politiek en vooral bij justitie kon hij niet verdragen, daar moest iets aan worden gedaan en hij deed het, tot aan de dag van de aanslag, onder andere in de zaak Demmink. Het deed zijn populariteit alleen maar groeien. Toch durfde de Vries ook zaken aan te pakken, waarmee het moeilijker scoren is, sterker nog: je met de thematiek bezig houden maakt je allesbehalve populair. Politici gaan er dan ook graag met een grote boog omheen. Het gaat om de migranten en vluchtelingen.

Ontmoedigingspolitiek

Bijna 90 miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht voor armoede, geweld, oorlog en andere ellende. Velen van hen gaan richting Nederland en Vlaanderen. In Nederland is hun behandeling alles behalve Christelijk. De overheid kent zelfs een actieve ontmoedigingspolitiek, in een poging zoveel mogelijk migranten te laten terugkeren. Nederland stuurt tot op de dag van vandaag zelfs actief mensen terug naar Afghanistan, terwijl wereldwijd gewaarschuwd wordt dit niet te doen, vanwege de terreur van de Taliban, die druk doende is de macht in het land over te nemen. Maar óók de wonderlijke houding van de overheid inzake het kinderpardon zorgt er voor dat de VN Nederland regelmatig ‘op de vingers tikt ‘wegens schending van de mensenrechten. Bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens in Brussel en Luxemburg kent geen land zoveel negatieve aantekeningen als Nederland, wanneer het gaat om schending van rechten en het niet nakomen van verdragen.

Oók Peter R. de Vries mengde zich in deze problematiek. Hij kon het onrecht jegens migranten niet aanzien en gaf velen van hen een stem. Zijn Christelijke hart ‘sprak’ toen hij in een open brief zijn hart luchtte over de ellende die migranten alhier doormaken, het maakte hem bij rechts Nederland niet geliefd, maar daar had hij lak aan. Onrecht moet je bestrijden, te allen tijde. Lees onderstaand de tekst van de open brief:

RESPECT EN BEWONDERING VOOR DE VLUCHTELING!

Genoeg is genoeg… De grens is voor mij letterlijk en figuurlijk bereikt.

Ik schrijf dit niet alleen om vluchtelingen, asielzoekers en andere ontheemden een hart onder de riem te steken, maar ook omdat ik me kapot schaam voor de manier waarop er in ons land door een gedeelte van de bevolking over hen wordt gedacht en gesproken. Steenbergen is geen incident.

– GEEN MENSEN MAAR DOSSIERS –

Het lijkt soms wel alsof het in de publieke discussie niet meer over mensen gaat, maar alleen over aantallen, percentages, quota en dossiers.

Alsof asielzoekers en vluchtelingen profiteurs zijn, gelukszoekers en welzijnsavonturiers.

Soms denk ik wel eens dat het ons na de tweede wereldoorlog zó goed is gegaan dat we uit het oog zijn verloren wat begrippen als ‘nood’ en ‘hulp’ echt betekenen.

Wij zijn in de bevoorrechte positie dat we geen oorlog hebben, niet geteisterd worden door natuurrampen of dagelijks blootstaan aan terrorisme, rebellie of guerrilla’s.

We weten niet meer uit eigen ervaring hoe fijn het is als je in nood door anderen wordt geholpen, letterlijk een toevluchtsoord hebt.

– WAAR STOND JE WIEG? –

En het gevolg lijkt wel dat juist de mensen die het zo goed hebben, die bevoorrecht zijn, het moeilijk vinden anderen die hulp te bieden.

Alsof het je eigen verdienste is dat je wieg in het veilige, beschermde Holland stond – en dat het, omgekeerd, dus ook de eigen schuld van de vluchteling is dat zijn wieg zich in Somalië, Afghanistan of een andere brandhaard bevond.

Opvallend is dat Engelandvaarders – Nederlanders die in oorlogstijd naar Groot-Brittannië wisten over te steken – in ons land nog altijd worden geprezen en meestal ook hoog gedecoreerd zijn.

Maar als je onder hachelijke omstandigheden en met veel ontberingen – vaak met achterlating van familie, geliefden en bezittingen – duizenden kilometers vanuit Somalië, Congo, Iran, Irak of Afghanistan naar Europa, naar Nederland, naar Ter Apel of Amsterdam hebt weten te vluchten, wachten je geen medailles, maar vooral uitputtende gerechtelijke procedures, lange verhoren en veel cynisme en argwaan.

– UITDAGING OF NOODZAAK? –

Het heeft me altijd verbaasd hoe lichtvaardig er door veel mensen over wordt geoordeeld dat vluchtelingen hun vaderland hebben achtergelaten.

Alsof het een aanlokkelijke uitdaging is om in een ander land, met een onverstaanbare taal, vele andere gewoonten en een bar klimaat een nieuw bestaan op te bouwen. Alsof zo’n beetje iedereen dat voor zijn lol doet.

Ik heb veel gereisd.

Ben veel in arme landen geweest. En eerlijk gezegd ben ik die houding daar eigenlijk nooit tegengekomen.

Als mensen de keus hebben, kiezen ze vrijwel allemaal voor een menswaardig, gelukkig bestaan in hun eigen land, met hun eigen familie en vrienden, met hun eigen taal en cultuur.

Maar ze hebben vaak geen keus. Als je tenminste wilt overleven. Vrij wilt zijn. Te eten wilt hebben. Medische verzorging nodig hebt.

– HAGELSLAG, PINDAKAAS EN DROP…. –

En het gekke is ook dat juist de Nederlanders die over de motieven van veel vluchtelingen nogal makkelijk oordelen, zelf nauwelijks de grens over durven.

Als ze twee weken op vakantie naar de Costa Brava gaan – ja op vakantie, niet ‘op de vlucht’ – worden ze op Schiphol door familie uitgezwaaid alsof ze een enkele reis hebben geboekt.

In de koffer zitten hagelslag, pindakaas en drop. Op de bestemming bestellen ze louter Heinekenbier, want dat kennen ze tenminste.

En ze verzamelen zich ’s avonds allemaal bij het restaurant van een Nederlandse expat dat vertrouwde Hollandse kost serveert, in plaats van zich eens te wagen aan de lokale gerechten.

En op de terugreis zeggen ze in het vliegtuig dat ze thuis eerst een bruine boterham met kaas gaan klaarmaken, een glas melk willen drinken en dat ze snakken naar een haring met uitjes.

Maar de meeste asielzoekers en vluchtelingen die weigeren zich aan te passen. De ontwikkelingshulp moet omlaag, want die kan veel beter worden besteed. En de grenzen moeten dicht want de ‘quota’ zijn bereikt…

Het zijn dat soort dingen die me mateloos irriteren.

– RESPECT EN BEWONDERING –

Ik ben vaak genoeg in verre oorden geweest om te weten hoe onaangenaam het voelt als je niet welkom bent, als de bevolking je met argusogen bekijkt, als je wordt uitgesloten of gediscrimineerd.

En dan was ik er nog met geld in mijn achterzak, geldige papieren, perfecte communicatiemiddelen en het geruststellende vooruitzicht dat ik weer snel comfortabel naar huis zou vliegen.

En daarom hecht ik er aan nog eens te beklemtonen dat ik voor mensen die huis en haard hebben verlaten, die in verre landen in arren moede voor noodlot en onheil op de vlucht zijn geslagen omdat hun bestaan, hun toekomst, hun leven bedreigd werd, en die met veel moeite, tegen de stroom in, in een vreemd land toch weer iets proberen op te bouwen, heel veel respect en bewondering heb.

Ik herhaal: heel veel respect en bewondering.

Wat mij betreft hoeven zij nooit te schuilen, zich te verbergen of te schamen. Nee, zij kunnen fier, met opgeheven hoofd over straat. Want wat zij hebben gepresteerd, wat zij hebben getrotseerd, wat zij hebben opgeofferd is meer dan de meesten van ons zouden kunnen of zouden durven.

En dat mogen we ons wel eens wat meer realiseren.

Dat wilde ik zeggen.

Peter R. de Vries