-Heerlen- Oktober is de maand van de geschiedenis, met als thema ‘Natuurlijk’. Het CBS deed onderzoek met het jaar 1950 als referentiejaar aan de hand van de rode lijst van bedreigde dier- en plantsoorten. De conclusie is: het aantal bedreigde soorten stijgt, maar soms zien we ook een herstel.
Tastbaar
Op basis van de tellingen van heel veel vrijwilligers en de analyses van het CBS worden rode lijsten opgesteld door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur. ‘De rode lijst laat zien hoe het gaat met een specifieke groep dieren of planten in ons land,’ vertelt De Zeeuw. ‘We werken met verschillende bedreigingsniveaus zoals ‘Uitgestorven’ of ‘Kwetsbaar’ om iets tastbaars te kunnen zeggen over de biodiversiteit in ons land.’ Dat is erg belangrijk zeggen zowel De Zeeuw als Borkent. ‘Het is belangrijk om feitelijk te onderbouwen hoe het gesteld is met de natuur,’ legt Borkent uit. ‘Een Rode Lijst laat dit goed zien en blijft weg van onderbuikgevoelens.’

Onverwachte hoek
Om vast te stellen hoe soorten zich in Nederland hebben ontwikkeld, wordt het heden vergeleken met het peiljaar 1950. ‘Dit jaartal geldt als referentiepunt voor alle rode lijsten,’ vertelt Borkent. ‘Het is gekozen omdat we in de jaren vijftig nog net voor een aantal grote industriële en landbouwkundige ontwikkelingen stonden en de natuurmonitoring rond die tijd op gang kwam.’ Je moet het jaartal volgens Borkent niet te letterlijk nemen. Rond 1990 begon met name het tellen van vogels en vlinders door vrijwilligers een vlucht te nemen. ‘Voor die tijd moeten we het hebben van incidentele datasets,’ zegt Borkent.
Deze datasets kunnen afkomstig zijn van wetenschappers, maar ze komen ook uit onverwachte hoek. ‘Iemand vindt weleens een oud dagboek waarin een fanatiek familielid een aantal vlinderwaarnemingen heeft bijgehouden,’ vertelt De Zeeuw. ‘Dat is een ontzettend mooie vondst die wij samen met de vlinderexperts kunnen gebruiken om een idee te krijgen van de vlinderpopulatie op die plek, op dat punt in de tijd.’ De rode lijsten zijn dan ook levende documenten. ‘Elke keer als er een nieuwe dataset wordt gevonden, kunnen wij het inzicht nauwkeuriger maken,’ licht De Zeeuw toe. ‘Je bent nooit klaar.’
Gedepolitiseerd
Beleidsmedewerker Menno de Ridder is vanuit het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur betrokken bij het maken van de rode lijsten. ‘Om de tien jaar actualiseren wij de lijsten,’ zegt De Ridder. ‘Het is een belangrijk, gedepolitiseerd instrument om natuurbeleid op te baseren.’ Rode lijsten zijn namelijk altijd hetzelfde. ‘Er verandert niets aan de criteria. Ze hebben een hoog feitelijk, wetenschappelijk karakter en kunnen maar op één manier geïnterpreteerd worden.’
Provincies hebben de wettelijke verplichting vanuit de Omgevingswet om bedreigde soorten te beschermen. Hoe ze deze taak invullen, kunnen ze grotendeels zelf bepalen. ‘Zo kan een provincie besluiten dat een bouwproject niet door mag gaan vanwege vleermuizen op die specifieke grond,’ vertelt De Ridder.
De eerstvolgende rode lijsten die geactualiseerd worden, zijn die van de paddenstoelen en de libellen. ‘We kijken onder andere naar maatschappelijke ontwikkelingen om te bepalen welke Rode Lijst we voorrang geven,’ verklaart De Ridder. ‘Zo weten we al langer dat het slecht gaat met het oppervlaktewater, dit heeft invloed op dieren zoals libellen. We willen dus graag weten hoe die soorten er nu aan toe zijn.’

Oostelijke witsnuitlibel
Het aantal bedreigde soorten neemt over het algemeen toe. Toch zijn De Zeeuw en Borkent niet alleen maar pessimistisch. ‘De natuur verandert continu,’ zegt Borkent. ‘Sinds kort is de Oostelijke witsnuitlibel weer terug in Nederland.’ Een soort die volgens de Rode Lijst Libellen 2011 als Verdwenen op de lijst stond. ‘Wat blijkt? In het zwaartepunt van zijn verspreidingsgebied, het oosten van Polen, Duitsland of de Baltische staten had deze soort een goed jaar en via gunstig staande wind hebben ze hun weg naar Nederland gevonden.’ Leven kan op die manier altijd spontaan weer opbloeien denkt Borkent. ‘Als het de ruimte krijgt.’