Doodsbang in Ter Apel, maar nu helpt zij INLIA

Leestijd: 4 minuten
Zaterdag 10 juni 2023 – Redactie Kerk/Inlia – Beeld: Publiek domein

 -Groningen- Zij is klein, tenger, 38 jaar oud: Zilan, geboren in Raqqa in Syrië. Vorig jaar zomer kwam zij aan in Ter Apel. Zij dacht er veiligheid te vinden na de oorlog, IS en de lange, beangstigende vlucht. Maar Ter Apel was een horrorfilm, zegt zij. Zij was dolblij toen zij van het grasveld werd gehaald en bij INLIA onderdak kreeg. Nu helpt zij waar zij maar kan.

Zij huivert nog als zij eraan denkt. Alleen was zij. Bang in mensenmassa’s. En er lagen honderden mensen voor de toegangspoorten van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Allemaal onzeker, moe, angstig. Zij kon nergens heen. Niet ontsnappen aan het lawaai, het vuil, het gebrek aan hygiëne. De komst naar Nederland, Ter Apel, was een laatste redmiddel – geen keuze.

“Ik had niet bestudeerd waar ik heen moest. Mensen denken dat misschien, maar zo werkt het niet. Op de vlucht bepaalt toeval waar jij terecht komt.” Vluchten, zegt Zilan, betekent jouw leven riskeren. “Dat doe jij alleen als jij geen andere mogelijkheden hebt.” Zij was voortdurend bang, ’s nachts nog het meest.

Zó bang
In het holst van de nacht grenzen oversteken, dwars door de bergen. Zij zag nog geen hand voor ogen. Waar was zij überhaupt? Zij wist het niet precies. Zouden zij patrouilles tegenkomen? Wilde dieren? Wie waren de mensen in het gezelschap eigenlijk? Wat zou er gebeuren? Een jonge vrouw alleen. “Men kan van alles verwachten. Ik was zó bang.”

Het was het eerste illegale dat zij ooit in haar leven deed. Maar ook gelijk het laatste, bezwoer zij zichzelf. En dan bedacht zij: “Wat als ik niet geaccepteerd word waar ik terecht kom? Wat moet ik dan?” De angst blijft als zij eenmaal hier is. Bij het eerste gesprek bij de politie trilt zij over haar hele lijf. “Ik zal jou geen kwaad doen”, zegt de politieman. En: “Jij lijkt op mijn dochter.”

Zij moet dan nog in Ter Apel arriveren. Op dat grasveld, tussen al die mensen die na hún reis ook op dat grasveld zitten. ‘s Avonds laat halen bussen hen op en brengen hen naar een grote hal. De volgende ochtend worden zij weer op het grasveld afgeleverd. Hulporganisaties delen water uit, beginnen zieken en gewonden te verzorgen. Niemand die weet wat de toekomst brengt, of wanneer.

Welkom
En dan komt er een bus van INLIA, die een hele groep naar Groningen brengt. Zilan stapt in, zonder enig idee waar zij terecht zal komen. In het INLIA Gasthuis Groningen verwelkomt directeur John van Tilborg hen: You are our guests here. You can rest now. We will take care of you. Hij vraagt of er iemand is die kan vertalen. Zilan steekt haar hand op.

“Ik voelde me verwelkomd, ontvangen als mens”, vertelt Zilan, “Dat was zo fijn. Het was troostend. Dus natuurlijk wilde ik helpen.” Vanaf dan helpt zij waar zij kan. Maar na drie weken in het Gasthuis, verkast de groep. Zilan komt in Amsterdam terecht. Zij zit daar een maand, maar het niks doen drijft haar tot wanhoop. Het brengt slechte herinneringen boven. Dus vraagt ze Van Tilborg of zij zichzelf nuttig kan maken.

INLIA kba mei - Zilan foto 3.jpeg
In de burelen van Inlia te Groningen. (Beeld Inlia)

Hongerstaking
Net dan is er onrust in de opvang in een Kerk in Zeerijp. Een deel van de mannen overweegt een hongerstaking als blijkt dat mensen die net in Ter Apel arriveren in procedure worden genomen, terwijl zijzelf al tijden niets horen. Zilan komt mee naar Zeerijp. “Ik ben een van hen, daarom kon ik bemiddelen, verbinden. Ik kon uitleggen dat de Kerken en INLIA weliswaar geen beloftes konden doen over procedures waar zij niet over gaan, maar dat zij wel konden beloven hen niet aan hun lot over te laten. Dat zij niet vergeten zouden worden. Dat hielp.”

Het is dan de piek van de crisisopvang in de Kerken. Zilan reist met het team van INLIA mee naar diverse Kerkelijke opvangplekken. Overal waar zij de mensen kan helpen. Naar de Kerk waar enkele tientallen alleenstaande jongens zijn ondergebracht, bijvoorbeeld. “Om hen zich beter thuis te laten voelen”, zegt zij, “Zó belangrijk voor die kinderen.”

Zij geeft hen af en toe een duwtje in de goede richting. “De meeste jongens kwamen uit Syrië, maar er waren verder verschillende nationaliteiten in de groep. Ik wilde dat zij beseften dat zij allemaal in hetzelfde schuitje zaten en voor elkaar moesten zorgen. Ook dat zij goede gasten moesten zijn, dus helpen met afruimen na de maaltijd, opruimen, schoonmaken. Jongens van die leeftijd hebben daar meestal wel een zetje voor nodig, haha.”

Elektrotechniek of troubleshooter
Zelf wacht zij ondertussen op haar tweede gesprek bij de IND. Haar advocaat verwacht dat zij wel een verblijfsvergunning zal krijgen. Zij heeft een achtergrond in elektrotechniek. Heel wat anders dan een rol als troubleshooter of bemiddelaar. Waar wil zij mee verder, als zij eenmaal mag werken? “Mensen helpen, hoe dan ook”, zegt zij.

Een baan bij INLIA misschien? Zilan glimlacht: “INLIA heeft mij heel goed behandeld en doet belangrijk werk voor Nederland. Als ik daar aan bij kan dragen, zou ik dat heel graag doen.”