Herinnert U zich dit nog? 3 jaar corona in cijfers

Leestijd: 4 minuten
Vrijdag 24 februari 2023 – 00:09 uur – Bron: CBS/Tanja Traag/Ruben van Gaalen – Beeld: Publiek domein
 -Heerlen- Drie jaar geleden, op 27 februari 2020, werd de eerste Nederlandse coronabesmetting vastgesteld. Wat deed de pandemie met Nederland? Het CBS zag naast uitzonderlijke perioden van oversterfte, tal van andere uitschieters in de statistieken. Zo rapporteerden meer mensen psychische klachten, remde de bevolkingsgroei tijdelijk af en werd er minder getrouwd. Het CBS zet een paar opvallende pieken en dalen op een rij. Lees verder onder de reclame>

Al snel na de komst van corona in Nederland steeg het aantal overledenen tot ver boven de verwachte sterfte. Ook tijdens de tweede golf in najaar en winter van 2020/’21 was er oversterfte, evenals een jaar later tijdens de derde golf. Uit de doodsoorzakenstatistiek blijkt dat de oversterfte grotendeels samenvalt met de COVID-19-sterfte, maar in de derde golf was er meer oversterfte dan sterfte aan COVID-19. De oversterfte hield aan in 2022 en was opnieuw hoger dan de COVID-19-sterfte (t/m oktober bekend). In 2020 tot en met oktober 2022 overleden 47 076 duizend mensen aan COVID-19.

Bevolkingsgroei halveerde, vooral door minder immigranten

De coronapandemie remde de bevolkingsgroei in het eerste jaar. In 2020 halveerde de bevolkingsgroei ten opzichte van 2019. Er overleden meer mensen dan er kinderen geboren werden, en de groei door buitenlandse migratie kwam net na de invoering van de coronamaatregelen vrijwel tot stilstand. Door reisbeperkingen daalde het aantal immigranten dat in 2020 naar Nederland kwam naar bijna 221 duizend, 58 duizend minder dan een jaar eerder.

In 2021 was de bevolkingsgroei weer op het oude niveau. In dat jaar was er een geboortegolfje en werden er 10 duizend meer kinderen geboren dan in 2020. Dit was echter van korte duur want in 2022 werden er weer minder baby’s geboren. Dat zorgde, gecombineerd met aanhoudend hogere sterfte, voor een negatieve natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte) in 2022. Vanaf maart 2022 nam de immigratie sterk toe, vooral vanwege de oorlog in Oekraïne. Ook zonder migratie van en naar Oekraïne kwam het migratiesaldo hoger uit dan in 2021. Vooral uit Syrië, Turkije en India kwamen er meer mensen bij.

Meer mensen met psychische klachten, vooral jongeren

Eind 2020 en in 2021 rapporteerden meer mensen psychische klachten dan in voorgaande jaren. Vooral de mentale gezondheid van jongeren ging tijdens de coronacrisis achteruit. Ongeveer 18 procent van de 12- tot 25-jarigen rapporteerde in 2021 psychische klachten. Voor het uitbreken van de pandemie was dat nog 11 procent. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête  van het CBS.

Bijna de helft van de 12-tot 25-jarigen zei dat de coronacrisis hun leven in het algemeen (heel) negatief heeft beïnvloed. 43 procent ervoer zowel een negatieve als positieve invloed. Dat blijkt uit het onderzoek Belevingen 2021. Jongeren misten door de coronacrisis vooral het buitenshuis leuke dingen doen en afspreken met familie of vrienden. Ook ervoeren jongeren vaker dan voor de coronacrisis school- of studiestress. Lees verder onder de reclame>

 

Minder beweging, meer tijd achter beeldscherm

Een derde van de Nederlanders van 12 jaar of ouder gaf eind 2020 aan door de coronamaatregelen minder te zijn gaan sporten en bewegen, 15 procent juist meer. De coronacrisis had vooral impact op de lichaamsbeweging van jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar: 45 procent van hen was minder gaan sporten en bewegen. Onder thuiswerkers waren er grote verschuivingen te zien: enerzijds was er een grote groep die minder ging bewegen (38 procent) en anderzijds was er een aanzienlijke groep die juist meer ging bewegen (23 procent). De tijd die buiten werk of school om achter een beeldscherm werd besteed is met 41 procent flink toegenomen.

Daarnaast gaf 20 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder aan meer ongezonde snacks en tussendoortjes te zijn gaan eten door de coronamaatregelen, 10 procent deed dat juist minder. Vooral jongeren en jongvolwassenen snackten meer (31 procent).

Minder huwelijken en partnerschappen

In coronatijd zijn minder huwelijken gesloten. Zowel in 2020 als in 2021 trouwden er minder mensen dan in 2019. De eerste lockdown leidde tot een plotselinge daling. De tweede lockdown viel in de winter, een seizoen waarin altijd minder getrouwd wordt. Ook daarna bleef het aantal huwelijkssluitingen nog achter, door (onzekerheid over) nieuwe perioden van coronamaatregelen. Ook het aantal partnerschapssluitingen daalde tijdens de eerste lockdown, en werd daarna iets hoger dan in eerdere jaren. De maatregelen hebben er mogelijk toe geleid dat een deel van de stellen voor een partnerschap koos in plaats van een huwelijk.

Criminaliteit daalt, minder woninginbraken en diefstal tijdens lockdowns

De geregistreerde criminaliteit daalde tijdens lockdowns. Dit gebeurde tijdens de eerste lockdown in maart 2020, na het afroepen van de tweede lockdown halverwege oktober 2020, en nog een keer tegen het einde van 2021. Die dips zijn mogelijk deels te danken aan lege winkelstraten en meer thuiswerkende mensen tijdens de lockdowns. Dit zorgde voor een afname van woninginbraken, zakkenrollerij, en winkeldiefstal. In 2022 nam het aantal registraties van zakkenrollerij en winkeldiefstal weer toe.

Nederlanders boekten vaker overnachting in eigen land

Door de reisbeperkingen brachten Nederlanders in 2020 met 81 miljoen dagen ruim 3 keer zo weinig vakantiedagen in het buitenland door als een jaar eerder. In 2021 was dat weer iets hoger (117 miljoen). Meer Nederlanders boekten een overnachting in toeristenaccommodaties (zoals hotels of huisjes) in eigen land, en buitenlanders juist minder. In 2022 boekten toeristen een recordaantal overnachtingen in Nederland, vooral door een toename van buitenlandse gasten.

Het aantal vliegtuigpassagiers op luchthavens van nationaal belang was in 2020 en 2021 ook lager dan het jaar ervoor. In die jaren bleven reizigers dichterbij huis en reisden ze hoofdzakelijk binnen Europa. In 2022 reisden 2 keer zoveel mensen met het vliegtuig van en naar de vijf nationale luchthavens in Nederland, maar nog altijd een kwart minder dan in het jaar voor de coronacrisis.