Het Nederland jaaroverzicht 2022

Leestijd: 5 minuten
Vrijdag 30 december 2022 – 04:16 uur – Bron: CBS/Peter Hein van Mulligen – Beeld: Publiek domein
  -Heerlen- Nog even en het jaar 2022 is voorbij en weinig mensen zullen daar spijt van hebben. 2022 was een jaar van grote hoogten en diepe dalen. Stonden 2020 en 2021 in het teken van de gevolgen van corona, in 2022 domineerden vooral de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Hoge energieprijzen en een hoge inflatie zetten dit jaar de toon en leidden in de loop van het jaar tot een historisch dieptepunt van het consumenten-vertrouwen en een dip in de economische groei. Verder kreeg Nederland te maken met een groeiende immigratie, deels als gevolg van de oorlog. Naast de oorlog waren er ook nog de naweeën van corona. Lees verder onder de reclame>

In de eerste drie kwartalen van 2022 groeide de Nederlandse economie met 4,9 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2021, gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product (bbp). Vooral de uitgaven van huishoudens waren hoger. Consumenten gaven vooral meer uit aan diensten, zoals horeca en recreatie. Tijdens de coronacrisis waren deze uitgaven ver teruggevallen, in 2022 haalden Nederlanders die schade voor een groot deel weer in.In het derde kwartaal groeide de economie ten opzichte van het derde kwartaal van 2021 met 3,1 procent. Vergeleken met het tweede kwartaal daalde het bbp echter met 0,2 procent. Dat kwam mede doordat er minder werd geïnvesteerd, vooral in woningen en infrastructuur.

Hogere bestedingen ondanks laag consumentenvertrouwen

Consumenten gaven in de eerste drie kwartalen van 2022 meer uit dan een jaar eerder. Tegelijk was het consumentenvertrouwen erg laag. In september en oktober daalde het vertrouwen naar een historisch dieptepunt. Niet eerder waren zoveel consumenten zowel negatiever over de economische situatie, als over de eigen financiële positie.
Het lage consumentenvertrouwen wordt deels verklaard doordat een recordaantal mensen rapporteerde een beetje pessimistisch te zijn. Ook het aantal mensen dat zeer pessimistisch was steeg, maar dat was nog niet zo hoog als tijdens de financiële crisis in 2013, toen de werkloosheid en het aantal faillissementen naar grote hoogten waren gestegen.

Inflatie schiet naar ongekende hoogte

In het najaar van 2021 liep de inflatie al op, om na de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 te stijgen tot historische hoogte. Gemeten met de consumentenprijsindex (CPI) piekte de inflatie in september op 14,5 procent, de hoogste in decennia. Daarna zwakte de inflatie wat af. In de eerste elf maanden van 2022 waren de consumentenprijzen gemiddeld 10,0 procent hoger dan in dezelfde periode van het jaar ervoor. De laatste keer dat de jaarinflatie boven de 10 procent uitkwam was in 1975.

Vooral hoge energieprijs stuwt inflatie op

Het waren vooral de hoge energieprijzen – van onder andere elektriciteit, gas en stadsverwarming – die de inflatie tot grote hoogte opstuwden. Energie was in september 200 procent duurder dan in dezelfde maand van 2021.

Ook aan de pomp betaalde de automobilist in de loop van 2022 de hoofdprijs. Op woensdag 8 juni bereikte de benzineprijs een hoogtepunt; een liter Euro95 kostte 2,37 euro. Dezelfde dag een jaar eerder was dat 1,79 euro.

Arbeidsmarkt ontspant iets, maar is nog krap

De arbeidsmarkt was krap in 2022: er waren meer vacatures dan werklozen. In het tweede kwartaal bereikte de spanning op de arbeidsmarkt een hoogtepunt, met 143 vacatures op 100 werklozen. In het derde kwartaal kwam er wat ontspanning, en waren er 121 vacatures per 100 werklozen. In dat kwartaal daalde het aantal vacatures met 17 duizend ten opzichte van het vorige kwartaal, en kwamen er 45 duizend werklozen bij.

Loonkloof mannen en vrouwen minder groot

De loonkloof tussen mannen en vrouwen is ook in de coronajaren 2020 en 2021 kleiner geworden, meldde het CBS in april. In 2021 was het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwen 13 procent lager dan dat van mannen. Dit verschil is elk jaar kleiner geworden. Hierbij speelt een rol dat vrouwelijke werknemers tegenwoordig hoger opgeleid zijn dan mannelijke.

Het verschil in uurlonen is veel kleiner dan het verschil in gemiddelde jaarlonen. In 2021 was het gemiddelde jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwen 36 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur.

Spanning op de huizenmarkt blijft, prijzen stijgen minder hard

De spanning op de huizenmarkt nam in het begin van het jaar verder toe. In het eerste kwartaal waren bestaande koopwoningen gemiddeld 20,3 procent duurder dan een jaar eerder, in het tweede kwartaal 18,2 procent. Daarmee stond Nederland in de top vijf van landen met de grootste stijging van de huizenprijzen in de Europese Unie.

De stijging vlakte in de loop van het jaar wel af. In augustus bereikten de woningprijzen een hoogtepunt, om daarna gestaag te dalen. In november waren huizen nog maar 4,9 procent duurder dan een jaar eerder.

Het aantal verkochte woningen nam al sinds het voorjaar van 2021 vrijwel onafgebroken af. In de eerste 11 maanden van 2022 zijn 171.767 woningen verkocht, ruim 16 procent minder dan in dezelfde periode van 2021.

Daling uitstoot broeikasgassen door hoge gasprijzen en zacht voorjaar

De uitstoot van broeikasgassen daalde in de eerste drie kwartalen van 2022. In het derde kwartaal was de uitstoot van broeikasgassen 4 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2021. Mede door de hoge aardgasprijzen en het relatief zachte en zonnige voorjaar werd er minder aardgas verbruikt door vrijwel de gehele economie en maatschappij. Dat leidde in de industrie, landbouw en bebouwde omgeving tot een vermindering van de broeikasgassenuitstoot.

Immigratie stijgt, vooral vanuit Oekraïne

Nederland telt nu ruim 17,8 miljoen inwoners. De bevolking groeide in de eerste drie kwartalen van 2022 met 191 duizend inwoners. Dat waren er ruim twee keer zoveel als in dezelfde periode een jaar eerder. Dat kwam vooral door een hoger aantal immigranten, van wie bijna 28 procent uit Oekraïne afkomstig is. Een deel van hen is inmiddels weer teruggekeerd naar Oekraïne of doorgereisd naar een ander land. Op 1 november 2022 stonden bijna 86 duizend Oekraïners die na 24 februari in Nederland zijn aangekomen ingeschreven bij Nederlandse gemeenten.

Tot en met oktober werden bijna 10 duizend minder kinderen geboren dan in dezelfde periode vorig jaar. Tegelijk was de sterfte naar verhouding nog altijd hoog, waardoor de natuurlijke aanwas in 2022 lager was dan in 2021.

Groot deel van het jaar oversterfte

In een groot deel van 2022 was er oversterfte: tot en met november overleden in 2 op de 3 weken meer mensen dan verwacht voor die week. De weken zonder oversterfte lagen vooral in het begin van het jaar: van januari tot eind maart (week 1 tot en met week 12), en in enkele losse weken daarna lag het aantal overledenen binnen de marges van normale fluctuaties.

Van de overledenen tot en met augustus 2022 is de doodsoorzaak bekend: 6 183 mensen zijn overleden aan COVID-19. In totaal stierven van maart 2020 tot en met augustus 2022 volgens deze cijfers 45 964 mensen aan deze ziekte, veroorzaakt door het coronavirus.

Mentale gezondheid van vooral jongeren op dieptepunt

In 2021 was 15 procent van alle mensen van 12 jaar en ouder psychisch ongezond, gemeten aan de hand van een vragenlijst over het persoonlijk welzijn. Dat is aanzienlijk meer dan in voorafgaande jaren. Dit percentage is sinds 2001, het jaar waarin het CBS begon met de monitoring van de mentale gezondheid, niet zo hoog geweest. Vooral onder jongvolwassenen en tieners verslechterde de mentale gezondheid; 22 procent van de jongvolwassenen was psychisch ongezond.

Niet alleen het mentale welzijn van jongeren verslechterde, ook het geluksgevoel en de tevredenheid met het leven namen af. Hoewel nog steeds een ruime meerderheid gelukkig en tevreden zegt te zijn, is het percentage gelukkigen en tevredenen onder jongvolwassenen in 2021 het laagste van alle leeftijdsgroepen.

Daarnaast verslechterde het persoonlijk welzijn. Het percentage jongeren van 18 tot 25 jaar die hun persoonlijke welzijn een 7 of hoger geven, daalde van 70 procent in 2020 naar 63 procent in 2021. Hiermee hadden jongeren voor het eerst sinds het begin van de meting in 2013 minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers (67 procent). Deze afname is vooral te zien bij jonge vrouwen.