Sterfte bij Wlz-zorggebruikers onder verwacht niveau
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg is verder afgenomen in week 11. Er overleden ruim 200 Wlz-zorggebruikers minder dan verwacht. De sterfte onder de overige bevolking bleef ongeveer gelijk en ligt ongeveer op het verwachte niveau. Er overleden ruim 1 000 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden iets meer dan 2 050 mensen.
In week 11 was de sterfte bij mensen van 80 jaar of ouder lager dan verwacht. In de andere leeftijdsgroepen was de sterfte ongeveer gelijk aan de verwachte sterfte voor deze periode. Er overleden naar schatting 1 700 mensen van 80 jaar of ouder, ruim 950 mensen van 65 tot 80 jaar en ruim 400 mensen jonger dan 65 jaar.
Sterfte aan COVID-19 tot en met november bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Deze informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met november 2020 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden iets meer dan 16 duizend mensen aan COVID-19 van maart tot en met november 2020, zoals het CBS op 10 maart publiceerde. De oversterfte in de eerste coronagolf en de eerste tien weken van de tweede golf wordt volledig veroorzaakt door sterfte aan het nieuwe coronavirus.
Informatiebronnen RIVM
Het RIVM heeft tot nu toe 16 338 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 9 715 tot en met november 2020 (stand 23 maart 2021). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zullen de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland waarschijnlijk hoger zijn.