Kerkhof als spiegel veranderende samenleving

Leestijd: 3 minuten

Vroeger was het graf een statussymbool
door Anna Fries

 

-Trier- Het is een oord van rust en stilte tussen twee drukke verkeerswegen in Trier: het Hauptfriedhof. Buiten de mensen, die gericht een graf bezoeken, slentert af en toe een bezoeker in een pauze over de sintelpaden langs de graven, onder honderden jaren oude bomen, langs rijen graven, grote en pompeuze familiegraven, solitaire bomen met tussen hun wortels urnengraven, en grote gazons. Met 15,5 hectare is de Hauptfriedhof de grootste groene vlakte in de stad en omzoomd door muren, een monumentaal beschermd stukje stad.

 

Op pilaren gestutte metershoge grafmonumenten of engelenfiguren met uitgestrekte vleugels op de graven herinneren aan vergane tijden. In een van de engelenfiguren hebben zich binnenin wilde bijen genesteld. “Vroeger was dit graf een statussymbool”, zegt de leider van het Kerkhof, Daniel Klasen. Heel vaak werden titel, functie of artiestennaam op het graf vermeld, om de maatschappelijke status over de dood heen ‘vast’ te houden. Op het Hauptfriedhof rust bijvoorbeeld een President van een rechtbank, een hoofdarts, een jurist, een beeldhouwer of de 50er-jaren zangeres Gitta Lind.

Intussen gaat de trend richting eenvoudige graven. Gemakkelijk te onderhouden is het adagium, weinig werk voor de nabestaanden. “Het graf wordt heden-ten-dage steeds vaker als een last ervaren”, zegt de woordvoerder van de vereniging van Duitse begraafplaatsen, Wilhelm Brandt. Daar komt nog bij, dat een Kerkhof als oord van verdriet en afscheid nemen aan betekenis verliest. Het komt ook steeds vaker voor dat de nabestaanden zelfs niet meer naar de ter aarde-bestelling komen. Sommigen wonen ver weg, anderen hebben geen tijd. Sommigen spreken met de uitvaartondernemer een tijd af en steken dan een kaars aan voor de overledene -thuis-, terwijl de overledene gelijktijdig door de uitvaartverzorger in het graf wordt gelegd, zegt Brandt. Lees verder onder de foto>

 

Weinig werk met het graf, dat tonen steeds meer simpele grafplaten of graven bedekt met gras. Enkele graven op het Hauptfriedhof zijn overwoekerd en verwilderd. Het kan echter ook anders, zegt Klasen. De gemeente biedt aan om urnen in oude graven te plaatsen. Nabestaanden hebben zo geen werk, om het onderhoud zorgt de gemeente – die zo oude graven in stand kan houden. Kort geleden werd daarvoor een bijna vijf meter hoog voormalig familiegraf gerestaureerd. Het met aardbeien en lavendel beplantte graf heeft plaats voor ongeveer 30 urnen.

Individualisering is het trefwoord, ook wat betreft uitvaartcultuur, aldus de inschatting van de Deutsche Friedhofsgesellschaft. De samenleving zoekt naar nieuwe manieren van rouwen en herinneren. Van een graf, beplant met geneeskrachtige kruiden, een bloemengraf, een waterurn tot een Kerkhof voor mensen en huisdieren, bijna alles is mogelijk. Eén idee heeft de Friedhofsgesellschaft van verliefden over genomen: Nabestaanden kunnen een gedenkslotje, vergelijkbaar met de liefdesslotjes aan bruggen, aan een hek aanbrengen en naar wens een herinneringsfoto maken.

Het hoofdkerkhof van Trier weerspiegelt de ontwikkelingen van de tijd: Ongeveer 3.000 zogenaamde oorlogsgraven met het eeuwige recht om er te liggen, enkele Joodse graven, gemeenschappelijke graven van religieuze Ordes en een plaats voor ‘sterrenkinderen’ – babies, die voor, tijdens of kort na de geboorte stierven. Toen het Hauptfriedhof in 1804 werd aangelegd, hoorden de stad en het Rijnland tot Frankrijk. Van individueel begraven was onder Napoleon Bonaparte geen sprake. “zoals de mensen stierven, werden zij naast elkaar gelegd”, legt Klasen uit. “Iedereen was gelijk, arm lag naast rijk, er waren geen standsverschillen na de dood.”

Daartussen staan hier-en-daar oude grafmonumenten, die na afloop van de huurtermijn door de gemeente over worden genomen, omdat zij zo pronkvol zijn. Sommige worden in een soort van ‘recycling’ aan belangstellenden verkocht. Daartussen bevinden zich steeds meer open stukken, de trend richting urnengraf maakt zich optisch bemerkbaar: “Kerkhoven krijgen op lange termijn steeds meer een parkachtig karakter”, zegt Klasen. De oppervlakte van het Kerkhof te verkleinen is theoretisch weliswaar mogelijk, praktisch echter moeilijk uitvoerbaar. Want: “De graven laten zich nu eenmaal niet als dominostenen in elkaar schuiven”

Anna Fries is onderzoeksjournaliste voor KNA (Katholische Nachrichten Agentur)

Geef een reactie op dit artikel