-Rotterdam/Teteringen- Vandaag, zaterdag 8 maart is te Teteringen overleden Mgr. Ronald Philippe Bär o.s.b., dat bevestigde het bisdom Rotterdam.
Mgr. Bär was emeritus bisschop van Rotterdam, emeritus bisschop van het Militair Ordinariaat, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Orde van Oranje Nassau, Erekapelaan Souvereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta.
Ronald Bär werd geboren in Manado, op Celebes, het huidige Sulawesi, in het toenmalige Nederlands-Indië. In 1954 trad hij in in het Benedictijner klooster van Chevetogne en kreeg de kloosternaam Philippe. Zijn professie deed hij op 29 december 1955. Hij werd in Chevetogne tot priester gewijd op 26 juli 1959. Op 15 februari werd hij benoemd tot hulpbisschop van bisschop Simonis in het bisdom Rotterdam. Hij werd op 20 maart 1982 tot bisschop gewijd en op 22 november van dat jaar benoemd tot bisschop van het Militair Ordinariaat.
Toen Mgr. Simonis werd benoemd tot aartsbisschop van Utrecht volgde Mgr. Bär hem op 19 oktober 1983 op als bisschop van Rotterdam. Op 13 maart 1993 ging hij met emeritaat. Na zijn emeritaat woonde Mgr. Bär in het klooster van de benedictijnen in Chevetogne (B). Sinds 2020 woonde hij in het verzorgingshuis Park Zuiderhout, op het terrein van het Missiehuis Sint-Franciscus Xaverius te Teteringen. Mgr. Bär was de derde bisschop van het bisdom Rotterdam. Zijn wapenspreuk was: Christo et Ecclesiae (Voor Christus en de Kerk).
De uitvaart zal plaatsvinden op maandag 17 maart om 10.30 uur in de HH. Laurentius en Elisabeth Kathedraal, Mathenesserlaan 307, te Rotterdam. Op wens van Mgr. Bär zal de huidige bisschop van Rotterdam de hoofdcelebrant zijn, waarbij de abt van Chevetogne de homilie zal verzorgen. Na de H. Mis van requiem zal de plechtigheid op de R.-K. Begraafplaats Sint Laurentius in gesloten kring plaatsvinden. Op deze begraafplaats bevindt zich het graf waar de eerste bisschop van Rotterdam, Mgr. M.A. Jansen, begraven is. Het bisdom Rotterdam vraagt om voor de zielenrust van Mgr. Bär te bidden.
Rol bij misbruik in de kerk
In december 2011 verscheen het onderzoeksrapport van de commissie Deetman over Seksueel misbruik van minderjarigen binnen de RK-kerk. Dit rapport beschrijft in bevinding 13a (pagina 274) dat in het bisdom Rotterdam in de jaren tachtig van de twintigste eeuw, dus onder het bewind van Bär, tegen de adviezen van de toenmalige selectiecommissie in, mannen werden toegelaten tot de priesterwijding die daar niet geschikt voor werden geacht en van wie een aantal zich aan misbruik van minderjarigen heeft schuldig gemaakt.
Het onverwachte karakter van het vertrek van R.Ph. Bär als bisschop van Rotterdam (1983-1993), en van het aftreden van J.M. Gijsen als bisschop van Roermond, gaven aanleiding tot speculaties. In de landelijke pers verschenen meteen na Bärs vertrek al berichten over geruchten over mogelijke homoseksuele contacten. Deze geruchten en de wetenschap dat hierover perspublicaties zouden gaan komen, zouden aanleiding zijn geweest voor zijn besluit om af te treden.
Met name de journalist Henk Müller beschuldigde in een artikel in de Volkskrant de “conservatieven” binnen de RK-kerk van de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het aftreden van bisschop Bär. Deze speculaties verwoordde hij later ook in het boek Homo in de Heer. Müller schreef in de Volkskrant over een complot van vele “conservatieve katholieke organisaties”. Er zou sprake zijn geweest van het, door middel van “chantage”, wegwerken van Bär, namelijk door hem te dreigen met het in de pers openbaar maken van “compromitterende foto’s” die het bewijs zouden vormen van homoseksuele contacten.
Dat de in katholieke kring door velen als vooruitstrevend beschouwde pastorale opvattingen van Bär van conservatieven niet veel bijval kregen, was al lang voor zijn vertrek bekend. Maar bewijzen voor het door Müller genoemde complot en het bestaan van de nooit gepubliceerde ‘belastende’ foto’s zijn nooit geleverd. Bär zelf heeft altijd geweigerd in te gaan op de redenen voor zijn aftreden en de speculaties daaromheen.