Migratie is in Egypte gewoon een onderdeel van het bestaan

Leestijd: 6 minuten

Donderdag 29 juni 2023 – 18:01 uur – Bron: IPS – Beeld: Publiek domein.

-Caïro- Liggen burgers aan de andere kant van de wereld net als wij ook wel eens wakker van het klimaat, van plasticvervuiling, van het mentaal welzijn van hun kinderen of van economische ongelijkheid? In welke mate zijn stedelingen op andere continenten begaan met de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking of de invloed van sociale media en fake news? IPS-correspondenten in verschillende wereldsteden in het zuiden trokken de straat op en gingen op zoek naar antwoorden. Waar liggen onze medewereldburgers wakker van? 

Vier Egyptische vrienden – een boer, timmerman, café-uitbater en een oude man – zitten in een straatcafé in een dorp in de Nijldelta, ten noorden van Cairo. De sfeer is uitgelaten, het is de avond voor het Offerfeest. Ik ken ze, elk jaar bezoek ik het dorp tijdens het feest. Het gesprek springt van de hak op de tak: over de prijs van vee en vlees – véél duurder dan vorig jaar – naar lokaal drugsgebruik, vissen in de irrigatiekanaaltjes en de ongebruikelijk hoge waterstand.

Er wordt veel gelachen: grap stapelt zich op grap, vol woordspelingen en steken naar elkaar. Regelmatig vallen ze met tranen van het lachen achterover in hun stoel. De oude man vraagt me of ik hem naar Europa kan meenemen. Zijn idee is dat alles daar beter is. Hij heeft er niets anders nodig dan een kamer, een – rijke – vrouw en hasj, en zal dan rust vinden. De rest van de mannen spotten met hem. Precies dat heeft hij toch ook hier in het dorp? En wat zou hij een Europese vrouw te bieden hebben?

Egyptische migranten op noodlottige boot

Op één moment valt het stil. Ik vraag of ze weten dat de boot met naar schatting 750 migranten, die midden-juni voor de kust van Griekenland zonk, veel Egyptenaren aan boord had. Dat weten ze maar al te goed. Er zaten mensen uit een nabij gelegen dorp bij. Een van hen kenden ze. Hij heeft het niet gered.

Ik schrik. Ik had gelezen over dorpelingen uit een ander deel van de Delta die aan boord zaten, maar had niet verwacht dat ook hier de impact voelbaar zou zijn. De vrienden willen de sfeer niet verpesten, en na een korte, pijnlijke stilte schakelen ze schijnbaar moeiteloos terug over op het bespotten van de oude man.

Migratie is nooit ver weg in Egypte. In Cairo hoor ik vrijwel dagelijks van een ober in een café of van een taxichauffeur de wens om te migreren. “Kunnen we niet ruilen, jij hier en ik daar?” is de semi-serieuze grap die steevast terugkomt. Ik spreek Reda, een man van 38 die zijn achternaam niet noemt. Hij werkt als tuinman én lokale makelaar in een bescheiden vakantiepark aan de Middellandse Zeekust, en komt uit een – ander – dorp in de Nijldelta. Hij heeft een stuk of tien familieleden die in het buitenland zitten, voornamelijk in Koeweit. “Als je kan helpen met migreren weet ik er zo nog wel tien die interesse hebben”, zegt hij. “Iedereen wil weg, nu meer dan ooit.”

Constant op zoek naar werk

Het gaat allemaal om werk, dat er niet of zwaar onderbetaald is in Egypte. Het minimumloon is recent dan wel verhoogd, naar 3500 Egyptische pond per maand, maar door de devaluatie van de pond is dat omgerekend slechts zo’n 100 euro . Dat is minder dan een jaar geleden, en door de voedselprijsstijging van 60 procent is ook de koopkracht achteruitgegaan. Egypte gaat door een zware economische crisis – de derde in zeven jaar, inclusief de naweeën van de coronapandemie. Ook de private sector ligt op zijn gat. Topbestemmingen zijn de Golflanden, maar ook Europa lonkt.

Daarnaast is er veel interne migratie, merkt Reda op. Van zijn zes broers werken er vijf in Cairo en slechts één nog als boer in het geboortedorp. De vrouwen en kinderen gaan niet mee, die blijven op het platteland. Zo ook Reda’s gezin met drie kinderen. Hij heeft zelf een tijdje in Koeweit gewoond, kwam terug om te trouwen, en daarna had het bedrijf waar hij voor werkte hem niet meer nodig, zegt hij.

Reda heeft nu geen migratieplannen meer. Over Europa weet hij niet veel, het verbaast hem dat Nederlands, Duits en Engels verschillende talen zijn. Maar hij weet wel dat er honderden Egyptische migranten zijn verdronken in de Middellandse Zee. “Ze zaten vast in het ruim van het schip”, zegt hij. Tot slot vraag ik Reda naar de recente instroom van Soedanese vluchtelingen, als gevolg van de oorlog daar. Dat is een ander verhaal, vindt hij. “Wij Egyptenaren kunnen ons hoofd al niet boven water houden, meer mensen kan het land niet aan.”

Zwemmen verboden voor nannies

Even verderop aan de kust, in een veel luxueuzer vakantiepark vol kunstmatige lagunes, villa’s en zwembaden voor de Caireense elite, is migratie op een totaal andere manier zichtbaar. Bijna elk gezin heeft een nanny mee. En deze nannies zijn vrijwel uitsluitend zwart, afkomstig uit landen zoals Oeganda, Kenia, Zuid-Soedan of Ethiopië. Op grote borden aan het begin van het strand staan de ‘huisregels’ van het resort opgeschreven, waarvan er een luidt: “Voor nannies is zwemmen niet toegestaan.”

Ik spreek twee nannies, die niet bij naam willen worden genoemd, over deze regel. “Racisme”, zeggen ze verbouwereerd. Maar ze staan machteloos, de meeste hebben geen werkvisum en zitten dus in een kwetsbare positie. Je uitspreken is dan niet verstandig. Voor hen is Egypte de plek om geld te verdienen, en dat terug te sturen naar familieleden thuis. Zoals voor Egyptenaren de Golflanden en Europa dat zijn. Een van de nannies heeft een dochter die studeert in Nairobi. Ook in Kenia daalt de waarde van de munt, zegt ze, en ze maakt zich zorgen over een volgende devaluatie van de Egyptische pond.

Migratiesamenwerking EU-Egypte

Cairo kent een grote variëteit aan migrantengemeenschappen. De centraal gelegen wijk Doqqi zit vol Jemenitische restaurants, op andere plekken vind je Soedanese cafés of Syrische shoarmatenten. Ethiopiërs, Eritreërs en Somaliërs wonen in armere wijken verder uit het centrum. De Egyptische regering zegt dat het land negen miljoen migranten huisvest; een getal dat vaak terugkomt tijdens de bezoeken van Europese leiders aan Egypte.

Migratie is een belangrijk thema in de relaties tussen EU-landen en Egypte, zo niet hét thema. In oktober vorig jaar zegde de EU 80 miljoen euro toe voor het verbeteren van de Egyptische kustwacht. De VN-vluchtelingen organisatie heeft een kleine driehonderdduizend vluchtelingen geregistreerd in Egypte. Hier zijn de 255.000 Soedanezen die sinds het uitbreken van de oorlog in april naar Egypte zijn gevlucht nog niet bij meegeteld.

Van Soedan naar Egypte

Een van hen is Coman Saeed (30). Ik ontmoette hem in januari 2022 tijdens een demonstratie tegen het militaire bestuur in Soedan. Een vrolijke, gedreven jongeman die duidelijk voor ogen had waar hij voor streed: een democratisch, seculier Soedan, niet geregeerd door generaals maar door burgers, en met gelijke rechten voor minderheden.

Hij werkte voor een lokale vrouwenrechtenorganisatie. Toen de oorlog uitbrak appte ik hem. Hij was Khartoem ontvlucht en verbleef nu bij zijn familieleden in de Nubabergen in het zuiden. Maar hij wilde naar Egypte.

Na een paar weken stilte kreeg ik weer een appje van hem. Hij zat aan de Egyptische grens, maar het was schier onmogelijk een visum te krijgen. “Ik moet een andere manier vinden”, schreef hij. Sinds het uitbreken van de oorlog heeft Egypte stapsgewijs de visumregels voor Soedanezen aangescherpt. Ik kon weinig anders dan hem succes wensen. Een dag later al kwam het verlossende bericht: hij was in Aswan aangekomen, in het zuiden van Egypte. We spraken af elkaar in Cairo weer te ontmoeten.

Coman vertelt over verbrande lijken in Khartoem, bloed op straat en in het busstation, en de altijd spannende checkpoints op de route. “Het was traumatisch”, zegt hij, maar uit zijn rustige en welhaast opgewekte manier van praten valt dat niet op te maken. De grens oversteken was relatief makkelijk; een uur door de pikdonkere woestijn lopen om de grenspost heen. Hij vergezelde een vrouw uit Ethiopië met haar twee kinderen. Nu verblijft hij bij Soedanese vrienden die al langer in Cairo zijn, en heeft hij zijn status gelegaliseerd. De Egyptenaren in de wijk behandelen hen onbeleefd en neerbuigend, zegt hij. “Omdat we zwart zijn.”

‘Een beetje egoïstisch’

Zijn familie in de Nubabergen is veilig, zegt Coman, maar daar blijven was voor hem geen optie. Hij is degene uit de familie met een opleiding – hij spreekt vloeiend Engels – en verdiende het geld in Khartoem. Nu moet hij dat ergens anders gaan doen, om zijn ouders en zes broers en zussen te ondersteunen. Hij hoopt een studiebeurs te krijgen voor een universiteit in het Verenigd Koninkrijk. Wachten op herplaatsing in een Westers land via de VN-vluchtelingenorganisatie kan jaren of zelfs decennia duren, en die tijd heeft hij niet. De route via Libië en de Middellandse Zee wijst hij ook resoluut af. “Dat is veel te gevaarlijk, dat is het niet waard”, zegt hij. “En dan ben je illegaal in Europa, dat schiet ook niet op.” Al wachtend op zijn beurs, zoekt hij naar werk voor een ngo of een hulporganisatie in Cairo.

Als ik hem vraag wat hij van de gesloten grenzen van de EU vindt, lacht hij even. “Ze hebben alles in Europa, en onze natuurlijke rijkdommen in Afrika zijn ons afgenomen. Maar naar Europa kunnen we niet. Het is oneerlijk”, zegt hij. Hij wijst op het gemak waarmee Oekraïners de EU in kunnen reizen om de oorlog in hún land te ontvluchten, en hoe moeilijk dat is voor Soedanezen. “Groot-Brittannië heeft Soedan jarenlang gekoloniseerd. En nu het oorlog is in Soedan, houden ze de grenzen voor ons gesloten. Dat is simpelweg een beetje egoïstisch.”