-Brussel- Om de opwarming van de aarde af te remmen zullen we actief CO2 uit de atmosfeer moeten halen, naast de inspanningen die we al leveren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een nieuwe studie onder leiding van de Universiteit van Cambridge toont dat de combinatie van goedkope, op natuur gebaseerde oplossingen en duurdere technologie de beste kansen biedt.
In het tijdschrift Joule leggen de wetenschappers uit dat natuurlijke oplossingen én technologie samen nodig zijn om de overgang naar netto nul-uitstoot te maken.
Gevarieerde portefeuille
Het team ontwikkelde een nieuw model om te berekenen hoeveel extra CO2-opslag nodig is om de temperatuur op aarde voor eeuwen stabiel te houden. Ze calculeerden daarvoor ook scenario’s in waarbij een deel van de opgeslagen CO2 weer vrijkomt, bijvoorbeeld na een bosbrand.
“Onze risicobenadering laat zien dat natuurlijke CO2-opslag door bijvoorbeeld bosaanplantingen veel meer potentie heeft dan critici denken”, zegt Conor Hickey van Cambridge. Daarbij is het volgens hem wel cruciaal dat opslag deel uitmaakt van een gevarieerde portefeuille van CO2-verwijdering.
De onderzoekers berekenden dat een ‘buffer’ van ongeveer twee ton opgeslagen koolstof nodig is voor elke ton die wordt gecompenseerd door natuurlijke oplossingen. Voor de meest risicovolle portefeuilles, die sterk afhankelijk zijn van natuurlijke compensatie, kan die buffer oplopen tot negen ton.
“Techbedrijven zoals Microsoft en Meta geven samen miljarden uit aan CO2-verwijdering om hun groeiende ecologische voetafdruk te compenseren”, zegt Hickey. “Bedrijven en landen weten dat zulke investeringen helpen om netto nul-doelen te halen, maar willen ook weten in hoeverre ze bijdragen aan het stabiliseren van de temperatuur op de lange termijn.”
“Onze benadering laat zien dat natuurlijke opslag van CO2, zoals bomen planten, een grote rol speelt, zolang het gebruikt wordt als onderdeel van een gediversifieerde portefeuille van oplossingen om CO2 te verwijderen uit de atmosfeer.”
Opslag diep onder de grond
“Om het klimaat te stabiliseren in overeenstemming met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs, moet iedereen die afhankelijk is van compensatie, tegen het midden van de eeuw volledig overstappen op CO2-verwijdering met geologische opslag”, vult medeauteur Myles Allen van de Universiteit van Oxford aan. “Duurzaam netto-nul betekent geologisch netto-nul.”
Ze denken dan aan bosbouw, maar ook aan biochar bijvoorbeeld, een koolstofrijk, houtskoolachtig product dat ontstaat door organisch materiaal zoals biomassa te verhitten.
Deze methoden brengen echter het risico met zich mee dat koolstof opnieuw vrijkomt wanneer het landgebruik bijvoorbeeld wijzigt of het aantal bosbranden toeneemt. Daarom worden deze oplossingen vaak slechts als een ’tijdelijk’ beschouwd – de CO2 wordt immers niet lang genoeg opgeslagen om de stijgende mondiale temperaturen een halt toe te roepen.
Maar dan zijn er nog alternatieven, aldus de studie. Technologische methoden zoals Direct Air Capture (DAC), waarbij CO2 direct uit de lucht wordt gehaald en diep onder de grond wordt opgeslagen, zijn dan wel duurder en energie-intensiever, maar het geeft wel een meer permanente oplossing. Door de CO2 diep onder de grond te injecteren, is het immers vrijwel onmogelijk dat die opnieuw in de atmosfeer belandt.
Gouden combinatie
De Cambridge-studie concludeert dat een mix van beide strategieën de meest haalbare optie is. “Door nu meer koolstof te verwijderen, kun je het risico van latere lekkage compenseren. En dat kan met een combinatie van natuur én technologie, mits de juiste buffer wordt ingebouwd”, aldus Hickey.
De wetenschappers pleiten voor een combinatie van duurdere permanente oplossingen zoals DAC en goedkopere, op de natuur gebaseerde opties zoals het planten van bomen.
“Onze aanpak maakt strategische keuzes voor CO2-opslag mogelijk op basis van de huidige beschikbaarheid, terwijl we ons tegelijk ook richten op temperatuurstabilisatie op lange termijn”, zegt Hickey. Hier heeft de huidige markt volgens hem grote behoefte aan. “Het geeft bedrijven inzicht in wat er echt nodig is om het klimaat te stabiliseren; niet alleen richting 2050, maar voor eeuwen daarna.”