Ruim 75 duizend vrouwen werden voor het eerst moeder in 2023

Leestijd: 4 minuten

Vrijdag 3 mei 2024 ~ 00:39 uur ~ Bron: Redactie Binnenland/CBS-Tanja Traag ~ Beeld: MB

-Heerlen- In 2023 werden ruim 75 duizend vrouwen voor het eerst moeder. Zij waren gemiddeld 30,3 jaar. Dat meldt het CBS in de aanloop naar Moederdag.

Er werden ruim 164 duizend kinderen geboren in 2023. Bijna de helft van alle geboorten (75,6 duizend kinderen) was het eerste kind van de moeder. Daarnaast was 37 procent een tweede kind, 12 procent een derde kind en 5 procent een vierde of volgend kind.

Moederschap vaker op latere leeftijd

De meeste kinderen worden geboren bij vrouwen tussen de 30 en 35 jaar oud: 117 kinderen per duizend vrouwen van die leeftijd. Geboorten op hele jonge of oude leeftijd komen maar weinig voor: bij vrouwen onder de 25 jaar werden 10 kinderen per duizend vrouwen geboren, en 8 per duizend bij vrouwen van 45 jaar of ouder. Tien jaar geleden kwam jong moederschap vaker voor. Moederschap op latere leeftijd komt nu juist iets vaker voor. In totaal werden per duizend vrouwen tussen de 15 en 50 jaar 43 kinderen geboren.

Vrouwen gemiddeld 30,3 jaar oud bij eerste kind

Vrouwen waren in 2023 gemiddeld 30,3 jaar oud toen ze hun eerste kind kregen. Dat was in de twee jaren daarvoor ook al zo. In 2013 was de gemiddelde leeftijd 29,4 jaar. In Europees perspectief gezien worden Nederlandse vrouwen relatief laat moeder. De gemiddelde leeftijd bij het eerste kind in de Europese Unie lag in 2022 op 29,7 jaar. In Nederland zijn vaders over het algemeen ongeveer 2,5 jaar ouder bij de geboorte van hun kinderen dan moeders. In 2022 waren vaders gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind.

Gemiddeld kindertal per vrouw daalt

Het aantal geboorten in Nederland per jaar hangt onder andere af van het aantal vrouwen in de leeftijd waarop ze kinderen kunnen krijgen (15 tot 50 jaar). Het zogenoemde totaal vruchtbaarheidscijfer (total fertility rate, TFR) houdt daar rekening mee. Dit cijfer, ook wel het gemiddeld kindertal per vrouw genoemd, schommelt in de loop der tijd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw lag het rond de 1,50. Vervolgens steeg het langzaam, tot 1,80 in 2010 en sindsdien daalt het weer. In 2023 was het totaal vruchtbaarheidscijfer 1,43. De daling sinds 2010 is niet bij alle leeftijdsgroepen en opleidingsgroepen even sterk, blijkt uit het onderzoek Dalende vruchtbaarheid sinds 2010: de rol van opleidingsniveau van het CBS.

Vrouwen in de EU steeds ouder bij geboorte eerste kind

De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in de Europese Unie (EU) hun eerste kind krijgen is de afgelopen tien jaar toegenomen. Dit geldt voor elk EU-land. In 2013 waren EU-vrouwen gemiddeld 28,8 jaar oud, in 2022 was dat 29,7 jaar. In Nederland was de leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen in 2022 met 30,3 jaar hoger dan het EU-gemiddelde. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en Eurostat.
Nederlandse moeders waren niet de oudste; in zes landen van de Europese Unie werden vrouwen nog iets later voor het eerst moeder. In Italië en Spanje was de gemiddelde leeftijd het hoogst. Bij buurlanden lag de gemiddelde leeftijd lager dan bij ons: Belgische vrouwen waren gemiddeld 29,5 jaar bij de geboorte van hun eerste kind en Duitse vrouwen 29,9 jaar. Moeders uit Bulgarije waren het jongst. Nederlandse vaders waren in 2022 gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind. Dat is iets ouder dan in 2013, toen was dat 32,4 jaar.

Het totale vruchtbaarheidscijfer daalt in alle EU-landen

In 2022 lag het totale vruchtbaarheidscijfer (TFR) voor Nederlandse vrouwen op 1,49 kinderen. Dit cijfer, ook wel het gemiddeld kindertal per vrouw genoemd, daalt al jaren: in 2011 was dit nog 1,76. Het Nederlands gemiddelde lag in 2022 wel iets hoger dan in de EU, dat toen 1,46 was. Het EU-gemiddelde was in 2011 nog 1,54 kinderen per vrouw.

Het vruchtbaarheidscijfer van onze buurlanden liep in 2022 uiteen. In België was het gemiddeld aantal kinderen per vrouw met 1,53 hoger dan in Nederland, in Duitsland was het iets lager, namelijk 1,46 kinderen per vrouw. Van alle EU-landen heeft Frankrijk het hoogste vruchtbaarheidscijfer (1,79); Malta het laagste met gemiddeld 1,08 kinderen per vrouw. De hoogste vruchtbaarheidscijfers komen voornamelijk voor in Oost-Europese landen, terwijl de laagste vruchtbaarheidscijfers voornamelijk in Zuid-Europese landen te vinden zijn. In meer dan de helft van de EU-landen is het gemiddeld kindertal vanaf 2011 gedaald.

Ook totaal aantal geboren kinderen neemt af

In 2022 zijn er in de EU in totaal 3,8 miljoen kinderen geboren. Dat waren er minder dan het jaar ervoor, toen er 4,1 miljoen baby’s ter wereld kwamen. Het aantal geboorten in de EU daalt al sinds 2008. Dit is ook in Nederland het geval: het aantal levend geboren kinderen is sindsdien met 5 procent afgenomen. Uit eerder onderzoek bleek dat vooral jonge vrouwen het moederschap uitstellen. Mochten deze vrouwen de komende jaren alsnog kinderen krijgen, dan zullen het aantal kinderen dat jaarlijks geboren wordt en de TFR weer gaan stijgen.