Vijf Kardinalen leggen verschillende dubia aan de Paus voor

Leestijd: 8 minuten
Dinsdag 3 oktober 2023 – 06:15 uur – Bron: Redactie Kerk-VN-A. Englisch – Beeld: Jill Mackie

-Rome- Vijf Kardinalen hebben een reeks vragen naar Paus Franciscus gestuurd, zonder deze, in eerste instantie, openbaar te maken, om hun zorgen te uiten en opheldering te verkrijgen over zaken als doctrine en Kerkelijke discipline aan de vooravond van de Synode.

Het antwoord van de Pontifex kwam per kerende post en was, zoals van een Jezuiët te verwachten, uiterst diplomatiek en weinig verhelderend. Daarom hebben zij besloten de dubia publiekelijk te maken. Het gaat om de ontwikkeling van de doctrine, homoseksuele zegening, synodaliteit, wijding van vrouwen en de noodzaak berouw bij de biecht.

Conservatief

De vijf Kardinalen hebben een duidelijke overeenkomst met elkaar, zij behoren stuk-voor-stuk tot het uiterst behoudende deel van de RK-Kerk. Het gaat om de Kardinalen Brandmüller, Burke, Zen, Sandoval en Sarah. De vijf geven aan dat zij op 21 augustus vijf vragen hebben voorgelegd, ‘dubia’ genaamd, waarin zij om duidelijkheid vragen over kwesties die verband houden met leerstellige ontwikkelingen, de zegen van homoseksuele relaties, de autoriteit van de Synode, de wijding van vrouwen en de Sacramenten, met name de biecht.

Ja of nee

De ‘dubia’ zijn formele vragen die aan de Paus en het Dicasterie voor de Geloofsleer  worden voorgelegd met als doel een ‘ja’ of ‘nee’-antwoord te krijgen, zonder theologische argumentatie. Het woord ‘dubia’ is het meervoud van ‘dubium’, wat in het Latijn ‘twijfel’ betekent. Zij worden doorgaans ter sprake gebracht door Kardinalen of andere hooggeplaatste leden van de Kerk en zijn bedoeld om opheldering te zoeken over kwesties van Kerkelijke leerstellingen.

De ‘dubia’ werden ondertekend door de Duitse Kardinaal Walter Brandmüller, 94, voorzitter van het Pauselijk Comité voor Historische Wetenschappen; de Amerikaanse Kardinaal Raymond Burke, 75, Prefect emeritus van de Apostolische Signatura; de Chinese Kardinaal Zen Ze-Kiun, 90, emeritus Bisschop van Hong Kong; de Mexicaanse Kardinaal Juan Sandoval Íñiguez, 90, emeritus Aartsbisschop van Guadalajara; en de Guineese Kardinaal Robert Sarah, 78, Prefect emeritus van het Dicasterie voor Goddelijke eredienst en de Sacramenten.

De conservatieve en bepaald niet Pausgezinde Kardinalen zouden, naar eigen zeggen, op 10 juli een eerdere versie van de ‘dubia’ over deze kwesties hebben gepresenteerd en de volgende dag een antwoord van Paus Franciscus hebben ontvangen. Volgens hen reageerde de Heilige Vader met ontwijkende, ‘wollige’ antwoorden in plaats van met de gebruikelijke vorm van “ja” en “nee” antwoorden, waardoor een herzien verzoek om opheldering noodzakelijk was.

“De antwoorden van Paus Franciscus hebben de twijfels die wij hebben geuit niet opgelost, maar vergroot ”, aldus een eerste verklaring van de vijf. Daarom stuurden zij op 21 augustus een opnieuw geformuleerde ‘dubia’ uit, waarbij zij deze gedeeltelijk herformuleerden om “ja” of “nee” antwoorden te krijgen.

De Kardinalen hebben het verzoek van de media om toegang te krijgen tot de tekst van het antwoord van de Paus van 11 juli afgewezen, omdat zij zeggen dat het antwoord alleen aan hen was gericht en niet voor het publiek bedoeld was. Tegelijkertijd beweren zij dat zij nog geen antwoord hebben ontvangen op de geherformuleerde ‘dubia’ die op 21 augustus naar de Paus is gestuurd. Het Vaticaan gaat ook publiekelijk niet op de zaak in.

De Kardinalen leggen in een ‘Kennisgeving aan de Gelovigen van Christus’ van 2 oktober uit dat zij besloten hebben de ‘dubia’ te presenteren “in het licht van verschillende verklaringen van hooggeplaatste Prelaten” die zijn gedaan in verband met de komende Synode, die deze week van start gaat en die “openlijk tegengesteld zijn” aan de leer.

Deze verklaringen, zo beweren zij, “hebben grote verwarring en een ‘val’ in dwaling veroorzaakt en blijven dit veroorzaken onder de gelovigen en andere mensen van goede wil.”

Dubia-inhoud

De eerste dubium (vraag) verwijst naar de ontwikkeling van de leer en de verklaring van sommige Bisschoppen dat de Goddelijke openbaring geherinterpreteerd moet worden in overeenstemming met de culturele veranderingen van onze tijd en in overeenstemming met de nieuwe antropologische visie die deze veranderingen ondersteunen ; of dat Goddelijke openbaring voor altijd bindend en onveranderlijk is en daarom niet mag worden tegengesproken.

De Kardinalen beweren dat de Paus op 11 juli reageerde door te zeggen dat de Kerk “haar begrip van het geloofsgoed kan verdiepen”, waar zij het mee eens waren, maar dat het antwoord “onze zorg niet wegnam”, namelijk dat veel Christenen vandaag de dag stellen dat de culturele en antropologische veranderingen van onze tijd de Kerk ertoe zouden moeten brengen het tegenovergestelde te onderwijzen van wat zij altijd heeft onderwezen. “Dit betreft essentiële kwesties over onze verlossing, de geloofsbelijdenis, de voorwaarden voor toegang tot de Sacramenten en de naleving van de morele wetten”, aldus de Kardinalen.

Daarom herformuleerden zij hun dubium als volgt:

“Is het voor de Kerk vandaag de dag mogelijk leerstellingen te onderwijzen die in strijd zijn met de leerstellingen die zij voorheen heeft onderwezen op het gebied van geloof en moraal, hetzij door de Paus ex cathedra, hetzij in de definities van een oecumenisch concilie, of in het gewone universele leergezag van Bisschoppen? verspreid over de hele wereld (vgl. Lumen Gentium, 25)?

In het tweede dubium over de zegening van verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht benadrukken zij de leer van de Kerk, gebaseerd op Goddelijke openbaring en de Schrift, dat “God de mens schiep naar zijn beeld, man en vrouw, hij schiep hen en zegende hen, en zei tegen hen: ‘Weest vruchtbaar’” (Genesis 1:27-28), en de leer van Paulus. Vervolgens vroegen zij de Paus of de Kerk van een dergelijke leerstelling kan afwijken en objectief zondige situaties, zoals homoseksuele relaties, als een mogelijkheid kan aanvaarden, zonder de geopenbaarde doctrine te verraden?

De Paus antwoordde op 11 juli, volgens de Kardinalen en zei dat het gelijkstellen van het huwelijk met de zegening van koppels van hetzelfde geslacht tot verwarring zou leiden en daarom vermeden zou moeten worden. Maar de Kardinalen zeiden dat hun zorg anders is, namelijk ‘dat de zegening van paren van hetzelfde geslacht in ieder geval verwarring zou  veroorzaken, niet alleen omdat deze daardoor analoog zal kunnen lijken op het huwelijk, maar ook omdat homoseksuele handelingen praktisch als iets goeds zouden worden gepresenteerd.

Daarom herformuleerden zij hun twijfel door te vragen of het onder “bepaalde omstandigheden” mogelijk wordt voor een Priester om verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht te zegenen, “waarmee zij suggereerden dat homoseksueel gedrag op zichzelf niet in strijd zou zijn met Gods wet en iemands pad naar God.” . Gekoppeld aan die twijfel vroegen zij zich af of de leer van de Kerk nog steeds geldig is dat “elke seksuele handeling buiten het huwelijk, en in het bijzonder homoseksuele handelingen, een objectief ernstige zonde tegen de wet van God vormt, ongeacht de omstandigheden waarin deze plaats heeft en de intentie waarmee dit wordt uitgevoerd.

Vraag over synodaliteit

In het derde dubium vragen de Kardinalen zich af of synodaliteit het hoogste criterium voor het bestuur van de Kerk kan zijn, zonder “de door haar Stichter gewenste constitutieve orde” in gevaar te brengen.” Zij benadrukken: “Het hoogste en volledige gezag van de Kerk wordt zowel uitgeoefend door de Paus op grond van zijn ambt als door het college van Bisschoppen samen. (Lumen Gentium, 22).”

De Kardinalen zeiden dat Paus Franciscus reageerde door te hameren op een “synodale dimensie van de Kerk” die alle lekengelovigen omvat, maar de Kardinalen zeiden dat zij bezorgd zijn dat “synodaliteit” wordt gepresenteerd alsof het “het hoogste gezag van de Kerk vertegenwoordigt. Zij zochten daarom duidelijkheid over de vraag of de synode in cruciale kwesties als hoogste autoriteit kan optreden.

Heilige Wijdingen en vergeving

In het vierde dubium gingen de Kardinalen in op de beweringen van sommige Prelaten, wederom ‘noch gecorrigeerd, noch ingetrokken’, dat vrouwen tot Priester kunnen worden gewijd . Daarom vroegen zij de Paus of de leer van het Tweede Vaticaans Concilie en de Apostolische brief ‘Ordinatio Sacerdotalis’ van Johannes Paulus II, die “de onmogelijkheid van het verlenen van de Priesterwijding aan vrouwen definitief bevestigde, nog steeds geldig zijn.”

In hun geherformuleerde dubium zeiden de Kardinalen dat de Paus herhaalde dat de ‘Ordinatio Sacerdotalis’ definitief gehandhaafd moet worden en “dat het noodzakelijk is om het Priesterschap te begrijpen, niet in termen van macht, maar in termen van dienstbaarheid.” Maar zij maakten bezwaar tegen zijn antwoord, waarin stond dat de vraag ‘nog verder onderzocht kan worden’.

“Wij zijn bezorgd dat sommigen deze verklaring interpreteren alsof de zaak nog niet definitief is beslist”, zeggen de vijf, eraan toevoegend dat ‘Ordinatio Sacerdotalis’ tot het geloofsgoed behoort. Daarom omvatte hun geherformuleerde dubium: “Zou de Kerk in de toekomst de macht kunnen hebben om de Priesterwijding aan vrouwen te verlenen, en daarmee in tegenspraak zijn met de exclusieve reservering van dit Sacrament voor gedoopte mannen?

Hun laatste dubium betreft de veelvuldige nadruk van de Heilige Vader op de plicht om iedereen en altijd de vergeving te geven, zodat oprecht berouw geen noodzakelijke voorwaarde meer zou zijn voor sacramentele absolutie. De Kardinalen vragen zich af of het berouw van de boeteling nog steeds nodig is voor de geldigheid van de sacramentele biecht, “dus de Priester moet de absolutie uitstellen of afwijzen wanneer het duidelijk is dat niet aan deze voorwaarde is voldaan.”

In hun geherformuleerde dubium wijzen zij erop dat de Paus de leerstelling van het Concilie van Trente over deze kwestie bevestigt, namelijk dat absolutie het berouw van de zondaar vereist, wat ook het besluit inhoudt om niet opnieuw te zondigen.

“Wij willen herhalen dat onze vraag niet voortkomt uit het twijfelen aan de grootsheid van Gods barmhartigheid, maar integendeel, voortkomt uit ons besef dat deze barmhartigheid zo groot is dat wij ons tot Hem kunnen bekeren, onze schuld kunnen belijden en kunnen leven zoals Hij ons heeft geleerd. Op hun beurt zouden sommigen zijn reactie kunnen interpreteren als simpelweg het benaderen van de belijdenis als een voldoende voorwaarde voor het ontvangen van absolutie.

“Kan een boeteling die, hoewel hij een zonde toegeeft, op de een of andere manier de intentie ontkent om deze niet opnieuw te begaan, op geldige wijze de sacramentele absolutie ontvangen?”

Communicatie van de Kardinalen

Kennisgeving aan de gelovigen van Christus (ca. 212 § 3)
Betreffende Dubia gepresenteerd aan Paus Franciscus

Via onze brief van 10 juli 2023, waarin wij gebruik maken van de bekende praktijk van het voorleggen van dubia [vragen] aan een superieur, om de superieur de kans te geven om, via zijn responsa [antwoorden], de leer en discipline van de Kerk te verduidelijken, hebben wij vijf dubia aan Paus Franciscus overhandigd. In zijn brief van 11 juli 2023 reageerde paus Franciscus op onze brief.

Na bestudering van zijn brief, die niet de praktijk van responsa ad dubia [antwoorden op vragen] volgde, hebben wij de dubia opnieuw geformuleerd om een ​​duidelijk antwoord te verkrijgen, gebaseerd op de eeuwige leer en discipline van de Kerk. Bij brief gedateerd 21 augustus 2023 hebben wij de geherformuleerde dubia aan de Paus overhandigd, waarvan wij een kopie bijvoegen. Tot op heden hebben wij geen reactie ontvangen op de geherformuleerde dubia.

Gezien de ernst van de dubia-kwestie, vooral met het oog op de aanstaande zitting van de Bisschoppensynode, beschouwen wij het als onze plicht om u, de gelovigen, te informeren (ca. 212 § 3), zodat u niet aan verwarring en fouten wordt blootgesteld. Bid voor de universele Kerk en in het bijzonder voor de Paus, zodat het Evangelie steeds duidelijker onderwezen mag worden en steeds trouwer gevolgd mag worden.

De jouwe in Christus,

Walter kardinaal Brandmüller
Raymond Leo kardinaal Burke
Juan kardinaal Sandoval Íñiguez
Robert kardinaal Sarah Joseph
kardinaal Zen Ze-kiun

Rome, 2 oktober 2023

Andere dubia

Tijdens dit Pontificaat waren er vaker dubia. In 2016 presenteerden Kardinalen Burke en Brandmüller, samen met wijlen Kardinalen Carlo Caffarra en Joachim Meisner, een reeks van vijf dubia aan Paus Franciscus om opheldering te vragen over de interpretatie van Franciscus ‘apostolische aansporing Amoris Laetitia, vooral met betrekking tot de toelating van gescheiden en hertrouwde mensen aan de H. Communie. Zij kregen geen direct antwoord op hun vragen.

In 2021 vaardigde het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst een responsa ad dubia uit over verschillende kwesties die verband hielden met de implementatie van Traditionis Custodes, het motu proprio van Paus Franciscus dat de traditionele Latijnse Mis aan banden legde.

Vervolgens stuurde Pater James Martin, een Jezuïet, in januari van dit jaar een brief rechtstreeks naar Paus Franciscus om opheldering te vragen over de opmerkingen die de Heilige Vader aan de Associated Press had gemaakt over de kwestie van homoseksualiteit. De Paus reageerde twee dagen later met een handgeschreven brief op de vragen.