COVID-19 stuwt zorguitgaven omhoog
De coronacrisis is van grote invloed geweest op de zorguitgaven, waaronder financiële steun aan zorgverleners en de zorgbonus voor zorgmedewerkers. Naast de reguliere zorg zijn er grote uitgaven gedaan aan zorg voor covidpatiënten en zijn er extra kosten gemaakt vanwege COVID-19, onder andere aan medische beschermingsmiddelen (zoals mondkapjes) maar bijvoorbeeld ook voor extra opvang van dak- en thuislozen. In totaal bedragen deze coronagerelateerde kosten naar schatting 2,3 miljard euro. Niet alle uitgaven die gedaan zijn in 2020 tellen mee. Daarnaast is in 2020 veel reguliere zorg uitgesteld of vervallen. Zorgaanbieders konden compensatie krijgen voor de weggevallen omzet. De omvang van deze steunmaatregelen is naar schatting 4,1 miljard euro. Het grootste gedeelte van dit bedrag komt voor rekening van de continuïteitsbijdrage binnen de Zorgverzekeringswet (2,8 miljard euro). Bovenop deze bedragen komen de zorgbonus (2,1 miljard euro) die is uitgekeerd aan zorgmedewerkers en de kosten van het testen op corona en overige kosten gemaakt voor de bestrijding van de pandemie (naar schatting 1,5 miljard euro).
De zorguitgaven als percentage van het bruto binnenlands product stegen van 13,2 procent (2019) naar 14,5 procent (2020).
Zorguitgaven in 2020 stijgen met 475 euro per persoon
In totaal werd via de overheid, verzekeringen en eigen betalingen in 2020 per persoon gemiddeld 6660 euro uitgegeven aan zorg. Dat is ongeveer 475 euro meer dan in 2019. Door de extra uitgaven vanwege de coronacrisis zijn de overheidsuitgaven aan zorg en welzijn per persoon gestegen met 28 procent, circa 340 euro. De gemiddelde uitgaven aan de verplichte verzekeringen – zorgverzekering en de Wet langdurige zorg (Wlz) – stegen met respectievelijk 80 euro (3 procent) en 110 euro (9 procent). De gemiddelde eigen betalingen (direct of via eigen risico en bijdragen) kwamen bijna 40 euro (6 procent) lager uit. De daling van de eigen betalingen heeft onder andere te maken met een daling van het gemiddeld aantal contacten per inwoner met, bijvoorbeeld, de fysiotherapeut en de tandarts met respectievelijk 11 procent en 17 procent.
Het aandeel publiek gefinancierde zorg en welzijn (overheid en verplichte verzekeringen samen) kwam in 2020 uit op 85 procent van alle uitgaven aan zorg en welzijn.
Grote toename uitgaven aanbieders ondersteunende diensten en preventie
De totale groei van de zorguitgaven met 8,9 miljard euro is ongelijk verdeeld over de verschillende onderdelen van de zorg. De uitgaven bij de ondersteunende diensten en aanbieders van preventieve zorg zijn naar verhouding het meest gestegen. Deze uitgaven namen toe van 3,7 miljard euro (2019) naar 5,3 miljard euro (2020), een toename van 42 procent. Deze toename van de uitgaven zijn met name voor alle taken die er in coronajaar 2020 bij zijn gekomen. Hieronder vallen ook de uitgaven voor de opzet van teststraten, inclusief de laboratoriumkosten en de aankoop van testmaterialen, het inrichten en uitvoeren van bron- en contactonderzoek.
Het meest stegen de uitgaven van de aanbieders van verpleging en verzorging en medisch specialistische zorg. De uitgaven aan aanbieders van verpleging en verzorging en thuiszorg zijn in 2020 toegenomen met 2,4 miljard euro (12 procent) tot 23 miljard euro. Hiervan is 0,6 miljard euro toe te wijzen aan verdere uitbreiding van het kwaliteitsbudget en naar schatting 0,9 miljard euro aan de zorgbonus. Het aantal dagen zorg met verblijf in een verpleeghuis daalde met ruim 1 procent. Bij de Wlz-zorg die thuis wordt geleverd zette de groei uit voorgaande jaren door. Het aantal verleende dagen zorg aan mensen met een Volledig pakket Thuis is in 2020 toegenomen met 10 procent voor verpleging en verzorging. Het aantal personen met een toegekend persoonsgebonden budget (pgb) is eind 2020 met bijna 9 procent toegenomen.