Groet van de Bisschoppen (OKK) bij het begin van de Advent 2023

Leestijd: 6 minuten
Zaterdag 2 december 2023 – 17:18 uur – Bron: Redactie Kerk – Beeld: Dio van Maaren

-Haarlem/Utrecht- Dit weekeinde start de Adventstijd, samen gaan wij op naar Kerstmis. Aan het begin van de Adventstijd een groet van de Aartsbisschop van Utrecht van de Oud Katholieke Kerk, Bernd Wallet. De Bisschoppen van de RK-Kerk zien af van een groet. 

Zusters en broeders,

Met een ‘Nacht van Vuur’ werd in de Utrechtse Gertrudiskathedraal herdacht hoe de grote filosoof en wiskundige Blaise Pascal in november 1654 een mystieke ervaring had. Het zou een openbaring zijn die hem de rest van zijn leven bijbleef. Pascal sprak er met niemand over, maar bracht zijn ervaring schriftelijk onder woorden op een stukje papier dat hij sindsdien altijd bij zich droeg. In dit 400ste jaar na de geboorte van Blaise Pascal zijn veel mensen nog altijd gefascineerd door de persoonlijke toewijding van deze briljante geleerde aan Jezus Christus als de bron van eeuwige vreugde.

De beroemde beginwoorden van Pascals ‘memoriaal’ zijn: Vuur. God van Abraham, God van Isaak, God van Jacob, niet van de filosofen en de geleerden. Zekerheid, zekerheid, besef, vreugde, vrede. God van Christus.

De ervaring van Gods nabijheid, dit ‘licht van hogerhand’ dat Pascal ten deel viel, staat in schril contrast met de ervaringen van verlatenheid en duisternis die veel mensen in hun leven opdoen.

Bij alle onzekerheid die ons kan overkomen dreigen we bovendien vaak het zicht op het licht te verliezen. Hoe houd je het goede vast? Hoe kan het geloof ons aanvuren in deze tijd? De recente politieke gebeurtenissen in ons land roepen bij veel mensen vragen op. De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen is een aardverschuiving genoemd. Velen stonden erover verbaasd, sommigen zijn ongerust en vragen zich af wat de toekomst is van ons land. We zien hoe veel burgers hun ongenoegen hebben uitgedrukt in een overheid die groepen mensen in de kou heeft laten staan. Mensen op zoek naar een woning of naar meer bestaanszekerheid, mensen getroffen door de toeslagenaffaire of door de toenemende kosten voor de gezondheidszorg hebben laten zien dat ze veranderingen in Nederland verlangen. Maar zullen de verkozen politici met oplossingen komen waardoor alle mensen zich gezien en gehoord kunnen voelen? Zullen zij er werkelijk zijn voor hen die zich buiten spel voelden staan? En zo ja, komen anderen niet in de knel te zitten? Hoe bouwen we samen aan een duurzame toekomst?

In de straten van Nederland ervaren we ook dat wereldwijde conflicten ons raken. In het Midden-Oosten maakt de oorlog tussen Israël en Hamas het Heilige Land tot een land van angst en vernietiging. Kunnen joden en moslims beiden Nederland als een veilig land blijven ervaren? In het oosten van Europa gaat de oorlog van Rusland tegen Oekraïne onverminderd door. Hoe veilig is een Europa waar geen uitzicht is op onderhandelingen? Hoe kunnen wij bijdragen aan de vrede? En welke ruimte heeft Europa nog voor hen die huis en haard moeten verlaten door honger en geweld en een veilig heenkomen zoeken? Veel vragen die ons allemaal raken.

In de Advent zijn we op weg naar het feest van de geboorte van ‘het licht van hogerhand’. We oefenen ons in het vergezicht dat ons tegemoet komt, in alles waar de God van de vrede ons toe geroepen heeft. Daarom vasten we van te snelle en oppervlakkige oordelen over elkaar en over onze naasten, en zoeken de stilte. Zo horen we als Maria het ‘bovenaards bericht’ dat de engel brengt, en openen we als zij ons hart voor ‘een zwangerschap van licht’. Zo kunnen wij mensen worden waar anderen ervaren dat Gods barmhartigheid en vrede onder ons wonen.

De kerken zijn geroepen oefenplaatsen van vertrouwen te zijn. Plaatsen waar we met elkaar in gesprek zijn om elkaars vragen, uitdagingen en vreugden te delen en te begrijpen, en te plaatsen in het grote verhaal van God en mens. Zo houden we ruimte voor elkaar in al onze diversiteit. Zo staan we ook als kerk in de samenleving. Dankbaar voor het vele goede dat we als Nederlandse samenleving hebben opgebouwd, koesteren we onze democratische rechtsstaat, waarvan de kracht ook door de afgelopen verkiezingen is bevestigd. Waar de Nederlandse overheid op punten tekort schiet en soms ernstig faalt, is zij steeds bij te sturen. Samen hebben wij opnieuw politici gekozen die oplossingen moeten vinden voor de grote uitdagingen van onze tijd. Er moet gewerkt worden aan een nieuw vertrouwen, waarin mensen oprecht, met openheid en zonder direct te oordelen of een zondenbok aan te wijzen elkaars meningen, frustraties en wensen kunnen horen om daarna ook samen aan oplossingen te werken.

Als kerken oefenplaatsen van vertrouwen zijn, moeten we ook adresseren wat het vertrouwen ondermijnt. Met de profeten Jesaja en Johannes de Doper zullen we deze Advent de Geest niet uitblussen, met de apostel Paulus alles keuren en het goede behouden. Van hen leren we niet om een verloren verleden te herstellen, maar juist open te staan voor Gods toekomst, die altijd groter is dan ons verleden. Steeds spreekt God een woord van vernieuwing. ‘Gods allereerste woord’ is licht. Dat woord klinkt in den beginne bij de schepping, het klinkt door in de roeping van aartsvaders en aartsmoeders, van Mozes en de profeten, en uiteindelijk in ‘de zoon der maagd die straks geboren wordt’. Zo roept Gods woord de mens telkens opnieuw om te vertrouwen dat deze wereld ons gegeven is om te bewerken en te behoeden, om met brood en wijn op het leven te eten en te drinken, in de verwachting van wat komen zal. Bij alle uitdagingen en tegenslagen die we in ons leven tegenkomen, blijft altijd dat woord klinken: ‘Hij die u roept, is getrouw, Hij zal zijn woord gestand doen.’ Zo is het leven goed.

Onze grenzen worden niet bepaald door een cultuur van vlees en bloed, maar door de kenmerken van het komende Godsrijk, dat ons in Jezus Christus nabij is gekomen. In een van onze eucharistische gebeden zeggen we dat de kerk in ballingschap is, zo lang de wereld duurt. De onvoltooidheid van onze wereld daagt ons uit om met een open oog en oor naar Gods toekomst toe te leven: Gods rijk waar gerechtigheid tot een vrede leidt die alle verstand te boven gaat. In die werkelijkheid telt elke mens mee, wordt elke mens gezien en gehoord. We zullen daarom steeds alert moeten blijven en bij nieuwe maatregelen vragen, of deze de sociale cohesie voeden of juist ondermijnen, en of ze de menselijke waardigheid van elke persoon erkennen of juist niet. De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob is een God van geschiedenis. God gaat met zijn volk door de tijd mee en komt in zijn Zoon zelfs ons bestaan tot in alle uitersten delen. Als die God ons mensen zozeer liefheeft, hoe zouden wij elkaar als mensen dan kunnen uitsluiten? De kerk viert in haar liturgie op zondag en in haar doen en laten elke dag die God ons geeft, dat we aan elkaar gegeven zijn, op weg naar zijn toekomst.

Dat we zo vieren, bidden en leven, betekent ook dat we als christenen geloven dat niet alle oplossingen van de overheid kunnen komen. Het leven hangt immers niet alleen af van dingen waar je recht op hebt of waartoe je verplicht bent. Samenleven is een voortdurend appel op ons allemaal, om op zinvolle wijze het leven met je buren, je naasten, vorm te geven. Niemand verplichtte parochies of christenen tot huisvesting van Oekraïners, toch is het gebeurd. Niemand verplicht ons tot taallessen of kookcursussen met statushouders, toch vinden ze plaats in het hele land. Niemand verplicht je tot gastvrijheid, toch is het geheim van Kerstmis onmogelijk zonder geopende deuren voor hen voor wie elders geen plaats in de herberg is. In geloof zijn we geroepen tot een vervuld leven van binnenuit, met brandende harten en open handen. Het koninkrijk is midden onder ons, ja in ons gekomen. Vanuit het vertrouwen dat we zelf boden van vrede, recht en vreugde mogen zijn, geven we ieder persoonlijk en als kerken gezamenlijk het meest waardevol vorm aan ons samenleven. En het is nooit voor niets: Hij die u roept is getrouw.

Geloof is niet ver weg van eenvoudige mensen. Openbaring begint niet bij geleerden of bij bouwers aan systemen, maar in de ervaring waar licht in de duisternis voor ons opgaat. Pascals ervaring van vuur staat lijnrecht tegenover de soms verterende discussies van onze polariserende samenleving. Hij ziet als Mozes bij de brandende braamstruik een vuur dat niet verteert. Zoiets is toch onmogelijk? Met Kerstmis vieren we dat een vuur dat nooit meer dooft in onze duisternis is ontstoken. Hoe dan? Willem Barnard maakte er ooit een gedicht van één verwachtingsvolle zin bij, dat is gezongen in de ‘Nacht van Vuur’, opgenomen in de recente bundel ‘In Wind en Vuur,’ en dat we hier graag delen. Zo gaan we samen de Advent in, op weg naar de dag dat het licht voor alle mensen schijnt en God zijn woord gestand zal doen.

Een vuur dat niet verteert, een onbegonnen brand,
liefde die niet begeert, een licht van hogerhand,
een zwangerschap van licht, een baken in de tijd,
een bovenaards bericht, een stem zonder geluid,
het komt ons tegemoet, maar zonder dat het komt,
het lokt, maar zonder bloed, het roept, maar zonder mond,
het is de grote zon zonder de kleine maan,
de ongegraven bron, de sluier weggedaan,
het is de zon die daagt, Gods allereerste woord,
het is de zoon der maagd die straks geboren wordt.

Haarlem en Utrecht op de zondag van de voleinding,
Dirk Jan Schoon, Bisschop van Haarlem (OKK)
Barend Theodoor Wallet, Aartsbisschop van Utrecht (OKK)

Geef een reactie op dit artikel