- Zeven keer meer kwik in atmosfeer dan vijf eeuwen geleden
- Grote potentiële gezondheidsimpact
- Onderzoek Harvard naar natuurlijke uitstoot door vulkanen
-Brussel- Sinds het begin van de moderne tijd is de concentratie kwik in de atmosfeer verzevenvoudigd. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit van Harvard.
Onze atmosfeer bevat tegenwoordig zo’n 4000 ton kwik, bleek uit een grootschalig onderzoek in 2015. Maar voor welk aandeel daarvan is de mens verantwoordelijk? Om die vraag te beantwoorden onderzochten ingenieurs aan Harvard de uitstoot van vulkanen, de grootste natuurlijke uitstoters van kwik.
De wetenschappers schatten zo dat in het jaar 1500, voordat mensen kwik in de atmosfeer begonnen te pompen, er gemiddeld zowat 580 ton circuleerde. De mens heeft de concentratie dus verzevenvoudigd. De stijging komt voor het overgrote deel op rekening van steenkoolcentrales, afvalverbranding, de industrie en de mijnbouw.
Dat is een opvallende conclusie, want kwik is een potentieel erg gevaarlijke stof die zich opstapelt in vissen en andere organismen – inclusief mensen.
Moeilijk te meten
Kwik is moeilijk te meten omdat het in erg lage concentraties voorkomt. In een kubieke meter lucht zit misschien maar 1 nanogram kwik, waardoor het bijvoorbeeld vrijwel onmogelijk via satelliet te detecteren is.
De onderzoekers richtten zich daarom op zwaveldioxide, een stof die samen met kwik werd uitgestoten. “Het leuke aan zwaveldioxide is dat het heel gemakkelijk te zien is met satellieten”, zegt chemicus Benjamin Geyman, hoofdauteur van de studie. “Door zwaveldioxide als proxy voor kwik te gebruiken, kunnen we begrijpen waar en wanneer vulkanische kwikemissies plaatsvinden.”
Het team ontdekte niet alleen hoeveel kwik de vulkanen uitstoten, maar ook hoe de stof zich vermengt in de atmosfeer en hoe ze grote afstanden kan afleggen.