Transformatie van de landbouw: van koolstofbron naar koolstofput

Leestijd: 3 minuten

Dinsdag 24 september 2024 – 16.50 uur – Bron: Redactie Wereld/IPS – Beeld: MB

  • IIASA-studie in Nature over koolstofvastlegging
  • Proces om CO2 vast te leggen in de bodem van landbouwgrond en in gewassen
  • IIASA: “Techniek met groot potentieel om de opwarming van de aarde te beperken”

 

-Brussel- Koolstofvastlegging is een techniek die de opwarming van de aarde kan beperken én de kostprijs van de klimaatverandering in de hele economie kan drukken. Wetenschappers zien enorme kansen om de uitstoot van de landbouw drastisch te verlagen. Een goede samenwerking en beloning voor boeren in het Zuiden is noodzakelijk.

De landbouw- en voedingssector zijn grote uitstoters van broeikasgassen en beleidsmakers over de hele wereld zijn het er intussen over eens dat de voetafdruk van deze systemen verkleinen een hoge prioriteit heeft als we de klimaatverandering willen afremmen.

Onderzoekers van het Internationaal Instituut voor Toegepaste Systeemanalyse (IIASA ) onderzochten in dat kader het potentieel van ‘koolstofvastlegging’ (carbon sequestration), het proces om koolstofdioxide (CO2) uit de atmosfeer vast te leggen in de bodem van landbouwgrond en in gewassen op boerderijen.

Volgens de auteurs van de nieuwe studie in Nature Food biedt de techniek een groot potentieel om de opwarming van de aarde te beperken en tegelijkertijd ook de kosten voor het beperken van de klimaatverandering in de hele economie te verlagen.

Agrobosbouw en biochar

“We zijn begonnen met de beoordeling van nieuwe opties voor koolstofvastlegging op landbouwgrond en hebben de dynamiek ervan bekeken in een geïntegreerd economisch model. Tot nu toe werden deze opties enkel beoordeeld in technische studies”, legt hoofdauteur Stefan Frank van het IIASA-Biodiversity and Natural Resources Program uit.

Hij benadrukt dat CO2 uit de lucht halen en opslaan in de bodem of in planten de hulp van boeren nodig heeft: “Zij kunnen bijvoorbeeld technieken gebruiken zoals het planten van dekgewassen, het gebruik van biochar (een soort houtskool gemaakt van organisch afval), of het beoefenen van agrobosbouw (bomen aanplanten naast gewassen of weilanden). Zo wordt hun landbouwgrond een koolstofput”, zegt Frank.

Hij legt uit dat dit belangrijk is, omdat de onderzoeksresultaten aangeven dat deze landbouwpraktijken tegen 2050 evenveel broeikasgassen uit de lucht kunnen halen als de aanplant van nieuwe bossen, vooral in regio’s zoals Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuid-Amerika. Koolstofvastlegging op landbouwgrond is niet alleen belangrijk om de klimaatverandering te beperken, de inspanningen kunnen ook de productiviteit van de landbouw en de veerkracht tegen klimaatverandering verbeteren.

De onderzoekers berekenden nog dat de land- en bosbouw een belangrijke bijdrage kan leveren om tegen 2050 wereldwijd een netto nuluitstoot te bereiken, en dit tegen een kleine kost van 80 tot 120 dollar per ton CO2-equivalent.

Grote troef, lage kost

“Deze inspanningen zouden niet alleen de totale kost voor de economie verlagen in vergelijking met het scenario van een opwarming met 1,5 graad Celsius maar zonder koolstofvastlegging in de landbouw”, zegt medeauteur Andrey Lessa Derci Augustynczik van IIASA. “Ook de verliezen van de wereldwijde economische output kunnen tegen 2050 met 0,6 procent worden verminderd. Bovendien kunnen deze activiteiten boeren een aanzienlijk inkomen geven – tot 235 miljard dollar in 2050 – als ze financiële incentives krijgen voor elke extra ton CO2 die wordt opgeslagen in de bodem en in biomassa.”

Hoofdonderzoeker Stefan Frank legt nog uit dat ondanks de grote troeven en de lage kostprijs van koolstofvastlegging het potentieel ervan zich voornamelijk in het Zuiden bevindt. “Dat noopt wat tot voorzichtigheid omdat er verschillende structurele, institutionele of sociale barrières bestaan. Om het potentieel van de techniek optimaal te benutten, moeten er op de korte termijn efficiënte instellingen en systemen voor monitoring worden opgezet”, zegt hij.

Volgens Frank zullen er ten slotte ook voldoende inspanningen en stimulerend beleid nodig zijn om dit model met potentie een vliegende start te geven.