- Investeringen in productie van schone energie met 70 procent gestegen in 2023
- Motor voor de wereldeconomie en banen
- Vooral zonnepanelen liggen voor op schema
-Brussel- Vorig jaar is er 70 procent meer geïnvesteerd in de productie zonnepanelen, windturbines, batterijen en hittepompen dan het jaar ervoor, blijkt uit nieuwe cijfers van het Internationaal Energieagentschap. Vooral zonne-energie ligt flink voor op schema.
De wereldwijde investeringen in vijf belangrijke schone energietechnologieën zijn vorig jaar gestegen tot meer dan 200 miljard dollar, stelt een nieuw rapport van het IEA. Het gaat om zonne- en windenergie, batterijen, elektrolyse en warmtepompen. Dat is een stijging met 70 procent ten opzichte van 2022.
Zonne-energie
De investeringen in zonne-energie zijn vorig jaar zelfs meer dan verdubbeld. De productiecapaciteit van zonnepanelen is daardoor nu al wat ze in 2030 zou moeten zijn om de wereld op weg te zetten naar netto-nuluistoot.
Ook de productie van batterijen zit sterk in de lift, met een groei van 60 procent aan investeringen vorig jaar. Als ook aangekondigde projecten meegerekend worden, is de productiecapaciteit voor batterijcellen 90 procent van wat er eind dit decennium nodig is.
“De records voor zonne-energie- en batterijcentrales stimuleren de transitie naar schone energie – en de sterke investeringen in nieuwe fabrieken en meer capaciteit zal de komende jaren voor nog meer momentum zorgen”, zegt IEA-directeur Fatih Birol.
Hij wijst er wel op dat er voor sommige technologieën nog steeds grotere investeringen nodig zijn, en dat die investeringen zich ook nog te veel concentreren in bepaalde landen en regio’s. “Maar de richting waarin we ons bewegen is duidelijk. Beleidsmakers hebben een enorme kans om industriële strategieën te ontwerpen waarbij de transitie naar schone energie centraal staat.”
China
De productie van schone energie wordt gedomineerd door een paar regio’s. China is momenteel bijvoorbeeld goed voor meer dan 80 procent van de wereldwijde productiecapaciteit voor zonnepanelen. Maar dat kan veranderen, stelt het rapport. Als alle aangekondigde projecten worden gerealiseerd, zouden Europa en de Verenigde Staten tegen 2030 elk ongeveer 15 procent van de mondiaal geïnstalleerde capaciteit kunnen bereiken.
China blijft wel over de hele lijn de goedkoopste producent van schone energietechnologieën. Fabrieken bouwen voor batterijen, windturbines of zonnecellen is in India doorgaans 20 tot 30 procent duurder – in de Verenigde Staten en Europa zelfs 70 tot 130 procent. Maar met een sterk beleid kunnen overheden die kloof voor een deel dichten.