Meer asiel- en kennismigranten van buiten de EU in 2021

Leestijd: 2 minuten
Woensdag 20 juli 2022 -07:05 – Bron: CBS/Tanja Traag – Beeld: publiek domein
  – Heerlen – Er kwamen in 2021 meer immigranten naar Nederland dan het jaar ervoor. Vooral het aantal immigranten van buiten de Europese Unie of EFTA-landen (Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland) steeg. Binnen deze groep vond de grootste stijging plaats onder asielmigranten en kennismigranten. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over migratiemotieven.

 

In 2021 kwamen 208 duizend immigranten naar Nederland die niet de Nederlandse nationaliteit hadden. Dit zijn er 37 duizend meer dan in 2020, toen de coronapandemie de immigratie beperkte. Het aantal immigranten met een Nederlandse nationaliteit nam iets af.

Vooral meer asiel- en kennisimmigranten van buiten de EU/EFTA

Het aantal niet-EU-/EFTA-immigranten nam in 2021 met 30 duizend toe, waarmee het weer op het niveau kwam van 2019. Er kwamen vooral meer asielmigranten en kennismigranten naar Nederland. Mede door de aanhoudende onrust in Syrië en Afghanistan steeg het aantal asielmigranten met 75 procent.

Bij kennismigranten, waarvan het grootste deel uit India kwam, was er een stijging van 60 procent. Na India zijn China en Turkije de belangrijkste landen van herkomst voor kennismigranten. Het aantal overige arbeidsmigranten steeg met 50 procent, bij migranten die voor studie (45 procent) en gezin (35 procent) naar Nederland kwamen, was de toename iets minder groot.

Arbeid en gezin meest voorkomende motieven voor EU-/EFTA-immigranten

Het aantal EU-/EFTA-immigranten steeg in 2021 met 8 duizend, maar lag hiermee wel onder het niveau van 2019. Arbeidsmigratie werd na de EU-uitbreidingen van 2004 en 2007 een steeds belangrijker motief voor EU- en EFTA-burgers om naar Nederland te komen. In 2020 was arbeid de meest voorkomende reden om naar Nederland te komen, met daaropvolgend het gezin (voor 2021 zijn cijfers naar motief voor deze groep nog niet beschikbaar).

EU/EFTA-immigranten blijven korter in Nederland

Het aandeel immigranten dat Nederland na verloop van tijd verlaat, is bij EU/EFTA-immigranten 15 tot 20 procentpunten hoger dan bij immigranten van buiten de EU/EFTA. Tien jaar na immigratie heeft bijna de helft van de niet-EU/EFTA-immigranten Nederland weer verlaten, bij de EU/EFTA-immigranten is dit bijna drie kwart.
Daarbij speelt een rol dat er binnen de EU/EFTA vrij verkeer is van personen en arbeid. Studiemigranten en arbeidsmigranten verblijven over het algemeen korter in Nederland dan gezinsmigranten en asielmigranten, voor wie het verblijf in Nederland vaak een meer permanent karakter heeft.

Immigratie in eerste maanden van 2022 flink hoger

In de eerste maanden van 2022 trok de immigratie flink aan, blijkt op basis van de voorlopige cijfers. Dat heeft alles te maken met de Russische invasie van Oekraïne die op 24 februari begon. In maart, april en mei 2022 hebben zich ongeveer 67 duizend vluchtelingen vanuit Oekraïne in een Nederlandse gemeente ingeschreven, iets meer dan de helft van het totale aantal immigranten dat in deze periode naar Nederland kwam.