Seksueel misbruik in kerk ‘peanuts’ vergeleken bij sportclubs

Leestijd: 3 minuten
Dinsdag 16 november 2021 09:43 – Bron: ADN Beeld: PB
 -Gent- Seksueel misbruik wordt vaak ‘gelinkt’ aan de kerk, nadat onthullingen, meer dan breed, in de media werden uitgemeten. Maar recent onderzoek naar seksueel misbruik in de gehele samenleving beloven een ‘eye-opener’ te worden voor Europese sportclubs. Het nieuwe CASES-onderzoek (Child Abuse in Sporrt European Statistics) naar (kinder)misbruik in de sport zal velen verstomd doen staan. Het onderzoek gaat om een grootschalige samenwerking tussen zeven Europese universiteiten, twee sportbonden en één internationale sportfederatie. Per land vulden 1.472 mensen van 18 tot 30 de lijsten in, in België zelfs het dubbele aantal. De resultaten zijn schokkend.

Zwijgen

Het beeld dat uit het onderzoek voortkomt, is dat grensoverschrijdend gedrag binnen sportclubs wijdverspreid is, al doen de sportclubs er liever het zwijgen toe. Zo geeft 23 procent van de jongeren aan dat zij te maken kregen met seksueel geweld mét contact en 36 procent van seksueel geweld zonder contact op de sportclub. 8 procent geeft aan dat zij het slachtoffer werden van seksuele aanranding, 9 procent van verkrachting of poging tot verkrachting. Buiten de sport liggen de cijfers van seksueel geweld nog hoger, maar jongeren spenderen dan ook slechts een beperkt deel van hun tijd op de sportclub.

De lichamelijkheid van sport kan het risico op misbruik aanzienlijk vergroten. “Als sporter ga je met elkaar op hotel of kleed je je samen om. Bij sommige sporten is er fysiek contact met de trainer, bijvoorbeeld om bepaalde oefeningen te ondersteunen. Dat kan in sommige situaties tot ongewenst gedrag leiden, zoals iemand die van een groepsknuffel gebruikmaakt om aan iemands billen of borsten te zitten.”

Pedagogische tik

Andere vormen van grensoverschrijdend gedrag blijken nog veel vaker voor te komen. In totaal geeft driekwart van de ondervraagde jongeren aan dat zij minstens één vorm van grensoverschrijdend gedrag meemaakten op hun sportclub. Bij meer dan de helft gaat het om psychisch geweld. Dat kan gaan van uitschelden tot druk zetten of negatief commentaar geven op hun prestaties of uiterlijk. Hetzelfde geldt voor fysiek geweld, waar 51 procent van de jonge sporters volgens het onderzoek mee te maken kreeg. Een derde van hen heeft het daarbij over fysieke straffen, zoals een voetballer die voor heel de groep moet opdrukken na het verliezen van een loopwedstrijdje. De vraag is: is dat nodig? Op school is de pedagogische tik allang verbannen, maar in een sportclub worden fysieke straffen nog steeds als heel normaal beschouwd.

Autoritaire aanpak

Niet zelden spiegelen coaches zich nog steeds aan de topsportwereld, waar – zeker in bepaalde sporttakken – de harde hand nog steeds de scepter zwaait. Zo verwijzen de onderzoekers naar de getuigenissen van verschillende (ex-)turn(st)ers over grensoverschrijdend gedrag. “Dat toont aan dat zo’n autoritaire aanpak nog steeds als heel normaal wordt gezien. Voor sporters die al heel hun leven zo’n aanpak gewend zijn, is het moeilijk om te denken dat het anders kan. Maar als zoveel talent ermee ophoudt, kun je afvragen of dat de juiste methode is.

Ook motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste van de Universiteit Gent, medeauteur van het boek Motiverend coachen in de sport, is die mening toegedaan. “In de sport wordt een autoritaire trainingsaanpak nog steeds vaak gehanteerd omdat men ervan overtuigd is dat je zo de veerkracht van de sporters kunt vergroten. Dat is een misvatting die uit de wereld moet worden geholpen.”

Volgens de onderzoekers ondergraaft druk zetten of fysieke straffen geven het spelplezier, en brengt het op de lange termijn ook minder op. “Zo kun je de verliezer van een penaltyreeks op voetbaltraining rondjes laten lopen, of een T-shirt met ‘lul van de week’ laten dragen. Maar wat is daar de meerwaarde van? Nog erger is het veel voorkomende feit, dat een blunder makende voetballer, zich na de wedstrijd, door de andere spelers moet laten ‘bepissen’ onder de douche. Interessanter lijkt het dan om een leermoment in te plannen, of extra training te geven over hoe je een penalty trapt.”

Fysiek geweld

Opvallend is dat veel meer jongens het vaakst aangeven te maken te krijgen met grensoverschrijdend gedrag in de sportclub. Zo geeft 61 procent van de jongens aan dat zij te maken kregen met een vorm van fysiek geweld, tegenover 41 procent meisjes. “In ons onderzoek waren er dan ook meer jongens die aan competitiesport deden, en ook op hoger niveau. Maar het verschil is opvallend. Het kan ermee te maken hebben dat vormen van grensoverschrijdend gedrag bij jongens en mannen nog meer genormaliseerd worden”, aldus de onderzoekers.

Zowel jongens als meisjes lijken bovendien amper melding te doen van grensoverschrijdend gedrag. Slechts 6 procent geeft het aan bij iemand van de sportclub. “Veel clubs zijn er zich dus niet bewust van, terwijl de cijfers aantonen dat elke club zich verantwoordelijk zou moeten voelen. Het komt overal voor en veel vaker dan gedacht.”